Een federale rechter in New York heeft het nieuwe inreisverbod van president Trump deels opgeschort. De rechter oordeelde zaterdagavond dat reizigers die met een geldig visum zijn aangekomen op een Amerikaanse luchthaven niet teruggestuurd mogen worden en tot nader order in het land mogen blijven.
Rechter Ann Donelly ging daarmee in tegen het decreet dat president Trump vrijdag had uitgevaardigd. Dat bepaalt dat reizigers en vluchtelingen uit Irak, Iran, Libië, Soedan, Jemen, Somalië en Syrië de komende maanden het land niet in komen. De rechter verbiedt het de autoriteiten ook om vluchtelingen die arriveren met een toegekende verblijfsvergunning, nu alsnog de toegang te weigeren.
Burgerrechtenorganisatie ACLU schat dat het om zo’n honderd tot tweehonderd mensen gaat die nu worden vastgehouden op luchthavens. Het ministerie van binnenlandse veiligheid spreekt van 109 personen en de Amerikaanse Douane en Grensbeveiliging van 170 personen die in de eerste 24 uur van de nieuwe regel het land niet in mochten.
De ACLU had een zaak tegen de Staat aangespannen namens twee Irakezen die banden hadden met het Amerikaanse leger. Volgens de eisers zou het voor ze vanwege hun banden met de VS te gevaarlijk zijn om terug te keren. Bovendien hadden ze een geldig visum.
De uitspraak van de rechter geldt voor alle staten van de VS. Het Witte Huis heeft nog niet gereageerd op de uitspraak. Trump liet eerder zaterdag weten dat het inreisverbod niet gericht was tegen moslims en heel goed werkte.