Een tas aan de haak
Autosleutels, tablet, smartphone, pinpas. Die zaten niet in de tas van een zeventiende-eeuwer. Wat wel? Muntgeld, brieven, de Bijbel, een spiegeltje of zelfs een speldenkussen.
Man én vrouwen namen die spullen mee in een tas. Want binnenzakken waren nog niet uitgevonden. Hoe die tas van vroeger eruitzag, is te zien in het Amsterdamse Tassenmuseum Hendrikje. Daar passeert op allerlei manieren de geschiedenis van dit gebruiksvoorwerp, modeaccessoire en statussymbool. Een paar tassen uit het verleden uitgelicht:
Tas met geheimen
Hij heeft een ereplaatsje op de bovenste verdieping van het museum, in een grote vitrine: de alleroudste tas uit de collectie. Hij is gemaakt van geitenleer, komt uit Frankrijk en dateert uit de middeleeuwen. Als je hem zo van de buitenkant ziet, lijkt hij vrij eenvoudig. Maar in werkelijkheid zitten er wel achttien vakjes in verborgen. Sommige zijn letterlijk verstopt: achter geheime sluitingen.
Hang- en sluitwerk
Tassen hadden vroeger vaak een beugel van ijzer of –luxer– van zilver. Rondom de middeleeuwen hingen mensen een tas aan hun riem of gordel. Later kwamen er andere manieren om de tassen en beurzen te dragen. Zo werd in de zestiende eeuw het tuigje populair: een haak met kettingen waaraan vrouwen hun beurs en andere accessoires kon hangen.
Kralentas
In de 19e eeuw werden tassen gebreid met zelfgeregen kralensnoeren. Een ongelooflijk intensief karwei. Hiervoor moest je eerst tienduizenden kralen aan een snoer rijgen volgens een patroon en in de goede volgorde. Daarna pas kon het breien beginnen. Er waren allerlei patronen te koop, bijvoorbeeld met bloemen of landschappen.
Dijzak
Lange tijd (17e tot 19e eeuw) was de dameskleding zo wijd dat je daaronder een ‘tas’ kon dragen. Dit waren dijzakken: lange, rechthoekige of peervormige ‘tassen’ die je aan beide zijden van het lichaam kon dragen, op de bovenste onderrok. Ze waren vaak versierd met mooi borduurwerk. Even iets uit je tas pakken? Via een split in de zijkant van de jurk kon dat toch discreet.
Van leer
De eerste tassen van leer waren klein en werden gedragen aan een riem. Later kwamen het polstasje, dat met een ring aan de pols werd gehangen, en het handtasje met hengsel. Toen mensen steeds meer met de trein gingen reizen, ontstond de behoefte aan stevige tassen die tegen een stootje konden. Zo kwam het dat in de loop van de 19e eeuw de leren tas gemeengoed werd.
Hondje
Anno nu is de tas gebruiksvoorwerp, modeaccessoire en statussymbool. Er zijn heel kunstzinnige tassen, andere ontwerpers letten vooral op functionaliteit en gebruiksgemak. Een opvallend voorbeeld van een hedendaagse tas is de ”good dog” van het Nederlandse merk Keecie. Een tas om zo mee weg te lopen.