Nieuwe wind waait in Noord-Ierland
Nu de burgeroorlog voorbij is, gaat het gevecht in Noord-Ierland over stemmen. De verkiezingen van vandaag kunnen beslissend zijn voor twee grote thema’s: abortus en homohuwelijk.
Het is kil en de wind is fors. Af en toe komt er een vlaag regen in mee. Niet het weer dat politici uitnodigt om langs de deuren te gaan.
De afgelopen weken zijn er al heel wat posters weggewaaid, glimlacht Nelson McCausland, vertegenwoordiger van de DUP (Democratic Ulster Party) in Noord-Belfast. Toch hield het hem niet van de straat. Politici in Noord-Ierland zijn het gewend om in hun district bij de huizen aan te bellen en mensen uit te nodigen op hen te stemmen. Vandaag zijn er verkiezingen voor het Noord-Ierse parlement.
„De respons is positief”, zegt McCausland. Hij rekent erop dat zijn partij opnieuw de grootste wordt. Zijn partij staat al sinds de oprichting door de dominee-politicus Ian Paisley pal voor het Britse karakter van Noord-Ierland. De tweede partij in het parlement, Sinn Fein, vecht juist voor het tegendeel: het losmaken van de provincie van Groot-Brittannië en het hele Ierse eiland verenigen binnen de Republiek van Ierland, die wordt bestuurd vanuit Dublin.
In de media is de toon over de DUP negatief. Begin januari kwam de coalitie van DUP en Sinn Fein ten val door problemen rond subsidies voor hernieuwbare energie. Het parlement zat er nog maar kort: in mei vorig jaar koos de bevolking ook al een assemblee. Alom wordt betwijfeld of de DUP het opnieuw redt de grootste partij te worden. Dit keer zou de zege ook naar Sinn Fein kunnen gaan. Tijdens de burgeroorlog was Sinn Fein de politieke arm van het Ierse Republikeinse Leger (IRA). Veel leiders van de partij worden er altijd nog van beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor geweld.
In zijn kiesdistrict in Noord-Belfast merkt McCausland dat ook rooms-katholieken overwegen voor hem te stemmen. Vroeger was dit ondenkbaar. Een katholiek koos voor een Ierse nationalistische partij. En een protestant zou zijn Britse volk evenmin verraden.
Na het beëindigen van het conflict in Noord-Ierland komen er echter andere invloeden de regio binnen. In het Noord-Ierse parlement woedt een strijd over het (beperkt) legaliseren van abortussen en het openstellen van het huwelijk voor homoseksuelen. Het homohuwelijk is voor de katholieke partijen een openlijk campagnethema. De campagneposters die oproepen tot „gelijkheid” rond het huwelijk hangen ook langs de Falls Road, een gebied waar niet tot nauwelijks protestanten wonen.
McCausland: „Gisteravond zat ik in een tv-programma en ik was daar de enige die vasthield aan het traditionele huwelijk. Bij de UUP (Ulster Unionist Party, een andere protestantse partij, EvV) is dit een vrije kwestie.”
Abortus ligt genuanceerder in Noord-Ierland. Alleen enkele kleine liberale partijen willen vrije abortus. De grote partijen zijn allemaal nog zo sterk verbonden met het traditionele protestantse of rooms-katholieke gedachtegoed dat ze deze stap niet zetten. Toch heeft Sinn Fein vorig jaar ingestemd met zwangerschapsafbreking als blijkt dat de vrucht niet levensvatbaar is.
De vrees onder mensen die pro life zijn is dat een abortuswet die bedoeld is voor uitzonderingsgevallen –zoals vrijwel overal in West-Europa– leidt tot het vrijgeven van abortus.
Vorige week riepen de rooms-katholieke bisschoppen van Noord-Ierland ertoe op de kandidaten te bevragen op morele thema’s. In een schrijven van tien bladzijden pleiten ze voor een „cultuur van leven, zorg en hoop voor iedereen.” Ze maken zich zorgen over de 110.000 kinderen die onder de armoedegrens leven, over de milieuvervuiling in de provincie en over het opvangen van vluchtelingen.
Maar hun grootste zorg gaat uit naar het ongeboren leven. Volgens hen kan er meer worden gedaan om vrouwen met crisiszwangerschappen te helpen. Daarnaast roepen ze politici op zich in te zetten voor het huwelijk tussen man en vrouw. „Er is geen enkele reden te overwegen dat homoseksuele relaties gelijksoortig zijn aan Gods ontwerp voor huwelijk en gezin.” In het klassieke huwelijk vullen man en vrouw elkaar immers aan en kan er nieuw leven ontstaan.
Het is de bisschoppen opgevallen dat veel katholieken het „steeds moeilijker” vinden een partij te vinden waar ze met goed geweten op kunnen stemmen.
McCausland weet in zijn district „al ten minste vijftig” katholieken die op hem willen stemmen. „Ik denk dat het er uiteindelijk enkele honderden zijn. Ze zijn wel voor een verenigd Ierland, maar niet als daar ook abortus bestaat.”
De steun van Sinn Fein aan de voorstellen om abortus in noodgevallen toe te staan, heeft in de partij geleid tot een heftige discussie. Een bekende SF-vertegenwoordigster in Londonderry heeft om deze reden de partij vaarwel gezegd.
De partij is niet bereid dit standpunt toe te lichten. In andere media-uitingen zegt Sinn Fein „niet voor abortus” te zijn. De partij is tegen het toepassen van de Britse abortuswet van 1967 in Noord-Ierland. Wel moet de wet worden gewijzigd „om de afbreking mogelijk te maken bij verkrachting, seksueel misdrijf, afwijkingen aan de foetus en als het leven van de moeder gevaar loopt”, aldus een woordvoerder vorige week in de Belfast Telegraph.
Het pleidooi voor „gelijkheid in het huwelijk” past bij de rechtsgelijkheid van Ieren en Britten waar Sinn Fein al tientallen jaren voor vecht. Toch valt het McCausland op dat de partij zo regelrecht ingaat tegen de opvattingen van de kerk. „Ik vermoed dat de kerk door alle schandalen veel van haar gezag rond gezinszaken is kwijtgeraakt. Rond abortus is Sinn Fein achteraf geschrokken van de kritiek en probeert ze weer vertrouwen te winnen.”