Koningin Wilhelmina vond glazen koets mooier dan gouden koets
De gouden koets, hét symbool van Prinsjesdag, ligt uit elkaar. Daarom rijdt volgende week de glazen koets koning Willem-Alexander en koningin Máxima naar de Ridderzaal.
Glazen of gouden koets. Het is de neutrale toeschouwer waarschijnlijk om het even. De glazen koets mag er ook zijn, bleek woensdag op een door de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) georganiseerd persmoment. Het was vooral goud wat er blonk, ook al was het toch echt de glazen koets die werd getoond.
Boven op het pronkstuk prijkt een gouden kroon. Het door koning Willem I in 1821 bestelde rijtuig dankt zijn naam aan de kast van geslepen glas. Her en der zijn ornamenten aangebracht. Op de achterkant prijkt een hartje. Bij de instap staat ”Je Maintiendrai”, ik zal handhaven. Behalve goudkleurig is de koets rood, wit en blauw.
In 1826 nam koning Willem I het paradepaard in gebruik. De afgelopen zeven jaar werd het gerestaureerd. Kosten: 1,2 miljoen euro. Het bedrag voor het herstellen van de gouden koets gaat ook in die richting, zei stalmeester Bert Wassenaar woensdag.
De gouden koets werd eind 19e eeuw ontworpen en gebouwd. Koningin Wilhelmina had dus de luxe om te kiezen hoe ze zich naar de Ridderzaal zou laten verplaatsen. Tussen 1904 en 1923 wisselde ze beide koetsen af. Daarna kreeg de gouden koets de voorkeur. Niet zozeer van haar, alswel van het volk.
Gijzeling
Van 1923 tot en met nu ontbrak de gouden koets slechts enkele malen op Prinsjesdag. In 1974 voor het laatst, zegt Wassenaar. „Vanwege een gijzeling in de Franse ambassade, pal naast de route, bracht een auto koningin Juliana naar de Ridderzaal.”
De RVD had woensdag enkele onderdelen van de gouden koets uitgestald. Van de bok was goed te zien dat de glans weg was. Ook een stuk textiel was duidelijk versleten. Volgens Flip Maarschalkerweerd, directeur van de Koninlijke Verzamelingen, zijn er veel restauratiekeuzes. Daarom stelde het Koninklijk Staldepartement een raad van advies aan die meedenkt met de restaurateurs.
Maarschalkerweerd vertelde woensdag ook iets over de geschiedenis van Prinsjesdag. Het is sinds een grondwetswijziging in 1887 dat deze dag niet op de derde maandag van september wordt gehouden, maar op de derde dinsdag van deze maand. In een tijd waarin nog niet alle gebieden waren aangesloten op het spoorwegennet, moesten sommige Kamerleden al op zondag vertrekken om op tijd te kunnen zijn. Daar hadden ze moeite mee.