Niet de Israëlische nederzettingen in de betwiste gebieden zijn het grootste obstakel voor vrede in het Midden-Oosten, maar de weigering van de Palestijnen om Israël te erkennen als Joodse staat.
Die boodschap gaf de Israëlische premier Netanyahu woensdagmorgen af in een besloten gesprek met Tweede en Eerste Kamerleden.
CDA-Kamerlid Knops sprak van een „heel open gesprek.” Netanyahu erkende dat er weinig vooruitgang zit in het vredesproces, maar toonde zich bereid om te praten over vrede. Over de nederzettingen „verschillen wij van mening met Netanyahu”, aldus de christendemocraat, „maar hij ziet de tweestatenoplossing nog wel als oplossing.”
Volgens CU-Kamerlid Voordewind had het gesprek met Netanyahu „een positieve toon.” Hij bespeurde bij de Israëlische premier „grote bereidheid om tot vrede te komen.” Zo wil hij best naar Den Haag komen als ons land een bemiddelende rol zou willen spelen in het conflict.
Israël houdt volgens hem de deur naar de Palestijnen open. „Dagelijks hebben 150.000 Palestijnen toegang tot Israël.”
Dat het vredesproces niet vlot, komt volgens Netanyahu door de stelselmatige weigering van de Palestijnse president Abbas om Israël als Joodse staat te erkennen.
SGP’er Van der Staaij heeft tijdens het gesprek het belang van voortdurende samenwerking met Israël op het gebied van veiligheid en technologie benadrukt. Hij is het helemaal met Netanyahu eens dat het kernprobleem voor vrede niet de Israëlische nederzettingen zijn. „Zulk soort onderdelen wordt in de discussie steeds opgeblazen, terwijl Israël in feite in een regio ligt die in brand staat door problemen tussen sjiieten en soennieten.” Hij noemde het „waardevol” dat Netanyahu „dat perspectief krachtig heeft neergezet.”