Spelende kinderen, kokende vrouwen, slenterende mannen. Op een zonovergoten dag ademt de gezinslocatie voor uitgeprocedeerde asielzoekers in Katwijk een gemoedelijke sfeer. Maar iedereen beseft dat de rust elke ochtend wreed kan worden verstoord als agenten ouders en kinderen ophalen omdat ze het land worden uitgezet.
Geen baan, geen studie. Al vijf jaar lang verblijft Hiwidaar (35) met zijn vrouw en drie kinderen –in de leeftijd van 2 tot 9 jaar– in de gezinslocatie van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in Katwijk. „Ik zit hier de hele dag. Het is een slechte situatie”, vat de Iraakse Koerd zijn bestaan samen, terwijl zijn vrouw Hozaan (30) met een glimlach meloen serveert. Jongste zoon Zaman (2) zwaait vrolijk met een vork waaraan een stukje van de sappige vrucht is geprikt.
Twee kamers vormen het onderkomen van het gezin, dat acht jaar in Nederland is. In de ene slapen ouders en kinderen op (stapel)bedden. In de andere ruimte, met een blauw kleed op de vloer, staan twee leren banken, drie smalle kasten, twee op elkaar gestapelde koelkasten en een magnetron. Via een groot tv-scherm komt het wereldnieuws van een Koerdische zender binnen. Koken doet Hozaan in de gezamenlijke keuken voor de bewoners van hun etage.
Een terugkeer naar Irak, waar Hiwidaar op het fruitbedrijf van zijn vader werkte, ziet het uitgeprocedeerde echtpaar niet als een reële optie. „Irak is niet goed”, zegt Hozaan. Hoe de ouders naar de toekomst kijken? „Ik weet niet wat er gaat gebeuren, of we hier blijven of terug moeten”, zegt Hiwidaar. Met een zucht: „Het is heel moeilijk.”
Ambtsketting
In de gezinslocatie wonen 570 personen. Marijke Klaassens is locatiemanager van dit centrum en het naastgelegen reguliere azc, dat ook zo’n 600 bewoners telt. Je hoeft niet te vragen of ze haar werk leuk vindt, want Klaassens straalt dat aan alle kanten uit.
Als ze over het terrein loopt, groeten veel mensen haar en spreekt ze kinderen en volwassenen spontaan aan. Tegen een meisje dat blaadjes van een struik trekt: „Laat je er ook nog wat aan zitten?” Even later kijkt ze vertederd naar een jochie van een jaar of twee dat door een donkere gang in een wooncomplex stapt. Het ventje verslikt zich in een stukje appel. „Hé, niet stikken, ik klop je even op de rug. Gaat het? Voorzichtig hè?”
De vergelijking met de burgemeester van een klein dorp dringt zich op. Lachend: „Ik heb burgemeester Wienen van Katwijk weleens voorgesteld mij een kleine ambtsketting te geven.” Dat haar ‘dorp’ over enkele maanden gaat krimpen, vanwege de sluiting van het azc-gedeelte, betreurt Klaassens. Door een lagere instroom van asielzoekers zijn er echter minder opvangplekken nodig.
Kamp Zeist
De schijnbare rust in de locatie wordt regelmatig verstoord door het vertrek van een gezin dat in de vroege ochtend –voor schooltijd– door de politie wordt opgehaald om via de vreemdelingenbewaring in Kamp Zeist te worden uitgezet naar het land van herkomst. „Soms gaat het om een flink aantal in korte tijd. Maar de laatste maanden hebben we slechts één gedwongen uitzetting gehad.”
Ook komt het voor dat de politie de woonplek van een gezin ontruimt nadat het jongste kind 18 jaar is geworden. Dan staan mensen op straat. „Dat zijn niet mijn favoriete werkdagen, maar ik lig er ’s nachts ook niet wakker van”, zegt Klaassens. „Zeker als mensen hier lang hebben gewoond en ik de kinderen groot heb zien worden, vind ik het lastig. Maar het hoort bij dit werk. Alle bewoners weten ook dat dit gebeurt als hun jongste kind 18 is.”
De Dienst Terugkeer & Vertrek (zie ”Vaak een enorme weerstand tegen terugkeer”) voert regelmatig gesprekken met de bewoners. Ook in contacten met COA-medewerkers komt het thema terugkeer ter sprake. „Dit gebeurt vooral door de casemanager, die elke veertien dagen de bewoners spreekt. Zelf zeg ik ook weleens tegen iemand: „Wat ben je nu van plan?” Aan de andere kant vraag je ook niet elke zes weken aan mensen die hier al een paar jaar zitten: „Wanneer ga je terug?””
De bewoners leiden elk hun eigen leven, zo goed en zo kwaad als dat gaat. De jongste kinderen bezoeken basisschool De Verrekijker op het terrein van de opvanglocatie. Voor het voortgezet onderwijs gaan tieners naar scholen in Katwijk of Leiden. „Ook kan elk kind in Katwijk zwemdiploma A halen. Dat vinden we belangrijk, met veel water in de buurt.”
Ramadan
Kom bij Klaassens niet aan met verhalen dat kinderen van uitgeprocedeerde gezinnen worden verwaarloosd. Ze wijst naar een groepje jeugdige Afrikanen dat vrolijk aan het schommelen is. „Eerst hadden we één speeltuin. Toen we in 2011 een gezinslocatie werden, kregen we ineens vier keer zo veel kinderen en is er een tweede bij gekomen.”
In de zomer kunnen alle kinderen per leeftijdsgroep een uitstapje maken met medewerkers van het COA. Dit jaar gingen de jongsten naar speeltuin Linnaeushof in Bennebroek, terwijl anderen zich vermaakten in Avifauna of pretpark Drievliet. „En hier op het terrein organiseerden we elke week een speurtocht, vossenjacht of andere leuke dingen.”
Al pratend loopt Klaassens een gebouw binnen waar tal van activiteiten plaatsvinden. In een grote zaal staan een piano en een tafelvoetbalspel. „Deze ruimte gebruiken we ook voor het sinterklaasfeest, een bingo of het Suikerfeest aan het einde van de ramadan. Bij dat laatste is iedereen welkom, ook niet-moslims.”
In een kleinere ruimte zit deze woensdagmiddag een groep kinderen te knutselen. Het is een van de activiteiten van stichting De Vrolijkheid die –vooral met vrijwilligers– actief is op diverse COA-locaties. „We organiseren kunstzinnige activiteiten voor kinderen en jongeren: beeldende kunst, muziek, theater. Ze kunnen hier na schooltijd, op zaterdag en in vakanties nieuwe dingen ontdekken en plezier maken”, zegt coördinator Ingeborg Dennesen.
Soms merkt ze dat kinderen somber zijn. „Dan zijn er net een paar vriendjes of vriendinnetjes vertrokken. Het ene kind is gesloten, het andere zichtbaar verdrietig. Het is belangrijk hun de mogelijkheid te bieden om hun hart te luchten. Dat gebeurt ook.”
Kerken
De mogelijkheden voor dagbesteding van de ouders in de gezinslocatie zijn beperkt. Sommigen werken enkele uren per week voor 13 euro op het terrein als schoonmaker of beheerder van het open leercentrum, waar de asielzoekers computers kunnen gebruiken.
Klaassens wijst erop dat vrijwilligers uit kerken in de omgeving diverse activiteiten voor de bewoners van het azc en de gezinslocatie organiseren. „Die hebben plaats in een kapel buiten dit terrein, waar ze ook Bijbelstudies kunnen houden. In de gezinslocatie bieden we volwassenen geen taallessen en dergelijke aan, omdat hun verblijf hier helemaal is gericht op terugkeer.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over de gezinslocatie voor uitgeprocedeerde asielzoekers in Katwijk, die vijf jaar bestaat. Woensdag in Puntkomma het slot.
----
Sobere opvang in gezinslocatie COA
Uitgeprocedeerde asielzoekers die met jonge kinderen op straat belandden. Tot 2011 kwam dat regelmatig voor. Na een uitspraak van de Hoge Raad, die oordeelde dat minderjarigen niet op straat mogen worden gezet, richtte het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) speciale gezinslocaties in voor ouders met kinderen tot 18 jaar van wie de asielaanvraag is afgewezen. De eerste centra openden vijf jaar geleden in Katwijk en Gilze de deuren. Op dit moment zijn er zeven gezinslocaties. In totaal verblijven daar 1749 mensen, onder wie 970 kinderen.
Deze op vertrek gerichte centra kenmerken zich door een „sobere” opvang. Dit betekent onder meer dat de volwassenen wekelijks alleen eetgeld krijgen; het zakgeld van 12,95 euro per week voor zaken als kleding en toiletartikelen vervalt. Ook kunnen ze geen aanspraak maken op reiskosten voor het bezoek aan een advocaat, die sommigen in de arm nemen. „De procedure is afgelopen, dus die kosten worden niet meer vergoed”, licht locatiemanager Marijke Klaassens van de gezinslocatie in Katwijk toe. Wel kunnen bewoners alle medische zorg krijgen „die een medisch professional noodzakelijk acht.” Aanvankelijk gold een dagelijkse meldplicht, nu hoeven mensen alleen van maandag tot en met vrijdag te stempelen.
In de Katwijkse gezinslocatie verblijven 570 asielzoekers uit onder meer Afghanistan, Irak, Iran, Somalië, Armenië en Azerbeidzjan. Op 24 september doet zowel de gezinslocatie als het azc in Katwijk mee aan de landelijke open dag van het COA. Bezoekers kunnen dan in gesprek gaan met bewoners en deelnemen aan diverse activiteiten.
----
„Vaak een enorme weerstand tegen terugkeer”
Uitgeprocedeerde asielzoekers proberen zover te krijgen dat ze actief gaan meewerken aan terugkeer naar hun land van herkomst. Dat is de uitdaging waarvoor de medewerkers van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) staan, zegt Peter Fredriksz, afdelingsmanager Zuid-Holland. In de gezinslocatie in Katwijk voeren ze minimaal één keer per maand gesprekken met alle volwassenen.
De asielaanvraag van de ouders met minderjarige kinderen in de gezinslocatie is afgewezen. „Als het niet lukt om terugkeer vanuit een azc te organiseren, komen ze in zo’n speciale locatie terecht omdat ze niet op straat gezet mogen worden. In eerste instantie is er bij hen vaak een enorme weerstand tegen terugkeer. We proberen vertrouwen te wekken en denken met hen mee over toekomstperspectieven in het land van herkomst”, zegt Fredriksz.
De DT&V opereert niet op zichzelf, maar maakt deel uit van een lokaal terugkeeroverleg. „We wisselen informatie uit met de Immigratie- en Naturalisatiedienst, het COA en de politie om het volledige dossier van de mensen zo goed mogelijk in beeld te hebben en in te spelen op belemmeringen die ze ervaren om terug te gaan naar hun land.” Als mensen besluiten actief aan terugkeer te werken, kunnen ze gebruikmaken van de faciliteiten van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en, afhankelijk van hun persoonlijke situatie, een geldbedrag ontvangen.
Vaak houden uitgeprocedeerde asielzoekers vol dat ze bij terugkeer gevaar lopen. „Daarover gaan we niet in discussie”, zegt Fredriksz, „want hun asielaanvraag is zorgvuldig behandeld en door onafhankelijke rechters getoetst. Soms heeft zelfs de verantwoordelijke bewindspersoon ernaar gekeken. Wij informeren iedereen over mogelijkheden voor vertrek en laten voorbeelden zien van mensen die naar het desbetreffende land zijn teruggekeerd.”
Fredriksz erkent dat het ook voorkomt dat eerder afgewezen asielzoekers alsnog in Nederland mogen blijven. „Soms dienen ze een herhaalde asielaanvraag in en maakt de IND op basis van nieuwe informatie een nieuwe afweging waardoor ze alsnog een verblijfsvergunning krijgen. Maar dat is niet het uitgangspunt. In principe ligt het perspectief van de bewoners van een gezinslocatie niet in Nederland.”
Gezinnen die zich verzetten tegen vertrek kunnen niet altijd gedwongen worden uitgezet. „Sommige landen, zoals Irak, nemen alleen onderdanen terug die zelf willen terugkeren.” Als afgewezen asielzoekers niet terug willen en een uitzetting niet haalbaar is, kunnen ze in de gezinslocatie blijven tot hun jongste kind 18 jaar wordt. In de tussentijd blijft de DT&V met hen in gesprek. Fredriksz: „Ik vind het lastig als ouders met kleine kinderen willens en wetens wachten tot hun jongste kind 18 wordt. Aan het eind van de rit staan ze dan op straat. Dat is niet goed voor de toekomst van de kinderen. De ouderlijke verantwoordelijkheid is soms ver te zoeken.”
De DT&V blijft zich inspannen om zelfstandig vertrek te bevorderen. „De Hogeschool Utrecht heeft op ons verzoek de methodiek ”Werken in gedwongen kader” ontwikkeld, die onze medewerkers helpt om goed inzicht te krijgen in de belemmeringen om terug te keren, in te spelen op culturele achtergronden van asielzoekers en hun vertrouwen te winnen. Sinds begin dit jaar worden onze mensen daarin opgeleid en gecoacht. Zo proberen we optimaal contact met de uitgeprocedeerde asielzoekers te krijgen om ons werk zo goed mogelijk te doen.”
----
Lees ook:
Ontwrichte kinderlevens; interview psycholoog dr. Trudy Mooren (RD, 8 maart 2016)
Altijd angst voor gedwongen vertrek (RD, 05 november 2014)
Gezin Zivic kan na elf jaar onzekerheid rustig slapen (RD, 22 december 2012)