„Psychiatrische patiënten in oorlogsjaren verwaarloosd”
Honderden patiënten van de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder zijn in de Tweede Wereldoorlog in deze psychiatrische instelling anoniem en onder erbarmelijke omstandigheden gestorven als gevolg van verwaarlozing. Daardoor leden ze aan tuberculose, ondervoeding en allerlei infectieziektes.
Dat beschrijven onderzoekers Cecile aan de Stegge en Marco Gietema in hun boek ”Vergeten slachtoffers”, dat vanmiddag tijdens een symposium in Den Dolder wordt gepresenteerd. Onder de slachtoffers waren ook geëvacueerde patiënten uit de toenmalige Noord-Hollandse instellingen Santpoort, Duin en Bosch en Meer en Bosch.
Het sterftecijfer van de Willem Arntsz Hoeve was extreem hoog. Een op de vier mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Zeist overleden, viel onder de zorg van de instelling: 1163 van de 4537.
Alleen al gedurende de Hongerwinter, van oktober 1944 tot en met mei 1945, stierven 477 patiënten, ruim een derde van degenen die in de oorlogsjaren in de Willem Arntsz Hoeve werden verpleegd.
De onderzoekers noemen diverse redenen voor de massale sterfte. „De overbevolking, de schaarste aan goederen en voedingsmiddelen, het personeelstekort, de bezuinigingen op water, brandstof en elektra, de tekorten aan zeep en de ziektes die hierdoor welig konden tieren: alles eiste zijn tol.”
De nationaalsocialistische bestuurders van de Willem Arntsz Stichting hebben volgens Aan de Stegge en Gietema niet erg hun best gedaan om het tij te keren. Kachels werden ondanks de forse kou weggehaald.
Benzine- en houtvoorraden die bestemd waren om noodsituaties te kunnen opvangen, werden weggegeven.
Tijdens de bestuursvergaderingen werd voornamelijk gesproken over loonsverhogingskwesties en pensioenregelingen, bijna nooit over het personeelstekort. In twee jaar tijd werd ook nog eens ruim 700.000 gulden op oude, weinig rentesouperende leningen afgelost, een zeer hoog bedrag in die tijd.
De zorgorganisaties Altrecht (geestelijke gezondheidszorg in Utrecht en omgeving) en Reinaerde (begeleiding en behandeling van mensen met een beperking in de provincie Utrecht), beide rechtsopvolgers van de Willem Arntsz Stichting, maakten het onderzoek mede mogelijk.
De onderzoekers gaan ervan uit dat „de torenhoge sterfte in Den Dolder niet op zichzelf staat.” Zij dringen aan op een landelijke studie naar het lot van niet-Joodse psychiatrische patiënten in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Meer over dit onderwerp morgen in Accent.