Santos wijdt presidentschap aan vrede
De Colombiaanse president Juan Manuel Santos krijgt dit jaar de Nobelprijs voor de Vrede. Het Noorse Nobelcomité onderstreept daarmee het belang van het vredesakkoord dat twee weken geleden in Cartagena werd ondertekend, ook al werd dat een week later door de bevolking bij referendum verworpen.
Santos is sinds 2010 president van Colombia en besteedde een belangrijk deel van zijn ambtstermijn aan de vredesonderhandelingen met rebellenbeweging FARC. Die onderhandelingen maakten uiteindelijk na vijftig jaar een einde aan de oorlog in het land, die aan meer dan 220.000 mensen het leven heeft gekost.
Santos was voor zijn presidentschap als minister van Defensie al nauw betrokken bij de strijd tegen de FARC, die op zijn hoogtepunt in 2005 10 tot 15 procent van het Colombiaanse grondgebied in zijn greep hield. Hij gaf het bevel voor de bevrijding van de Frans-Colombiaanse Íngrid Betancourt, die in 2002 door de FARC was ontvoerd en zes jaar werd vastgehouden in de jungle.
Het vredesakkoord met de rebellenbeweging ging een meerderheid van de Colombianen te ver, bleek vorig week uit het referendum. Volgens de deal hoefden de FARC-leden zich niet voor een rechter te verantwoorden voor hun misdaden en zouden ze een financiële bijdrage krijgen om het burgerlijke leven weer op te pakken. De FARC beweerde geen geld te hebben om dat te bekostigen, hoewel de Colombiaanse bevolking ervan overtuigd is dat de rebellen honderden miljoenen moeten hebben verdiend aan de drugshandel.