Nieuw fotoboek toont bizarre wereld van Noord-Korea
Hoe is het mogelijk dat anno 2016 een regime zijn bevolking zo kan knechten en vernederen? Die vraag komt op bij het zien van de honderden opnamen in een nieuw fotoboek over Noord-Korea.
Geen foto’s maken alstublieft. Dat is wat toeristen en andere buitenlandse bezoekers horen zodra ze in Noord-Korea een plaatje willen schieten van iets wat de autoriteiten binnenshuis willen houden. De gidsen die iedere buitenlandse gast begeleiden zijn daar uitermate op gespitst. „Ze werken contraproductief, zulke interventies”, schrijft Evelyn de Regt (samensteller van het boek en zelf ook Noord-Koreareiziger) in de introductie van haar fotoboek over Noord-Korea. Omdat zo’n waarschuwing ertoe aanzet om juist wél een foto te maken. De ”photo challenge” (foto-uitdaging) is volgens haar „een van de aantrekkelijke kanten van het reizen door Noord-Korea, dat neerkomt op een kat-en-muisspel tussen de autoriteiten en de bezoekers.”
Supergevoelig zijn ze er ook op dingen zoals verrekijkers. Dat ondervond ik een aantal jaren geleden toen de douane in Pyongyang me uit de rij haalde met het verzoek „even mee te komen.” Het is altijd schrikken als zoiets gebeurt, al is het op Schiphol. Maar in Noord-Korea des te meer. Heren met superhoge petten op hadden in mijn koffer een verrekijker ontdekt en dat was als potentieel spionage-attribuut ten strengste verboden. Ik ben er nog goed van afgekomen: de kijker werd tijdelijk –zolang mijn rondreis duurde– in beslag genomen.
Deelnemer aan de strijd
Het boek van De Regt is het 252 pagina’s tellende bewijs dat de ”photo challenge” veel fotografen in hun greep heeft. Ze ziet er iets ideëels in: alsof je deelnemer bent aan de strijd voor de bevrijding van de Noord-Koreaanse samenleving van het dictatoriale juk.
Van ”verboden foto’s” wil De Regt liever niet spreken, eerder van ”niet-officiële fotografie”. Onder de 350 opnamen zitten er dan ook veel die helemaal niet zo verboden zijn, eerder tot de verplichte kost van iedere toerist behoren. Maar aan foto’s die direct inzoomen op het alledaagse leven van gewone burgers, met name op het platteland, hangt wél een speciaal labeltje. En dat geldt ook voor opnamen die de deplorabele toestand van het land weergeven.
Eén foto zou de maker direct in een strafkamp doen belanden, meldt De Regt, en dat is die van het 22 meter hoge beeld van Kim Il Sung op de Mansuheuvel in Pyongyang. Wat er mis is aan die foto? Hij toont enkel de benen van de voormalige dictator, en dat geldt als hoogst beledigend.
Het typeert de krankzinnige cultus rond de drie Kims: Kim Il Sung, Kim Jong Il –beiden al overleden– en de huidige leider Kim Jong Un, die zich als messiassen, ja, als goden lieten (en laten) vereren.
Overigens heeft De Regt de opnamen niet zelf gemaakt, maar verzameld van Flickr, het internetplatform voor fotografen. Ze zijn thematisch verdeeld over negen hoofdstukken met elk een eigen invalshoek: straatbeelden, propaganda, massa-oefeningen, werk, de opkomst van de informele economie, het boerenleven, het verkeer, industrie en inkijkjes in het dagelijks leven.
Deprimerend
De introducerende teksten bij ieder hoofdstuk zijn vooral gebaseerd op studies van de bekende Noord-Korea-kenner Andrei Lankov, vermeldt De Regt. Ze geven een boeiend inzicht in de Noord-Koreaanse samenleving en maatschappij én in de ontwikkelingen die er gaande zijn.
De foto’s zijn prachtig, maar wat er is te zien is deprimerend. Al bladerend vraag je je af hoe het toch mogelijk is dat een regime anno 2016 in staat is om zijn bevolking zó te knechten, te mishandelen en onwetend te houden.
Een aangrijpende opname vind ik die waarop mannen en vrouwen staan te ploeteren om een weg aan te leggen of te repareren. Vooral het beeld van huisvrouwen, moeders, die met spades bezig zijn, is aangrijpend: de onwaardigheid druipt ervan af. Hoe vernederend is het om aan deze werkplicht te moeten meedoen! Enkele honderden kilometers zuidelijker, in de straten van Zuid-Koreaanse steden, lopen vrouwen van deze leeftijd te winkelen!
Aangrijpend is ook de plaat waarop stedelingen met rugzakjes in de richting van het platteland lopen. Uit het bijschrift blijkt dat ze hun opgespaarde ontlasting wegbrengen naar de akkers en landerijen.
De Noord-Koreaanse grond is mede vanwege verkeerd gebruik volledig verschraald en dus afhankelijk van kunstmest. Maar om diein eigen (energieslurpende) fabrieken te maken is veel olie nodig, en na het ineenstorten van de Sovjet-Unie is die niet meer goedkoop beschikbaar. Wijkbewoners, arbeiders en ambtenaren zijn sindsdien verplicht hun ontlasting af te leveren op het platteland.
Er zijn zeker ook lichtpuntjes. Dat de bevolking de leugens van het regime gelooft –Noord-Korea zou het gelukkigste land op aarde zijn– wordt steeds onwaarschijnlijker, daarvoor sijpelt er te veel informatie van buiten het land binnen.
Arbeidsmobilisaties
Om onderdanen in het gareel te houden zijn er altijd nog dwangmiddelen, controle, repressie en: dwangarbeid. Bij gebrek aan machines moet er veel met de hand gebeuren, en daar zijn mobilisaties van burgers (huisvrouwen, studenten, kinderen, soldaten) tijdens grootschalige arbeidscampagnes voor bedoeld. Ze dienen er ook voor om iedereen onder de duim te houden. Tal van sociale voorzieningen zoals huisvesting en medische zorg zijn gekoppeld aan het verrichten van werk.
Een belangrijke ontwikkeling is de opkomst van wat je een markteconomie zou kunnen noemen. Volgens dr. Lankov is die inmiddels goed voor 25 tot 50 procent van het nationaal inkomen. Daarmee verliest het regime greep op de bevolking, en dat biedt perspectief voor de toekomst.
Het contrast tussen waarheid en leugen komt juist op dit terrein naar boven. De Regt vermeldt dat in grote steden inmiddels grote markthallen zijn verrezen, maar daarvan en daarbinnen mogen absoluut geen opnamen worden gemaakt. De mythe van de communistische heilsstaat moet immers intact blijven.
The North Koreans. Glimpses of daily life in the DPRK, Evelyn de Regt (eindredactie); Primavera Pers, Leiden, 2016; ISBN 978 90 5997 230 8; 252 blz.; € 39,50.