Buitenland

„Venezuela is totaal corrupt”

Zo’n zes, zeven jaar geleden ging het nog goed in Venezuela: alles was voorradig. Nu zijn producten soms alleen op de zwarte markt te krijgen. Tegen torenhoge prijzen.

Henrique Staal
22 March 2017 19:18Gewijzigd op 16 November 2020 10:07
Tussen het vuilnis zoeken mensen eten en waardevolle spullen. beeld Jaco Klamer
Tussen het vuilnis zoeken mensen eten en waardevolle spullen. beeld Jaco Klamer

Ik verlaat Venezuela liever vandaag dan morgen, verzucht de 58-jarige Carmen Caravallo uit Valencia. „Toen ik met pensioen ging, kreeg ik 500.000 bolivar mee. Ik wilde er graag een reis van maken, maar het geld was in twee weken op, zó duur is het leven in Venezuela.”

„Dit land is niet democratisch en de overheid functioneert niet. Economen en gezondheidswerkers vertrokken bijna zonder uitzondering naar het buitenland. In Venezuela worden mensen zomaar op straat beroofd van hun bezittingen. Ik moet alles achter tralies zetten: ik houd m’n deur gesloten.

Op straat zie ik steeds meer mensen bedelen, zelfs kinderen houden hun handjes op. Twee jaar geleden had ik de mogelijkheid te emigreren, maar mijn man hield me tegen omdat hij op verbetering hoopte. Maar het land is totaal corrupt. Misschien emigreer ik wel alleen.”

Gesubsidieerde inkopen

Venezuela verkeert in een diepe crisis die ernstige gevolgen heeft voor de bevolking. Die moet het stellen met lege winkelschappen en kan bij ziekte niet beschikken over voldoende gespecialiseerde artsen, werkende medische apparatuur of medicijnen. Demonstraties zijn dan ook aan de orde van de dag, maar die worden door regeringstroepen met harde hand neergeslagen. Bovendien is er nauwelijks vrijheid van pers: kritiek op de regering wordt niet getolereerd.

Lonen worden voor de helft uitbetaald in bonnen, waarmee Venezolanen, op de aangewezen dag, úren in de rij staan. „Een dag voordat we gesubsidieerde inkopen kunnen doen, moeten we ons al in een rij voor de winkels opstellen, anders vissen we achter het net”, vertelt Carmen Caravallo. „We nemen een stoel mee, en genoeg eten en drinken. Wie naar het toilet moet, heeft een probleem. Een liter gesubsidieerde spijsolie kost 1140 bolivar, terwijl je voor een liter zonder subsidie het viervoudige moet neertellen. Gesubsidieerde groenten, fruit en koekjes zijn helemaal niet meer te krijgen. Wie in een supermarkt werkt, kan gemakkelijk aan producten komen die het zeer goed doen op de zwarte markt”, weet Carmen. „Supermarktmedewerkers hoeven daarvoor alleen bewakers en politiemannen te vriend te houden, zodat zij ook een graantje meepikken van deze verboden handel.” Een groeiend aantal Venezolanen wil het land ontvluchten en vraagt daarom een visum aan voor een verblijf in Argentinië, Colombia, Ecuador of Chili.

De gepensioneerde Carmen Caravallo heeft de zorg voor haar twee kleindochters van zes en twee jaar. Carmens echtgenoot werkte bij verschillende bedrijven, maar raakte steeds weer zijn baan kwijt. Nu voorziet hij, met behulp van een aggregaat, bands en musici van stroom tijdens concerten. Twee kinderen emigreerden naar Spanje en één verruilde Venezuela voor Costa Rica. „Veel Venezolaanse vrouwen verdienen hun geld in het buitenland: in Panama en Colombia werken ze in de prostitutie, mijn dochter doet dienst in een restaurant in Costa Rica. In Costa Rica zet ze haar salaris op de bankrekening waarvan ik geld kan opnemen voor de verzorging van de kinderen. Mijn dochter woont samen met verschillende andere Venezolaanse vrouwen: ze delen de beschikbare kamers. Binnenkort vertrekt ze naar Lima, in Peru. Ze verwacht dat het leven daar beter en goedkoper is. Mijn dochter mist haar kinderen: elke middagen ‘spreken’ ze elkaar via WhatsApp.”

Doodgeschoten

Carmen Caravallo is niet de enige die moeite heeft om te overleven tijdens de enorme crisis die Venezuela in zijn greep houdt. Ook moeder Joanna Navas (31) weet niet of en hoe ze de volgende dag zal halen. Zij verloor onlangs haar man en moet nu alleen voor haar twee kinderen zorgen.

„Op 18 oktober 2016 waren er ineens allemaal politie-eenheden in onze straat: er werd een razzia gehouden”, vertelt Joanna terwijl ze gespannen om zich heen kijkt. Joanna woont in een van de barrios van Caracas, waar politiemannen zich niet durven te laten zien en criminele bendes de dienst uitmaken.

Caracas is verreweg de gewelddadigste stad van Zuid-Amerika. De misdaad neemt schrikbarend toe, zó snel dat de regering is gestopt met het publiceren van misdaadcijfers, waarin politiemoorden al langer werden verzwegen. Venezuela is het op een na gewelddadigste land van alle staten die geen oorlog voeren: elk uur worden gemiddeld meer dan drie Venezolanen vermoord. De politiemacht moeten het opnemen tegen bendes, bewapend met oorlogstuig. Daarbovenop is er de corruptie, die haar positie ondermijnt.

Door alle tekorten neemt de criminaliteit schrikbarende vormen aan. Omdat criminelen én politiemensen zich steeds zwaarder bewapenen, neemt de angst onder de Venezolaanse bevolking toe. In Caracas kunnen ‘gewone burgers’ niet veilig over straat en moeten ze constant bedacht zijn op autokapingen, straatroven en inbraken. Wie zich verzet, wordt onverbiddelijk vermoord.

Overmacht

De politie vertoont zich uitsluitend na incidenten in de barrios, en dan alleen met grote overmacht. „De straten zagen zwart van de zwaarbewapende politieagenten die met getrokken geweren op zoek waren naar zware criminelen”, vervolgt Joanna haar verhaal. „Bewoners moesten hun huizen onmiddellijk verlaten, en zich op straat bij de agenten melden. Mijn man Ismael Antonio Manrique Alviarez was ooit opgepakt en in gevangengezet omdat de politie meende dat hij drugs in zijn bezit had gehad. Hij kwam na betaling weer vrij. Toen mijn man die bewuste oktoberdag op last van de politie de straat opliep, werd hij onverbiddelijk doodgeschoten: hij werd door twee kogels geraakt. Ismael was niet de enige buurtbewoner die dat etmaal het leven liet. Later hoorde ik dat er op die 18e oktober in totaal negen inwoners van Caracas door de politie werden vermoord. We waren negen jaar getrouwd.

Gelukkig hebben we Ismael kunnen begraven. Ik praat liever niet over het verlies van mijn man, ook niet met mijn dochters. Ik ben er ook niet meer elke dag mee bezig. Het is Gods wil dat mijn man is doodgeschoten, dat geloof ik, hoewel ik nooit naar de kerk ga. Ik strijd eigenlijk vaker met God over de dood van mijn zoontje toen hij anderhalf was.

Direct na de moord op mijn man werd ik door zijn familie ons huis uitgezet: zij eisten de woning op. Gelukkig mocht ik bij een oom komen logeren, samen met mijn kinderen Diana van 13 en Nelly van 6 jaar oud.

Het lukt me niet om rond te komen van het salaris dat ik als kaartjesverkoper bij het busstation verdien. Elke maand breng ik 40.000 bolivar binnen, ongeveer 10 euro per maand, maar het wordt elke maand door de inflatie minder waard. Ik weet nooit hoe ik de volgende dag zal doorkomen.”

Voedselafval labelen

Venezolanen verloren het afgelopen jaar gemiddeld zo’n 19 pond van hun gewicht door ernstige voedseltekorten. Priester José Palmar trekt zich het lot van de bevolking aan en deed op Twitter een oproep om besmetting van weggegooid eten te voorkomen: „Vermijd voedselverspilling door voedselresten, die worden weggegooid, te labelen als eetbaar, zodat het niet besmet wordt door ander afval. Zo kunnen mensen die uit het vuilnis moeten eten de Heer’ loven”, schrijft hij.

Eigenaar en chef-kok Francisco Abenante van restaurant La Casa Bistro in Caracas kon het niet langer aanzien dat zo veel mensen honger lijden. Sinds juli 2016 verzorgt hij –evenals vier andere restauranthouders– wekelijks een maaltijd voor de meest kwetsbaren. De soep wordt vandaag aan zo’n 150 mensen uitgedeeld in een van de plaatselijke ziekenhuizen. Vrijwilliger Barriga Victoria roert vol overgave in een grote pan heerlijk geurende soep van eten dat normaal op de afvalhoop zou belanden: „We sparen een week het overgebleven voedsel op, maken er soep van en vullen die aan met verse groente.” Vrouwen met kinderen melden zich stralend met allerlei potten en bakjes, en ook mannen houden hun schaaltjes bij.

„Ik verblijf al een maand met mijn dochtertje Natalia Dominique in het ziekenhuis omdat ze botkanker heeft”, vertelt de alleenstaande moeder Nemeses (21). „Het gaat steeds beter met Natalia, maar ze moet nog minstens twee maanden in het ziekenhuis blijven. We moeten zelf voor eten zorgen, daarom is het heel fijn dat we eenmaal per week een maaltijd krijgen. Dit eten is echt heerlijk.”

„Ik vind het vreselijk dat mijn pasgeboren dochter Haikerlys Pinango een nieraandoening heeft”, vertelt de 17-jarige moeder Maiter Berroteran. „Vanaf haar geboorte verblijven we al in het ziekenhuis en we weten niet hoelang we er nog moeten blijven. We moeten hier zelf voor ons eten zorgen, daarom is deze voedseluitdeling bijzonder voor ons. De maaltijd helpt ons en we voelen ons minder aan ons lot overgelaten.”

Bunuelos met koffie

„Ik heb gisteren heerlijk gegeten”, lacht Maurico (54), nog nagenietend. „Ik at voor het eerst sinds lange tijd bunuelos, ronde gefrituurde balletjes. Na het eten kon ik zelfs nog een kop koffie drinken.” Mauricio is een van de vele Venezolanen die vuilniszakken afspeurt op zoek naar eten en waardevolle spullen. „Ik zoek plastic spullen en apparaten. Die maak ik schoon en verkoop ik aan een opkoper. Vroeger verkocht ik groente en fruit, in een kraampje op de markt. Dat kraampje heb ik allang niet meer, al vijftien jaar probeer ik met het uitpluizen van afval in leven te blijven. Soms krijg ik van mensen iets eetbaars toegestopt. Elke dag ga ik opnieuw op stap, nooit weet ik van tevoren hoe succesvol de dag zal verlopen. De crisis heeft voor mij niets veranderd in de manier waarop ik moet overleven. Maar het aantal mensen dat, met mij, tussen het afval op zoek is naar voedsel, neemt elke dag toe.”

Carmen Caravallo wil om veiligheidsredenen niet met haar echte naam genoemd worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer