Brazilië is een land waar het christelijk geloof een grote rol speelt. Het grote Christusbeeld op de berg Corcovado, dat uitkijkt over de miljoenenstad Rio de Janeiro, spreekt wat dat betreft boekdelen.

Van de 205 miljoen Brazilianen is het grootste deel christen. De meerderheid is rooms-katholiek, hoewel dat aantal terugloopt: was in 2000 nog 74 procent rooms-katholiek, tegenwoordig gaat het om 123 miljoen mensen (60 procent). Het protestantisme zit juist in de lift in het Zuid-Amerikaanse land. Was zestien jaar geleden nog slechts 15 procent protestant, tegenwoordig behoren 42 miljoen inwoners (20 procent) tot een van de evangelische kerken. De grootste groep vormen de pinkster­kerken, met 27 miljoen leden.

Evangelisatie

Veel christenen in Brazilië hebben zo hun bedenkingen bij het olympische spektakel, dat met ruim 10.000 atleten en 306 wedstrijden ruim twee weken lang Rio de Janeiro in zijn greep zal hebben. Het Duitse persbureau Idea sprak deze week met ds. Hans Jürgen Jung van de Duitse Gnadauer Brasilien-Mission (GBM). Volgens hem staat 59 procent van de mensen in Brazilië kritisch tegenover de Olympische Spelen. Dat heeft te maken met de crisis in politiek en samenleving die het land momenteel doormaakt, veroorzaakt door wijdverbreide corruptie.

Volgens Jung heeft het comité dat de Spelen organiseert niet eens voldoende vrijwilligers kunnen vinden. Christenen –onder andere van de Mobilisation Offene Arme en van de evangelische zendingsbeweging MEUC– zouden daarom vrijwillig en kosteloos hun diensten hebben aangeboden bij het comité.

Veel christenen grijpen de Olympische Spelen, die tienduizenden mensen op de been zullen brengen, aan om te evangeliseren.

Interreligieus centrum

De Olympische Spelen brengen een grote diversiteit aan mensen, culturen en ook religies bij elkaar: atleten uit meer dan 200 landen, miljoenen bezoekers van over de hele wereld. De Amerikaanse christelijke nieuwsdienst Deseret News stelde zich eind vorige week de vraag hoe de organisatie al die mensen met hun religieuze behoeften tegemoet­komt.

Aan alles blijkt gedacht te zijn. Zo is er in het olympisch en 
paralympisch dorp (de Para­lympische Spelen vinden aan­sluitend in september plaats) 
een interreligieus centrum ingericht. Daar kunnen alle atleten en hun begeleiders –meer dan 17.000 mensen– die in het dorp verblijven terecht. Of ze nu 
christen, moslim, boeddhist, 
hindoe, jood of anders zijn: ieder kan er zijn of haar priester, imam, rabbijn of gebedsruimte vinden.

„Het is onze taak om atleten een plaats te bieden waar ze rust en spirituele vrede kunnen vinden, van welke godsdienst ze ook zijn”, stelt priester Leandro Lenin Tavares uit Rio, coördinator van het interreligieuze centrum. „Wij zijn een symbool van vrede, broederschap en de eenheid van mensen.”

Elke religie heeft haar eigen gebedsruimte en geestelijken. Voor christenen zijn vier rooms-katholieke priesters en vier protestantse voorgangers beschikbaar. Rooms-katholieke missen worden in drie talen –Spaans, Portugees en Engels– opgedragen, maar er zijn ook priesters aanwezig die Frans of Italiaans spreken.

Van joodse zijde is rabbi Elia Haber het aanspreekpunt binnen het interreligieuze centrum. „We hopen een goede balans tussen het lichamelijke en het spirituele te bieden”, zegt hij. „Het is belangrijk voor de atleten om daaraan te werken.”