De kritiek richt zich vooral op de inzet van May om uit de Europese interne markt te stappen, maar wel toegang tot diezelfde markt te behouden voor Britse bedrijven. Labour-leider Jeremy Corbyn stelde dat May de kool en de geit lijkt te willen sparen. „Ik weet niet hoe dit in de rest van Europa zal vallen”, zei hij.

De Tsjechische staatssecretaris voor Europese Zaken was een van de eersten die daar antwoord op gaf. Hij merkte op dat Groot-Brittannië wel erg veel wil nemen en vroeg zich af wat het land daarvoor teruggeeft.

Guy Verhofstadt, de liberale fractieleider in het Europees Parlement en straks mede-onderhandelaar over de brexit namens het EU-parlement, zei in Straatsburg dat May eindelijk „klaarheid” schept over het beoogde vertrek uit de interne markt en de douane-unie. „Maar ze praat over allerlei voordelen als vrije handelstarieven zonder het over verplichtingen te hebben.” Dat May zegt mee te willen doen aan bepaalde Europese programma’s bevreemdt hem eveneens.

Ook zei hij dat de onderhandelingen ruim voor de Europese verkiezingen van 2019 voltooid moeten zijn. Dat betekent dat er in de praktijk niet twee jaar voor staan, zoals May wil, maar hooguit vijftien maanden.

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier noemde het eveneens positief dat May „eindelijk iets meer duidelijkheid heeft gegeven”, maar benadrukte dat de onderhandelingen pas beginnen als de Britse regering officieel laat weten uit de EU te stappen.

Leider Tim Farron van de pro-Europese Liberaal-Democraten reageerde ziedend en sprak van „een mengeling van vage fantasieën en tandeloze dreigementen aan onze buren”. Zijn partij eist dat er een tweede referendum komt, waarin het volk zich mag uitspreken over het onderhandelingsresultaat.

Ook de Schotse zorgen zijn bepaald niet weggenomen. Premier Nicola Sturgeon waarschuwde voor economische rampspoed en zei „nog geen bewijs te zien dat naar de Schotse stem wordt geluisterd”. De Schotse bevolking stemde in meerderheid vóór EU-lidmaatschap.