Sinds het ontstaan van de gezinslocaties voor uitgeprocedeerde asielzoekers, vijf jaar geleden, zijn 990 personen vanuit deze centra zelfstandig en onder toezicht vertrokken naar hun land van herkomst of een ander land waar de toegang was gewaarborgd.
Uit de gezinslocaties vertrokken 1195 mensen zonder toezicht. Van hen is niet bekend waar ze zijn gebleven. Ook gingen 525 personen in vreemdelingenbewaring met het oog op gedwongen terugkeer. Dat meldt de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) van het ministerie van Justitie desgevraagd.
In het verleden werden uitgeprocedeerde asielzoekers met kinderen regelmatig op straat gezet. In 2011 bepaalde de Hoge Raad dat dit niet mocht. Daarna kwamen er gezinslocaties voor ouders met kinderen tot 18 jaar van wie de asielaanvraag is afgewezen. Deze op vertrek gerichte centra kenmerken zich door een „sobere” opvang. De landen waarnaar de meeste asielzoekers onder toezicht vertrokken, zijn Mongolië, Servië, Armenië, Bosnië-Herzegovina en Irak.