Buitenland

IS gebruikte de kerk als schietbaan

Inwoners van de christelijke Iraakse stad Qaraqosh keren in kleine groepjes kort terug om de schade in ogenschouw te nemen. Ze treffen er een puinhoop aan. Hun stad was ruim twee jaar in handen van terreurgroep IS.

Jaco Klamer
24 November 2016 20:18Gewijzigd op 16 November 2020 08:51
Straatbeeld in Qaraqosh. beeld Jaco Klamer
Straatbeeld in Qaraqosh. beeld Jaco Klamer

Beveiliger Louis Petrus (61) begrijpt het niet. „Waarom doen mensen elkaar zo veel leed aan?” verzucht hij. Petrus is terug in zijn geboortestad Qaraqosh, bij Mosul, voor het eerst sinds hij die op 6 augustus 2014 in allerijl verliet toen IS de stad innam. „Moet je kijken hoe alles eruitziet”, zegt hij met een gebaar. „Ik was al voorbereid op wat ik in de stad zou aantreffen. Ik had de verhalen gehoord en foto’s gezien van de verwoestingen die de jihadisten hadden aangericht. Nu ik de stad met eigen ogen aanschouw, kan ik mijn gevoelens nauwelijks meer beheersen.”

Veel van Petrus’ persoonlijke bezittingen zijn ook door de terroristen van IS vernield: meubels zijn ontvreemd, de huisraad is kapot. Toch vindt hij dat hij er nog goed van afkomt, als hij de schade bij buurhuizen opneemt. „Veel woningen zijn verbrand of zelfs compleet verwoest. Ik ben gezegend.”

De 72-jarige priester Sharbil Eeso komt voor de derde keer in de bevrijde stad. Het is een chaos in het seminarie en in het bijbehorende kantoor: plafonds zijn door de bezetters naar beneden getrokken, in de zoektocht naar verborgen schatten. Beelden zijn vernield, papierwerk overhoop getrokken.

„Van de hogere autoriteiten mogen we de troep nog niet opruimen”, zegt hij terwijl hij het stof van zijn teruggevonden priesterlijke hoofddeksel schudt. „De schade moet eerst nauwkeurig in kaart worden gebracht en gedocumenteerd, en dat kan pas starten als de stad veilig is. Vorige week kwam nog een jihadist tevoorschijn uit het gangenstelsel dat IS onder de stad aanlegde. De rode brigade van het Iraakse leger schoot hem direct dood: de jongen was ongeveer 13 jaar.”

Veiligheid

De jihadisten gebruikten de kerken van Qaraqosh als uitvalbases voor hun strijd. De Sint-Georgekerk werd bijvoorbeeld omgedoopt tot bommenfabriek. In het gebouw liggen honderden bommen en granaten, in alle soorten en maten, klaar om te worden afgeschoten. Daarnaast zijn er chemicaliën te vinden waarmee explosieven gemaakt kunnen worden.

„Ik ben, ondanks de grote schade, hoopvol voor de toekomst”, lacht priester Eeso. „Als onze veiligheid wordt gegarandeerd, kunnen christenen in Irak blijven wonen. Europese christenen zouden zich best hard kunnen maken voor onze veiligheid. Ik wil definitief terugkomen naar Qaraqosh als er weer elektriciteit en water voorhanden zijn, alhoewel ik de veiligheid de belangrijkste voorwaarde voor terugkeer vind.”

Ook Petrus is stellig van plan terug te keren naar Qaraqosh. „Ik wil Irak niet verlaten, tenzij alle inwoners wegblijven en wegtrekken. Maar als twee of drie families terugkeren naar Qaraqosh, ga ik mee. Dit is mijn land. Zodra het veilig is in de stad en we toestemming krijgen hier weer te gaan wonen, wil ik mijn leven hier weer opbouwen. Dit is mijn plek, ik blijf hier tot mijn dood.”

Grenscorrectie

Het Assyrische parlementslid Yacoob G. Yaco reist bijna dagelijks naar bevrijd gebied om zich op de hoogte te stellen van de vorderingen aan het front en de veiligheidssituatie in bevrijd gebied. Bovendien bemoedigt hij de vrijwilligers van het Assyrische leger: de NPU.

Vandaag spreekt hij generaal Faris Abderlahad Yacub (54), die de taken van het vrijwilligersleger op de vlakte van Ninevé coördineert. Beiden zijn hun vertrouwen verloren in de peshmerga’s omdat die hen in de steek lieten toen IS hun steden en dorpen binnenviel. Ze zijn daarom overtuigd van het belang van een eigen beveiligingsleger en een christelijke oase op de vlakte van Ninevé.

Yaco vertegenwoordigt als een van de vijf permanente christelijke leden in het Koerdische parlement de Iraakse christelijke gemeenschap. „Er is veel onrust onder Iraakse christenen”, vertelt hij. Dat de Koerden Irak steunen in het offensief op Mosul wordt door de inwoners gewaardeerd, maakt hij duidelijk. Veel christenen verdenken de Iraakse overheid er echter van de Koerden als dank voor hun deelname grond toe te zeggen.

„De Koerden graven diepe grachten en bouwen hoge hekwerken, naar eigen zeggen om IS een halt toe te roepen”, zegt Yaco. „Die obstakels verrijzen echter niet op Koerdisch grondgebied, maar op de vlake van Ninevé. Veel christenen vermoeden daarom dat deze grens niet tijdelijk zal zijn maar een permanente grenscorrectie aankondigt.”

Bij het verlaten van het militaire gebied rond Qaraqosh wordt het parlementslid aangesproken door enkele journalisten. Hij legt hen de situatie van de christenen in Irak uitgebreid uit, waardoor hij bijna te laat komt bij een live tv-uitzending in Erbil. „Zit m’n jasje goed?” vraagt hij als hij een minuut voor aanvang de studio komt binnenrennen. Ook voor de nationale tv-zender maakt hij zijn standpunt duidelijk over de benarde veiligheidssituatie van christenen op de vlakte van Ninevé.

Geheime gangen

„Wij willen graag terugkeren, mét onze kinderen”, zegt burgemeester Nisan Karromi (59) van Qaraqosh. Hij bezocht de stad al een keer in oktober, toen de strijd erom nog in volle gang was.

Karromi neemt vandaag voor het eerst weer een kijkje in zijn kantoor. Respect voor zijn ambt hebben de jihadisten duidelijk niet gehad: zijn naambordje ligt beschadigd op de grond, terwijl vrijwel de hele inventaris van zijn werkkamer overhoop is getrokken. Nisam schudt niet-begrijpend zijn hoofd. „Het zal nog lang duren voordat alle schade zal zijn hersteld”, verwacht hij.

De burgervader vertelt dat sommige stadsbewoners alles hebben verloren. „We moeten de stad wederopbouwen, maar de mensen ook compenseren voor de geleden schade. Nu de Iraakse overheid in een crisis verkeert, zal de internationale gemeenschap moeten meehelpen Irak weer leefbaar te maken.”

Volgens Karromi is het nu eerst zaak de schade nauwkeurig vast te leggen. Pas dan kan er begonnen worden met puinruimen. Daarbij komt dat de veiligheidsdiensten ermee rekenen dat er zich nog IS-strijders schuilhouden in de gangen onder stad. De dienst heeft nog lang niet alle huizen onderzocht op de aanwezigheid van toegangen tot de geheime gangenstelsels. „Pas zijn hier nog twee jihadisten met een Aziatisch uiterlijk gesignaleerd”, zegt de burgermeester. „Ze verdwenen voordat we hen konden oppakken.”

Paspoppen

Ondertussen neemt oud-inwoner Manal Matti een kijkje in de zwartgeblakerde Kerk van de Onbevlekte Ontvangenis. Ze verbaast zich over de modepoppen die over het kerkterrein verspreid liggen, volgeschoten met kogels. „De jihadisten gebruikten de kerk als schietbaan en paspoppen als schietschijf”, gruwelt ze. „De poppen zijn doorzeefd.”

Matti runde een schoonheidssalon, op een steenworp afstand van de kerk. „Ik vraag me af wanneer ik inwoners van Qaraqosh weer zal zien genieten in mijn schoonheidssalon”, zegt ze peinzend.

Dit is het eerste artikel in een korte serie over christenen in en rond Qaraqosh.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer