Open brief kerken: Stervenshulp is de mens onwaardig
Een zelfdodingspil is de mens onwaardig en zonde tegenover God, schrijven ds. F. Mulder en drs. J. N. van de Poel namens het Breed Beraad Protestantse Kerken in een open brief aan het kabinet en de Tweede Kamer.
Is het leven van ouderen waardevol? In principe zal het antwoord van iedereen bevestigend zijn. Ouderen hebben in het algemeen veel levenswijsheid. Zij hebben de samenleving mee opgebouwd en de jongere generaties (mee) opgevoed. Maar ouderen zijn vooral ook mens, en juist daarom waardevol. Waardevol als schepsel van God. Ouderen verdienen voluit een volwaardige plek in onze samenleving.
Juist hierom zijn wij als kerken diep geschokt over de kabinetsreactie op het rapport van de adviescommissie ”Voltooid leven”. Het kabinet kiest niet voluit voor de waarde van het door God gegeven leven en de bescherming ervan vanuit het gebod van God, maar voor het zelfbeschikkingsrecht en als gevolg daarvan voor de optie van de dood voor ouderen die ”klaar met leven” zijn. Ten diepste gaat dit standpunt uit van de volstrekte autonomie van de mens en rekent het af met de gedachte dat het leven van elke oudere het waard is om te beschermen.
1. Waarde van het leven
Het valt ons op dat u in het kabinetsstandpunt met nadruk aangeeft dat de intrinsieke waarde van het leven een plicht tot bescherming daarvan met zich meebrengt. Deze waarde van de bescherming van het menselijk leven ligt ten grondslag aan de keuze van de wetgever om hulp bij zelfdoding strafbaar te stellen. Het menselijk leven is zó belangrijk en waardevol dat het niet aan mensen is om het leven van een ander te beëindigen. Hoe kwetsbaar of oud iemands leven is, het heeft waarde in zichzelf en hangt niet af van de ‘kwaliteit’ van het leven. Maar meer nog omdat het een geschenk van God is.
Met de keuze om de mogelijkheid te bieden aan ”stervenshulpverleners” om mensen een zelfdodingspil voor te schrijven of hun de weg daarnaar te wijzen, wijkt het kabinet principieel af van de aanbevelingen uit het rapport van de door u ingestelde commissie van wijzen. Alhoewel onze kerken op vitale onderdelen principieel afstand nemen van dit rapport, willen wij steun geven aan het pleidooi om geen verdergaande stappen te zetten ten opzichte van de huidige euthanasiewetgeving. Van geen enkel mens mag worden verwacht dat hij van doden of het verwijzen naar dodelijke middelen zijn beroep maakt. Alleen al het wettelijk legitimeren van zo’n functie is een uiting van een instrumentele waardeopvatting van het leven en een ondergraving van de waarde ervan.
2. Waarde van zinvol leven
Als kerken herkennen wij veel van de problemen die mensen die ”klaar zijn met het leven” ervaren. Juist bij het ouder worden geeft het wegvallen van relaties, familie en de kleiner wordende leefwereld vaak verdriet en gemis. Het risico is dan groot dat mensen hun leven niet meer als zinvol beschouwen.
Wij zijn er echter van overtuigd dat de oplossing voor deze problemen niet de dood is, maar een zinvolle invulling van het leven. Mensen die eenzaamheid ervaren, hebben hulp en contacten nodig die juist levensperspectief bieden, in plaats van het vooruitzicht van een bespoedigde dood. Het bestaan van zulke eenzaamheid moet eerder voor de sociale omgeving een aansporing zijn om echte aandacht te geven dan dat het een motivatie moet zijn om het leven op te geven.
Ook als kerken dragen wij in dit opzicht naar vermogen ons steentje bij. Wij steunen dan ook de initiatieven van het kabinet om de sociale cohesie in de samenleving te bevorderen.
3. Waarde van de ouderdom
Het bieden van de mogelijkheid om boven een bepaalde leeftijd het leven te beëindigen, suggereert dat er eigenlijk iets mis is met mensen die deze leeftijd bereiken. Deze regeling zal dan ook als gevolg hebben dat een positieve visie op oudere mensen als waardevol en wijs wordt omgebogen naar een visie die het leven van ouderen als zinloos ziet. Wie maar vaak genoeg te horen krijgt, dan wel merkt of zelfs denkt dat hij of zij voor anderen niet meer relevant is, zal als vanzelf ook zelf gaan denken niet meer waardevol te zijn. Wij vragen u dringend om juist alles te doen om te komen tot een herwaardering van ouderen.
4. Waarde van relaties
Het kabinet kiest in de voorgestelde nieuwe wettelijke regeling. anders dan in de bestaande euthanasieregeling, uitdrukkelijk voor het principe van de autonomie. Op zijn minst wordt de suggestie gewekt dat ieder die dat wil een recht op een levenseinde kan claimen. Het leven van ieder mens staat echter altijd in relatie tot anderen.
Dat kan in positieve zin zijn, doordat mensen er zijn om voor een oudere te zorgen of op bezoek te komen. Maar ook in negatieve zin, doordat mensen zich te veel voelen of onder druk gezet worden om een einde aan hun leven te maken. Van een echt autonome keuze kan geen sprake zijn. Het overlijden van iemand heeft altijd gevolgen voor anderen: in emoties en andere consequenties. Dat geldt ook artsen of andere professionals van wie hulp bij zelfdoding gevraagd wordt.
5. Waarde van kwetsbaar leven
Het voorstel gaat vooral uit van mensen die mondig en goed beargumenteerd hun keuzes kunnen aangeven. Er zijn echter veel mensen die kwetsbaar zijn en helemaal niet zo mondig. Wanneer het kabinet de waarde van het leven beoogt te beschermen, dan is het zeker noodzakelijk juist die groep niet te vergeten.
Volgens het kabinet moet de beschermwaardigheid van het leven in dergelijke situaties wijken voor de barmhartigheid en de wens om het lijden te verlichten. Dit is een oneigenlijke tegenstelling. Juist barmhartigheid is erop gericht het leven te beschermen en het lijden te verlichten. Het vraagt van iedere betrokkene om er alles aan te doen om te voorkomen dat mensen zich overbodig, onbegrepen of ongewenst voelen.
Juist bij de vragen rond leven en dood mag de morele achtergrond nooit uit het oog verloren worden. Zelfs voor wie euthanasie en hulp bij zelfdoding in bijzondere situaties aanvaardbaar acht, kan het nooit de bedoeling zijn dat alternatieven om het lijden te verlichten volledig buiten beschouwing blijven. Zo veel te normaler het lijkt, zo veel te meer het risico er is dat de dood een wettelijk recht wordt in plaats van de dreigende schaduw over het menselijk bestaan.
6. Waarde van veilig leven
Legitimering van stervenshulp maakt de mogelijkheid van levensbeëindiging tot iets ‘normaals’. Alleen al dit logische gevolg van de invoering van zo’n regeling vervult ons als kerken met huiver. De door het kabinet gewenste autonomie en zelfbeschikking worden dan veranderd in een ondergraven van de veiligheid en rechtsbescherming van vele anderen. Dat zou schadelijk zijn voor de samenleving als geheel.
7. Waarde van voltooid leven
Juist in de op de Bijbel gefundeerde christelijke ethiek is er veel aandacht voor de goede voltooiing van het aardse leven. Van de moederschoot tot het levenseinde is het leven een geschenk van God. Ten diepste is er pas echt sprake van een waardig levenseinde als de mens niet zelf het heft in handen neemt, maar leert in geduld en met gelovige verwachting van het leven na de dood uit te zien naar het moment waarop God het aardse leven beëindigt. Alleen dan is er daadwerkelijk sprake van een voltooid leven.
Het is onnatuurlijk om te kiezen voor de dood in plaats van het leven. Een ander bijstaan om zijn leven te beëindigen in plaats van hem te helpen in zijn soms moeitevolle leven druist in tegen de barmhartigheid en naastenliefde. Wij zijn er als kerken van overtuigd dat het Goddelijk gebod ”Gij zult niet doodslaan” de beste bescherming voor ieders leven is. Naar onze overtuiging is het innemen van een zelfdodingspil de mens onwaardig en zonde tegenover God.
U zult begrijpen dat wij als kerken geschokt en teleurgesteld zijn over de brede steun vanuit de Tweede Kamer voor de kabinetsvoornemens, ook al beseffen wij dat er nog een lange weg te gaan is voor de finale besluitvorming. Wij achten het onze roeping om u te verzoeken uw steun te heroverwegen en niet mee te werken aan de voorgestelde regeling.
De auteurs zijn respectievelijk voorzitter en secretaris van het Breed Beraad Protestantse Kerken, een informeel platform dat ongeveer 600.000 leden en doopleden vertegenwoordigt. Dit artikel is een samenvatting van een open brief die gisteren werd verstuurd aan de Tweede Kamer en de ministers Van der Steur en Schippers.