Krabbetjes redden onder de waterspiegel
„Kijk, daar komt Tinka. Dat vind ik nou stoer, dat een hoogleraar ook zelf duikt om de natuur onder water te bekijken”, zegt ”duikleider” Floris van Hest.
Druipend van het Noordzeewater bungelt zeebioloog Tinka Murk in haar duikersrekje. Een van de hijskranen zet haar neer op het dek van de Commandant Fourcault. Het gespecialiseerde schip was vorige week het actiecentrum van een duikersexpeditie op de Noordzee. Van Scheveningen naar de Borkumse Stenen, boven Schiermonnikoog, en weer terug. Doel: aandacht vragen voor de „voor Nederland unieke” natuur onder water, zodat de rijksoverheid de Borkumse Stenen gaat beschermen.
De snelle Vailant 570-boot vaart af en aan naar de Fourcault. Elke keer zit er een duiker op het plankje achter de boot. Naarboven getakeld ontdoet de duiker zich van de bril en draagt hij –of zij– met iemand anders de 50 kilo zware zuurstofflessen naar de vaste plek in het rek.
Twee diepe duiken
Leider van de Expeditie Noordzee is Ben Stiefelhagen (63). Nippend van een oplossoepje doet hij zijn verhaal. „We hebben twee diepe duiken gedaan, van zo’n 35 à 40 meter diep. De duikers blijven dan zo’n 45, 50 minuten onder water. Een groep heeft een duik gedaan naar de Borkumse Stenen. Ik heb in 42 jaar zo’n 7000 keer gedoken, maar de natuur op de zeebodem hier is echt heel bijzonder. De diversiteit is enorm: allerlei krabben, kreeften, koralen, bijzondere vissoorten.”
Stiefelhagen heeft ook bij het Friese Front, een gebied ten noorden van Texel, gedoken. Daar werd hij minder vrolijk van. „Door de boomkorvisserij (waarbij met netten over de bodem wordt geschraapt, GW) en door ziekten is daar nog maar één soort over: platvis. Wat in de Noordzee in duizenden jaren aan natuur is opgebouwd, is de vorig eeuw in vijftig jaar leeggevist.”
Op de Borkumse Stenen bevindt zich het enige koraal van Nederland, met stenen van hunebedgrootte als ondergrond. Daar zit veel leven omheen. Ze zijn begroeid met anemonen, sponzen, dodemansduim (zacht koraal), met daartussen verschillende soorten kreeften, krabben en vissen.
Weggevaagd
Een harde ondergrond is voor veel vissen en dieren onder water belangrijk om zich op te vestigen en hun eitjes af te kunnen zetten. „Als een boomkor over de Borkumse Stenen zou gaan, zou al het weke leven dat in tientallen jaren hier groeide, in één keer op worden weggevaagd. Vissers zijn hier echter niet actief, omdat ze bang zijn stenen in hun netten te krijgen.”
De organisatoren van de expeditie –Stichting Duik de Noordzee Schoon, het Wereld Natuur Fonds en Stichting De Noordzee– hopen dat Nederland vanwege het natuurbelang en in navolging van Duitsland zijn deel van de Borkumse Stenen als beschermd natuurgebied aanwijst.
Volgens Stiefelhagen zou dat een win-winsituatie zijn: „Dit gebied blijft in leven, en de natuur, waaronder de visstand, kan zich herstellen. Dat is weer goed voor de visserij.”
Steenbolk
Amateurduiker Tinka Murk heeft haar duikerspak inmiddels uit. De Wageningse hoogleraar mariene dierbiologie, die de samenhang van het onderwaterleven bestudeert, heeft wel een idee om de ecologie én de visserij te helpen. „Ik zag eens in een wrak dat in ieder vak tussen de spanten een steenbolk, een soort kabeljauw, zat. Bij de bouw van de toekomstige windmolens op zee zou men onder water vakjes kunnen bouwen, waarin dit soort vissen een onderkomen vinden. Dat draagt weer bij aan herstel van de visstand in de Noordzee.”
Ook is de visserij er haars inziens bij gebaat om zeereservaten aan te leggen. „Dan hebben vissen rust in een paai-, maar ook een broedgebied”, zegt Murk, tevens voorzitter van de wetenschappelijke raad van Stichting De Noordzee. „Nu is nog minder dan 1 procent van de Noordzee beschermd.” Waarom dan de Borkumse Stenen? „Je moet ergens beginnen. Het zou goed zijn als 10 procent van de Noordzee beschermd wordt.”
Spooknetten
Rob Verboom (46), een van de 28 duikers, dook vandaag naar het wrak van een onderzeeër (zie kader). „Ik duik om de krabbetjes te redden. Die blijven vaak haken in achtergebleven spooknetten. We nemen die mee naarboven als ze een gevaar vormen voor het leven onder water.”
De Vailantboot komt inderdaad met een stukje net aanvaren. Dit wordt aan boord gehesen én gewogen. „We houden bij hoeveel kilo afval we uit zee vissen”, zegt een vrijwilliger van Duik de Noordzee Schoon.
Een lijstje op een whiteboard geeft aan dat de Eben Haëzer, een gezonken Katwijkse visserskotter, met 225 kilo recordhouder is van alle wrakken. Die kilo’s worden vooral gehaald door het lood aan de netten. Drie kisten vol lood en kunstaas staan aan dek. Een deel van de netten wordt naar de instituten Imares en Stichting Anemoon gestuurd. Die analyseren wat erop groeit.
In een wit emmertje zwemt een harnasmannetje, een bijzonder ogende vis. Hij wordt naar de kajuit meegenomen en in een bakje gezet. Onder een felle lamp maken biologen foto’s. Gaat deze naar een museum? „Zeker niet. Hij gaat weer terug de zee in. Wel wordt er DNA van afgenomen voor determinatiedoeleinden”, zegt een expeditielid. „De vorige keer, in juli, hebben we een nieuwe slak ontdekt: de zeespriet.”
De tientallen duikers en expeditieleden zetten zich op het zonnige dek achter de chili con carne. Floris van Hest, directeur van Stichting De Noordzee, houdt een afscheidsspeech; hij keert terug naar wal. „Jullie zijn gepassioneerd. Ik zou jullie willen omschrijven als serieuze gekken.”
>>rd.nl/expeditienoordzee voor meer foto’s en een onderwatervideo.
----
Bijvangst
Tijdens de duik op de dag van het mediabezoek is er ook nog ‘bijvangst’. De Nederlandse marine is nog altijd naarstig op zoek naar de duikboot O13, die in juni 1940 met 34 man in de Noordzee verging.
Drie jaar geleden is een onderzeeër ontdekt bij de Borkumse Stenen, in het vaargebied richting de Noordwest-Duitse havens, waar er nog drie liggen. Een aantal duikers dook naar de dichtstbijzijnde. Een van hen, een duikbootkenner stelde vast: „Dit is een Duitser. Die hebben een torpedo aan de voorkant.” De zoektocht naar de O13 moet dus verder.
Betty van den Berg is als scheepsbouwdeskundige met de expeditie mee. Zij gaat op zoek naar de antecedenten van Wrak 61, waarnaar zij dook. „Het was een dieselschip gevuld met klei. In het roer zat een stuk canvas. Het schip heeft waarschijnlijk zichzelf omgetrokken. Ik ga proberen te achterhalen welk schip het was. Zo bekijk ik in archieven in oude kranten berichten over gezonken schepen, kijk registers na. Inderdaad, een speld in een hooiberg.”
>>stillonpatrol.nl
----
Duik de Noordzee schoon
Het onderzoek op Borkumse Stenen was de tiende editie van Expeditie Noordzee. Tijdens die tien expedities zijn in totaal ruim 5000 duiken op 131 wrakken gemaakt, waarbij 35.000 kilo aan spooknetten en lood van wrakken is gehaald. Ook zijn voor Nederland nieuwe soorten ontdekt, zoals de witpunt zee-egel (2015), eierdopkoraal (2014) en de stiefelslak (2011), vernoemd naar Ben Stiefelhagen, initiatiefnemer van Stichting Duik de Noordzee Schoon.
De tiende expeditie kostte 86.000 euro, meldt Dylan de Gruijl van het Wereld Natuur Fonds. Het WNF droeg daar dit keer 30.000 aan bij. De duikers zelf betalen 100 euro per dag om te mogen deelnemen, en doen dat in hun vrije tijd.
De Gruijl erkent dat het pleidooi om meer beschermde gebieden aan te wijzen op de Noordzee (zie kaart), zoals Doggersbank, Klaverbank, Centrale Oestergronden en Friese Front, de spanning met de visserij vergroot. In deze sector wordt actie gevoerd om verkleining van het visgebied te voorkomen.