Rutte kan tweede schaakpartij over Oekraïneverdrag met slim eindspel winnen
De stelling op Ruttes Haagse schaakbord wordt steeds duidelijker. Als hij het eindspel slim weet te spelen, ligt een overwinning in zijn partij om het Oekraïneverdrag in het verschiet.
Zijn eerste match vorige week donderdag op de EU-top in Brussel won Rutte al: alle EU-regeringsleiders stemden in met een juridisch bindende verklaring bij het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne.
Zijn tweede pot in Den Haag loopt nog, al lijkt de partij zich nu in snel tempo af te wikkelen. In het middenspel zijn sinds de Europese top enkele belangrijke zetten gedaan. Allereerst dwong het GroenLinkscongres de parlementariërs van die partij in de Tweede en de Eerste Kamer in te stemmen met de wet waarmee het kabinet de goedkeuring van het Oekraïneverdrag wil regelen. Dat stuk staat voor Rutte nu dus uitermate gunstig gepositioneerd op zijn Haagse schaakbord.
Een andere pion, de Onafhankelijke Senaatsfractie, kwam eveneens op een prima plek te staan: senator Ten Hoeve verklaarde Rutte te zullen steunen.
Stukken kwijtgeraakt
Twee andere stukken raakte de premier in de aanloop naar het debat dinsdagavond over de EU-top daarentegen kwijt. ChristenUnieleider Segers meldde dinsdagmorgen via het ND dat hij de verklaring waarmee Rutte uit Brussel is thuisgekomen niet afdoende vindt. De uitslag van het referendum in april (nee) is rechtsgeldig, onderstreepte Segers. „Het verdrag alsnog accepteren zou de volgende beschaming van het vertrouwen van de burger zijn, en dat is in deze tijd al zo schaars.”
Ook de SGP haakte af. Hoewel Rutte erg zijn best heeft gedaan, noemde fractievoorzitter Van der Staaij diens resultaat dinsdagmorgen desgevraagd „beslist onvoldoende.” Mooie woorden genoeg in de verklaring, daar niet van. „Maar daden ontbreken om daadwerkelijk een dam op te werpen tegen een uitdijend Europa.”
Aan de bezwaren van burgers tegen te vergaande Europese bemoeienis en expansiedrift komt de verklaring volgens de SGP-leider niet tegemoet. „Als nu met een mooie bijsluiter het verdrag weer doorgaat, bevestigt dat precies de onvrede en het onbehagen over de voortdenderende Europese trein”, meent hij. „Maken we van nu van het ”nee” een ”ja” zonder dat er werkelijk iets verandert, dan voeden we slechts de onvrede en het onbehagen.”
Van der Staaij wees in dat verband op zijn wetsvoorstel om een hogere drempel op te werpen tegen het weglekken van bevoegdheden naar Brussel. Die wet ligt nu bij de Eerste Kamer. Die debatteert er eind volgende maand over. De SGP’er heeft er een hard hoofd in dat die zal instemmen met zijn wet. „Pro-Europese partijen als CDA, D66 en PvdA zijn bang dat Europa dan op slot gaat.”
Die eurofiele stemming in de Senaat pakt voor hem mogelijk nadelig uit, maar voor Rutte vereenvoudigt dat juist zijn eindspel. In de Tweede Kamer heeft hij voldoende steun voor de wet die de inwerkingtreding van het Oekraïneverdrag regelt. VVD, PvdA, D66 en GroenLinks zijn daar voor.
Offer
Rutte heeft in de Eerste Kamer nog minimaal twee zetels nodig. Die zouden kunnen komen van 50PLUS of van het CDA.
Het beslissende stuk in zijn eindspel zal vermoedelijk het CDA zijn. Dat stuk staat op een kansrijk, want pro-Europees veld. De christendemocratische senatoren –onder wie oud-staatssecretaris voor Europese Zaken Knapen– zullen het Oekraïneverdrag het liefst willen ratificeren.
Schakers weten een partij soms te beslissen door een offer te brengen om zo een beslissende combinatie op gang te brengen.
Dat kan Rutte desnoods ook doen. Door het CDA met een mooie zet (bijvoorbeeld een toezegging om die partij ergens in tegemoet te komen) over de streep te trekken, kan hij ook zijn tweede partij winnend afsluiten.
Verdrag beheerst campagne
Het Oekraïneverdrag zal in de hele campagne tot aan de verkiezingen in maart een grote rol spelen. De ministerraad heeft afgelopen vrijdag de wet die de inwerkingtreding van het verdrag regelt voor spoedadvies naar de Raad van State gestuurd. Die reageert daar op zijn vroegst over een paar weken op. Het kabinet geeft vervolgens zijn reactie op het advies in een nader rapport.
Daarna gaat de wet naar de Tweede Kamer. Die zal hem eerst schriftelijk behandelen. Aansluitend volgt er een debat en wordt er over de wet gestemd. Dat proces beslaat ook enkele weken. De Eerste Kamer doet dat daarna nog eens dunnetjes over. Pas als beide Kamers met de wet hebben ingestemd, kan die door de koning worden bekrachtigd en kan hij in werking treden.