Evangelicale christenen VS staan bij verkiezingen voor onmogelijke opgave
Evangelicale christenen in Amerika staan bij de komende presidentsverkiezingen voor een onmogelijke opgave. Er zijn twee kandidaten. Maar feitelijk hebben ze toch geen keus. „Beter dan Trump hebben we niet; slechter dan Clinton kan het niet.”
Volgens een recente peiling van het onderzoeksbureau Barna blijft bij de verkiezingen van dinsdag 43 procent van de evangelicalen gewoon thuis. Bovendien is de groep die wel gaat stemmen, ernstig verdeeld. De tijd dat er een isgelijkteken stond tussen evangelicaal en Republikein is voorbij.
„Ik kan mijn stem niet uitbrengen op een kandidaat die Gods gebod met voeten treedt”, zegt de evangelicale onderwijzer Jim Reed uit Colorado Springs. „Hillary Clinton is sluw, slecht en wil ons land in een hoog tempo ontdoen van alle christelijke waarden. Donald Trump is lomp, grof en zonder respect voor zijn medemens. Hij leeft alsof hij zelf god is.”
Voor een aanzienlijke groep conservatieve evangelicalen zijn het gebrek aan fatsoen en zijn grillige karakter belangrijke redenen om hun stem niet aan Trump te geven. „Moet een man die zich niet schaamt, ook achteraf niet, voor vulgaire taal en dat luchtigjes afdoet als „kleedkamerpraatjes” ons land gaan leiden?” vraagt Reed zich af. Voor de 42-jarige leerkracht is dat onmogelijk. „De president heeft niet alleen politiek en bestuurlijk de touwtjes in handen, maar dient ons volk met zijn woorden en vooral met zijn daden in moreel opzicht leiding te geven. Als hij president wordt, kan ik niet tegen mijn leerlingen zeggen dat ze een voorbeeld moeten nemen aan de president. Trump doet alles wat God verboden heeft.”
Reed is realist genoeg om te weten dat elke president vuile handen maakt. „Geen mens is volmaakt en in de politiek moet je regelmatig compromissen sluiten. In deze wereld vol kwaad is dat niet anders. Maar bij Trump zie je niet dat hij het erg vindt. Hij geniet van trucjes die gericht zijn op de ondergang van een medemens. Hij schuwt niet met bravoure zonden te verdedigen.”
Een tweede pijnpunt voor Reed is dat Trump geen enkele moeite doet om het geloof in God en de Bijbel serieus te nemen. „Er zijn verschillende voorbeelden van zijn gebrek aan Bijbelkennis. De kerk ziet hij nagenoeg nooit vanbinnen. En zijn gesprekken met kerkelijke voorgangers hebben uitsluitend een electoraal doel.”
Aversie
Trump is voor Reed en veel conservatieve christenen dus geen optie, maar Clinton is dat helemaal niet. Reed: „Die is zo door en door onbetrouwbaar. Ik huiver bij de gedachte dat ze president wordt. Het gaat Hillary Clinton en haar man alleen maar om geld en om macht. Bovendien is zij in haar denken zo links dat kerken en christenen moeten vrezen voor de toekomst. Ze stuurt nog veel nadrukkelijker dan Obama al deed aan op de uitroeiing van alle christelijke waarden.”
Moeiteloos somt Reed het rijtje van risico’s en bedreigingen op: Hillary Clinton is voor verdere verruiming van abortus, wil soepeler regels voor euthanasie, en bepleit volledige emancipatie van homoseksuelen en transgenders. „Daarbij zal ze niet schuwen om ook kerken en christelijke organisaties dwingend regels op te leggen. Onze vrijheid van godsdienst is echt in gevaar.”
Het dilemma dat Reed benoemt, wordt gedeeld door bijna alle orthodoxe christenen in Amerika. Alleen niet iedereen trekt daaruit dezelfde consequentie. Van de blanke evangelicalen geeft ruim 70 procent uiteindelijk toch zijn stem aan Trump. „Om het gevaar dat de progressieve Clinton aan de macht komt, te keren”, zegt Mark Galli, hoofdredacteur van het magazine Christianity Today. „Daar komt bij dat alle ruis die er continu rond de Clintons valt waar te nemen, zoals de kwestie van de e-mails of die van de donaties aan hun Clinton Foundation, het imago dat ze onbetrouwbaar zijn enorm heeft versterkt.”
Samenzweringen
Die aversie van blanke evangelicalen tegen Clinton wordt bovendien nog eens versterkt door verhalen over gekonkel en samenzweringen. Vooral de boeken en films van Dinesh D’Souza zijn daarbij populair. D’Souza (1961) is een Amerikaan van Indische afkomst. In ons land raakte hij bekend met zijn boek ”Het christendom is zo gek nog niet”.
Ondanks het feit dat D’Souza in 2014 tot acht maanden cel werd veroordeeld wegens gerommel met campagnegelden voor een kandidaat-senator uit New York, is hij binnen conservatief evangelicale kringen in de VS nog steeds een gezaghebbend opinieleider. D’Souza is een verklaard tegenstander van het Democratische gedachtegoed. Om Obama „te ontmaskeren”, maakt hij in 2012 de film ”2016: Obama’s America”. Binnen drie maanden was deze film in 2000 bioscopen in Amerika vertoond. En elke keer zaten de zalen mudvol. De film bracht 40 miljoen dollar op. De boodschap? Obama is een moslim, een volksverleider die er bijzonder handig in is om burgers zand in de ogen te strooien. Een voorbeeld: als Obama pleit voor schone energie, dan doet de president dat volgens D’Souza niet omdat hij bezorgd is over de toekomst van de aarde, maar om de macht van de Amerikaanse olie-industrie te breken.
Afgelopen juli kwam zijn film ”Hillary’s America. The Secret Story of the Democratic Party” uit. Veel recensenten deden deze af als een „onsamenhangend, suggestief verhaal van samenzweringstheorieën.” Maar dat verhindert niet dat de film duizenden bezoekers trekt en het gelijknamige boek inmiddels een derde druk heeft beleefd. De boodschap van D’Souza: Hillary Clinton is tien keer erger dan Obama. Zij is de vleesgeworden decadentie en immoraliteit. D’Souza noemt haar zonder enige terughoudendheid een gangster, een moordenaar en een maffioso; een werktuig in de handen van de satan.
IJkpunten
Michael Haynes, docent politicologie en bestuurskunde aan het conservatieve Patrick Henry College in Purcellville, moet niets hebben van dergelijke samenzweringstheorieën. „Politiek is te serieus om ten prooi te laten vallen aan gedachtespinsels en waanideeën. Ook dat zijn listige omleidingen van de boze. De Bijbel geeft ons voldoende ijkpunten om een keus te maken.”
Haynes heeft voor zijn studenten „een modelletje” ontwikkeld waarmee ze een keus kunnen maken. „De eerste vraag is: gelooft een kandidaat in God en wil hij naar de regel van de Bijbel leven? Als die vraag niet positief kan worden beantwoord, dan kijk je wat de standpunten zijn op het gebied van deelterreinen. Wie komt het dichtste bij de Bijbelse regel? Vooropstaan ethische vragen zoals over abortus, homohuwelijk en euthanasie. Daarna komen kwesties als economie, milieu, veiligheid en buitenlands beleid.” Met dat lijstje in de hand kiest Haynes „met grote tegenzin” voor Trump. „Die belooft tenminste het begin van het leven te zullen respecteren en wil de homo-emancipatie paal en perk stellen. Bij hem vind je nog iets van de Bijbelse waarden. Clinton zet die met een grote zwaai bij het oud vuil.”
Een belangrijk punt voor veel evangelicalen is dat de nieuwe president nieuwe leden van het hooggerechtshof gaat benoemen. In ieder geval moet er één vacature worden opgevuld. Maar niet uitgesloten is dat er –vanwege de leeftijd van de zittende rechters– meer vacatures komen. „Daarmee kan de nieuwe president de koers voor jaren bepalen”, zegt Haynes. „Rechters worden immers voor het leven benoemd.”
Haynes maakt er geen geheim van dat hij veel liever zou zien dat niet Trump, maar zijn running mate, Mike Pence, het Witte Huis zou betrekken. „Die neemt de Bijbel serieus en is oprecht. Op hem kun je geen smet leggen. Hij is onverdacht pro life en wil het homohuwelijk terugdringen.” Dat gevoel wordt door meer evangelicalen gedeeld. „Als Trump president wordt, laat hem dan direct een forse uitglijder maken, zodat hij binnen een halfjaar wordt afgezet”, zegt een van hen enigszins cynisch. „Dan krijgen we tenminste een goede president.”
Jongeren
Overigens neemt lang niet elke student van het Patrick Henry College de keus van hun docent Haynes over. Het instituut met bijna 400 studenten geldt als de thuishaven voor jongeren die hun leerplicht vervulden door het volgen van thuisonderwijs. „Het zijn inderdaad kinderen van zeer conservatief evangelicale ouders”, zegt de politicoloog. Een belangrijk deel van deze jongeren neemt afstand van de politieke keus die hun ouders maken. „Ze beschouwen de strijd tegen abortus en het homohuwelijk eigenlijk al als verloren. Je zou ook kunnen zeggen: ze zijn ermee opgegroeid dat kinderen voor de geboorte worden weggehaald; dat homoseksuelen hun leven zonder ingetogenheid kunnen inrichten. Voor deze jongeren zijn zaken als rechtvaardige inkomensverdeling, milieu en rassengelijkheid veel belangrijker. Daarom kiezen zij voor Clinton.”
Onderzoek van het Pew Research Center bevestigt dat evangelicale jongeren steeds meer geneigd zijn zich af te keren van het traditionele conservatisme van de Republikeinen. „Dat betekent niet dat ze zich tegen hun geloof keren. Maar zij geven daar in praktische zin een andere invulling aan. Een groeiend deel stemt daarom op een Democraat, ondanks afwijkende inzichten op oude ethische vragen.”
Hispanics
Een andere, niet onbelangrijke factor voor het uiteenvallen van het evangelicale blok is de enorme groei van het evangelicalisme onder niet-blanken. Evangelicals van Afro-Amerikaanse afkomst waren altijd al geneigd te kiezen voor de Democratische partij omdat die meer aandacht heeft voor de rassenproblematiek. Maar de hispanics golden als ”swing groep”. Hun keus stond niet bij voorbaat vast. Mede omdat de Republikeinen een striktere immigratiepolitiek willen voeren, zijn ze steeds meer geneigd om hun stem aan te geven aan de Democraten.
De verdeeldheid binnen het evangelicale kamp betekent volgens bijna alle Amerikaanse deskundigen het einde van de politieke invloed van orthodoxe christenen. Velen kijken met verlangen terug naar de tijd dat Reagan met steun van de Moral Majority, gemobiliseerd door de evangelicale leider Jerry Falwell sr., president werd. „Reagan was een man die de Bijbel serieus nam. In bijna elke toespraak citeerde hij de Bijbel. Hij had evangelicale raadgevers”, zegt Haynes. „En de beide presidenten Bush volgden Reagan daarin. De evangelicals waren bij presidentsverkiezingen jarenlang van doorslaggevende politieke betekenis. Als zij in 2004 George W. Bush niet hadden gesteund, was die toen geen president geworden. Helaas is het sindsdien bergafwaarts gegaan.”
Minderheid
Russell Moore, de voorzitter van de ethische commissie van de Zuidelijke Baptisten, is kritischer. „Te lang hebben evangelicalen gedacht dat Gods gebod en Gods zegen samenvielen met Amerikaanse, conservatieve politiek. Dat was een misvatting.”
Het was een schok voor veel evangelicalen dat Moore afgelopen voorjaar openlijk afstand nam van Trump. Wat nu, vroegen vele Zuidelijke Baptisten zich af. In een televisie-uitzending van de zender CBS zei Moore in juli: „Zowel Trump als Clinton is een representant van de morele en culturele decadentie van de VS. Christenen in Amerika moeten leren dat zij en de christelijke gemeente verkeren als schapen te midden van de wolven. De cultuur is vijandig. De christelijke gemeente is naar haar aard geen morele meerderheid, maar juist een morele minderheid. Dat moeten de evangelicalen in Amerika nog leren.”
----
Haynes: Thuisblijven geen optie
Niet gaan stemmen is voor dr. Michael L. Haynes geen optie. „Christenen zijn geroepen actief in de samenleving te participeren. Dat betekent dus altijd je stem uitbrengen.”
Dat de keus dit keer lastig is, erkent Haynes helemaal. „We hebben twee ongeschikte, onbekwame en ongelovige kandidaten.” Toch houdt hij tijdens zijn colleges politicologie en bestuurskunde aan het Patrick Henry College in Purcellville zijn studenten voor: „Je kunt niet thuisblijven.”
Wie welbewust niet gaat stemmen, kiest zelf voor maatschappelijke marginalisering. „Dan doen we precies hetgeen de seculiere lobby wil. Niet meer meepraten.” En elke centimeter die christenen in de samenleving prijsgeven, wordt direct door libertijnen ingepikt, zo is de vaste overtuiging van Haynes.
Toch is de zorg dat christenen aan de zijlijn komen te staan voor de Amerikaanse politicoloog niet de belangrijkste reden om dinsdag te gaan stemmen. Doorslaggevend is voor hem de weg die de Bijbel wijst. „Daarin lees je dat je je altijd moet inspannen om een bijdrage te leveren aan het welzijn van de samenleving. Wat er ook gebeurt. Clinton en Trump zijn beiden mensen op wie veel valt aan te merken zowel als het gaat om hun karakter als om hun plannen. Maar dat kwam in de Bijbel ook voor. En wat zie je dan? Jozef diende als onderkoning de farao van Egypte, een vorst die zich als god liet vereren. Daniël werkte aan het hof van de Babylonische koning – een heiden die zijn onderdanen verplichtte tot afgodendienst. Deze mannen waren in dienst van extreem goddeloze vorsten. Jeremia zei tegen de Joden in ballingschap dat ze actief moesten participeren in de samenleving, terwijl ze daar als vreemdeling verkeerden. Paulus vermaant in zijn brieven de gelovigen om eerzaam burger zijn. Dat is iets anders dan je afzijdig houden. Dus dan ben ik ook verplicht om gebruik te maken van mijn kiesrecht.”
----
Keller: Politieke verdeeldheid onchristelijk
Politieke verdeeldheid is een gevaar waardoor de kerk dodelijk besmet kan raken. Daar waarschuwt Tim Keller ernstig voor. „Christenen zijn eerst en voor alles één in het geloof in hun Heiland.”
Voor een christen mag het niet uitmaken of de ander blank of kleurling, Amerikaan of Europeaan, Democraat of Republikein is. „Bepalend is of iemand de Heere Jezus Christus belijdt”, zegt de bekende Amerikaanse prediker uit New York. „Wie dat doet, weet zich hartelijk verbonden met alle andere gelovigen.”
Keller verwijst daarbij naar het woord van de apostel Paulus: „Daarin is noch Jood noch Griek, daarin is noch dienstbare noch vrije, daarin is geen man en vrouw. Want gij allen zijt één in Christus Jezus” (Gal. 3:2). „Alle verschillen en tegenstellingen vallen weg als de eenheid in het geloof wordt beseft en beleefd.”
De enorme politieke verdeeldheid in Amerika, die zich ook onder Bijbelgetrouwe christenen manifesteert, baart Keller zorgen. „Het satanisch gif van polarisatie dreigt ook de kerk binnen te dringen. Opkomen voor je eigen gelijk en daarbij de ander demoniseren, lijkt een grondhouding van veel mensen te worden. Kerkmensen ontkomen daar niet aan. Zij nemen die attitude mee als ze de christelijke gemeente binnenstappen. Met als gevolg: verdeeldheid binnen de kerk en verlamming van de gemeente.”
Volgens Keller wordt dit ook nog eens gestimuleerd door het heersende postmodernisme. „Ieder meent zijn eigen waarheid te kunnen construeren en eist alle ruimte voor zijn standpunten. Met als gevolg dat mensen minder bereid zijn om naar de mening van anderen te luisteren.”
Dat er tussen christenen verschil van politieke opvattingen bestaat, vindt Keller op zichzelf geen probleem. „Geen partij kan claimen de absolute waarheid te bezitten. We leven in een zondige, onvolkomen wereld die geleid wordt door mensen met veel gebreken. Het gaat erom dat een christen zich wil laten aanspreken op de Bijbel, het Woord van de God in Wie hij gelooft. Dat geloof en dat Woord verenigen ook over politieke scheidsmuren heen.”
----
„Hillary Clinton als president is een ramp”
Hillary Clinton is door en door onbetrouwbaar. Trump is onze man. Dat vinden de leerlingen van de hoogste klassen van de Netherlands Reformed Christian School in Pompton Plains (New Jersey). Bovendien: „Hillary Clinton is een vrouw. Die moet niet regeren.”
Mr. Greendyk, hun leraar, moet maar even koffie gaan drinken. „Dat praat wat makkelijker”, zegt Mark als de deur eenmaal dicht is. Binnen de kortste keren is de gemeenschappelijke keus bepaald: Trump verdient zonder meer steun. Argumenten voor het heldere standpunt hebben de 16- en 17-jarige leerlingen ook. Eerst en vooral: Hillary Clinton deugt niet. „Je moet er niet aan denken dat zij president wordt. Dat is een ramp”, zegt Jay. Verschillende medeleerlingen ondersteunen dat. „De Clintons zijn corrupt.” „Ze liegen en bedriegen de burgers, de politiek en zelfs elkaar”, zegt Zachary. „Die hele e-mailzaak deugt ook niet.” Voor Isaac is doorslaggevend dat Hillary Clinton een vrouw is. „Een vrouw hoort niet te regeren; dat is mannenwerk.”
Veel kritiek is er ook op de abortuspolitiek van Hillary Clinton. „Die gaat tegen de Bijbel in. Mensen mogen niet aan het leven van een kindje komen”, zeggen enkele meisjes. „En haar idee over het homohuwelijk is ook niet Bijbels”, vult een tweetal jongens aan. Ze zijn ook bezorgd over de dreiging die er is voor het christelijk onderwijs. „Als de Democraten hun zin krijgen, moeten christelijke scholen straks accepteren dat er homoseksuelen voor de klas staan.” „Hillary is not a good christian”, is de conclusie van Benjamin.
Vrijwel iedereen erkent dat het met Trump op het gebied van kerk en geloof niet veel beter is. „Hij gaat niet naar de kerk. Hij weet ook niet veel van de Bijbel.” Enkele meisjes geven aan dat ze het „verschrikkelijk” vinden hoe hij spreekt over vrouwen. „Dat kan echt niet”, stelt Courtney.
Maar het algemeen gevoelen van de klas is desondanks dat Trump bij de verkiezingen gesteund moet worden. „Hij liegt tenminste niet”, zegt Isaac. „En het is een echte zakenman. Dat hebben we nu nodig.”
De meeste leerlingen zeggen dat hun ouders voor Trump zullen kiezen omdat er geen andere keus is. Vier van de bijna dertig vertellen dat hun ouders deze keer niet gaan stemmen. „Veel ouderen vinden dat Amerika een president nodig heeft zoals Ronald Reagan”, weet Kevin „Jammer dat Ben Carson niet meer meedoet”, merkt er één op. „Dat was een man die regeren wil volgens de Bijbel.”