En plots is er dan de foto die beklijft
Ineens was hij daar: Omran Daqneesh, het 5-jarige jongetje uit de Syrische stad Aleppo. Versuft en onder stof en bloed zat het ventje woensdagavond in een ambulance, nadat hij na een luchtaanval van onder het puin was weggehaald.
De foto van Omran is de zoveelste in een lange reeks foto’s die ons de afgelopen tientallen jaren schokten omdat kinderen erop zichtbaar slachtoffer waren van oorlog, van onrecht of chaos.
Hoe gaat zoiets, vraag je je dan af. Dagelijks worden er duizenden foto’s in oorlogsgebieden geschoten, en op een dag blijft die ene haken. Wordt die ene eruit gepikt, afgedrukt en verspreid. De gevoelens die zulke foto’s oproepen hoeven nauwelijks toelichting, maar wat ervan te denken?
Zulke foto’s moeten we koesteren.
Belangrijk dat zulke aangrijpende foto’s ons bereiken: ze zetten je stil bij oorlogen die alweer een decorrol in ons leven begonnen te krijgen. Goed ook dat zulke foto’s ons blijven raken en dat we die tot ons toelaten, want ook mededogen, ontvankelijk zijn voor onmenselijke toestanden is niet vanzelfsprekend. Mededogen en medemenselijkheid moeten we koesteren als wezenlijk behorend tot onze joods-christelijke beschaving.
Vooral ook omdat humaniteit constant onder vuur ligt. Aangevochten wordt het, uiteraard juist in tijden van oorlog. Wereldwijd worden we geconfronteerd met radicale moslimmilitanten die over lijken gaan, maar ook met een sterker wordende nationalistische ideologie die iets soortgelijks doet. Ook normale leidslieden kunnen zomaar verstrikt raken in kil oorlogsdenken, rationeel uitgedacht en dito doorgevoerd. Daarom altijd zicht houden op deze onmenselijke kant. Weet waarover je het hebt als de oorlogstrom wordt geroerd.
Blijf kritisch bij het zien van zulke foto’s.
Ook dit is waar. Het is natuurlijk niet toevallig dat het vaak kinderen zijn die als slachtoffers van geweld op foto’s staan. Soms zijn ze zorgvuldig uitgekozen als onderdeel van een strategie om de publieke opinie te beïnvloeden. Zo’n dramatische foto zorgt voor iets van een escalatiemoment in ons gevoelsleven: dit kan niet! En daar is menige militie op uit: de ziel van de publieke opinie bemachtigen, om die vervolgens verder te manipuleren.
Zo’n foto kan zomaar als een soort resetknop werken, een kantelmoment zijn. Doordat het je blik op een conflict of oorlog radicaal verandert. Als het ultieme hulpeloze slachtoffer wordt van dit geweld, dan moet het stoppen. Humanisme heeft de neiging tot pacifisme of partijdigheid. Niet voor niets verstoppen milities zich regelmatig tussen burgers, om die willens en wetens kwetsbaar te maken voor vijandelijk vuur.
Vooral wij westerlingen zijn supergevoelig voor zulke beelden, binnenstebuiten gekeerde gevoelsmensen als we zijn, en milities weten dat. Zodra ergens slachtoffers vallen, zijn het altijd eerst de kinderen die ze noemen.
Verheerlijking van oorlog is ook het laatste wat we willen, vandaar dat de combinatie oorlog en slachtoffer een rake is. Dienstplichtigen aan het front en zelfs hulpverleners kunnen niet die emoties opwekken zoals slachtoffers die kunnen opwekken.
Zulke foto’s hun verdiende plek geven.
Medemenselijkheid is een groot goed, maar wordt riskant als het de enige of dominante leidraad wordt bij buitenlands beleid en in de diplomatie. Er zitten immers veel meer kanten aan een oorlog, dan enkel die van humaniteit jegens slachtoffers. Rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid spelen evengoed mee, en dat geldt ook voor doelen op langere termijn.
Zulke foto’s schreeuwen om actie.
Vooral doorgaan met je kwetsbaar opstellen voor deze foto’s, maar tegelijk alert blijven op manipuleergedrag aan de andere kant. Wie zijn eigen kwetsbaarheid kent qua gevoelens koestert die en beschermt die tegen misbruik. En dan geldt ook dit: humanitaire nood vraagt om humanitaire initiatieven. Gironummers en vrijwilligers zijn nodig, al was het maar omwille van de geestelijke gezondheidszorg: wie kan doorleven met de gedachte dat er voor het Syrische jochie Omran Daqneesh niets wordt gedaan? Intussen moeten de verantwoordelijken verder gaan, of starten met een evenwichtige dialoog tussen hoofd en hart. Om te voorkomen dat onderbuikgevoelens aan de haal gaan met aangrijpende foto’s als deze.