Oekraïense kerk trekt zich nood omgeving aan
„God toont ons de nood, wij vervullen die nood, en God geeft Zijn zegen daarover.” Met deze woorden vat Irina Sinkevych uit Oekraïne samen hoe haar kerk, de House of the Gospel, zich inzet voor de samenleving. In oktober nam de gemeente een nieuwe revalidatiecentrum in gebruik.
Zij en haar man Anatoliy waren vorige week in Nederland. Hij is voorganger van de House of the Gospel, zij organiseert een groot deel van het sociale werk van de gemeente. Ze bracht onder meer een bezoek aan het kantoor van de organisatie Kom over en help in Nijkerk. Kom over en help steunt diverse kerken en projecten in landen als Oekraïne en Georgie, waaronder het werk van de House of the Gospel.
De kerk van ds. Sinkevych staat in Rivne, een stad met 250.000 inwoners in het noordwesten van Oekraïne. De baptistengemeente is gesticht in 1995, kort na de val van het communisme. In die tijd was er een grote openheid voor het Evangelie en beleefden de kerken een goede tijd.
Met de groei van veel christelijke gemeenten is het inmiddels gedaan, maar de House of the Gospel groeit nog steeds. Gemiddeld worden er zo’n vijftig mensen per jaar gedoopt. De gemeente telt 600 leden. Er zijn ’s zondags vier diensten, die in totaal zo’n duizend kerkgangers trekken, terwijl honderden kinderen en jongeren naar speciaal voor hen belegde diensten gaan.
Het geheim van de groei is volgens ds. Sinkevych het omzien naar de noden van de mensen in de wereld om hen heen. Vol emotie vertelt zijn vrouw hoe zij hiertoe gekomen is. Irina Sinkevych had een goede baan en aan geld geen gebrek, maar „God legde het in mijn hart om voedsel te gaan geven aan mensen die geen eten hadden. Ik kon niet anders. Die mensen waren zó verwonderd. God toonde mij hun nood en Hij liet ons ook de nood van anderen zien. Wij vervullen die nood en God geeft Zijn zegen.”
Zomerkamp
Ds. Sinkevych somt een aantal activiteiten van zijn gemeente op. Kinder- en jeugdwerk nemen een belangrijke plaats in. Elke zomer nemen rond de duizend kinderen deel aan een zomerkamp in de bossen op circa 20 kilometer afstand van het kerkgebouw in de stad. Ook worden kinderen uit oorlogsgebieden geholpen en is er een muziekschool.
Verder geeft de gemeente hulp aan drugsverslaafden, alcoholisten, mensen die blind zijn en mensen met een handicap. „Onze gemeente helpt meer dan 400 gehandicapten. Vrijwilligers gaan met hen naar het bos, naar een winkelcentrum of naar een activiteit. We hebben ook hippotherapie, waarbij gehandicapte kinderen therapie krijgen door middel van paardrijden. Een van hen kon zes maanden na de eerste keer dat hij eraan deelnam weer lopen.”
Bij al die activiteiten gaat het Woord van God open, vertelt ds. Sinkevych. „Zo komen kinderen die nooit van God gehoord hebben met de Bijbel in aanraking en horen begeleiders van gehandicapten dat het leven een doel heeft. Gebed is de kern van het werk. Elke morgen is er in de kerk een gebedssamenkomst van twee uur. Soms komen mensen tien minuten binnen om te vragen om gebed voor bekenden. Anderen blijven langer. Er wordt ook gebeden voor de nood in de wereld, voor de vervolgde kerk en voor de zendeling van onze kerk in Oezbekistan.”
De gemeente heeft in oktober een revalidatietieruimte in gebruik genomen, in een tweetal zalen van het drie verdiepingen tellende kerkgebouw.
Een van de eerste gebruikers van de ruimte was Jura, van wie beide benen verlamd waren ten gevolgen van een auto-ongeluk. De jongeman was na een operatie in afwachting van een eventuele vervolgoperatie. Zijn ouders konden de kosten voor een particuliere revalidatiekliniek niet meer opbrengen. In de herstellingsruimte van de House of the Gospel krijgt hij onder meer spieroefeningen en hoort hij het Evangelie. „Wie weet wat God doet”, zegt ds. Sinkevych.
Blind
Zijn vrouw geeft een voorbeeld uit het verleden van een jongere die radicaal veranderde. „Julia uit Marioepol had diabetes en werd in 2012 op 16-jarige leeftijd blind. Ze meende dat haar leven voorbij was en wilde zelfmoord plegen. Haar moeder, die vreselijk geschrokken was, had gehoord dat wij actief zijn met hulp aan blinden en belde naar ons. Ze bracht haar dochter naar ons zomerkamp; een reis van 1000 kilometer per trein.”
Het depressieve meisje veranderde na zes dagen radicaal. Ze bad: „Heere, ik dank U. Ik wil bij deze mensen blijven.” Dat kon natuurlijk niet en dat hoefde ook niet. Ze is teruggegaan naar haar woonplaats, is gedoopt en helpt nu andere blinden door het geven van bemoediging en het samen maken van werkjes.”
Aan het einde van het gesprek geeft ds. Sinkevych mee: „Al onze bedieningen zijn gericht op het helpen van mensen en het leiden van mensen tot Jezus. Het laatste is het belangrijkste.”