Een zaal met een menselijke maat. Zo noemt directeur Nando Eskes de Edesche Concertzaal, waarmee hij in 2013 van start ging. Na drie seizoenen wordt de plek steeds bekender bij liefhebbers.
Het pand werd in 1903 gebouwd als gereformeerde kerk. Aan het interieur is de kerkzaal nog duidelijk herkenbaar. De preekstoel mag dan vervangen zijn door een imposante Bösendorfer Imperialvleugel, het orgel en de gaanderijen houden de herinnering aan de vorige bestemming levend. Eskes vindt het belangrijk dat het gebouw die gemeenschapsfunctie behoudt, zegt hij. „Tegenwoordig wordt de concertzaal weer verhuurd aan de protestantse gemeente, die er zondags diensten houdt.”
Onder de gaanderijen zijn de kantoorruimtes van Eskes Media, het bedrijf waar de Edesche Concertzaal onder valt. Andere takken zijn dagjeweg.nl, een website waar mensen uitjes kunnen vinden, en ticketjames.com, een ticketservice voor organisatoren van evenementen.
Wisselwerking
In 2013 werd het kerkgebouw in gebruik genomen als concertzaal. In oktober van dat jaar vond het eerste concert plaats. Sindsdien hebben er grote namen opgetreden. Op de website is een lange lijst te vinden van de musici die er kwamen, variërend van het Aachener Klavierduo tot pianiste Anna Fedorova en van violist Benedict Kloeckner tot de Italiaanse meesterpianist Enrico Pieranunzi. Na drie seizoenen heeft de Edesche Concertzaal een plek in de Nederlandse klassiekemuziekwereld verworven.
„Er zijn nog flinke investeringen nodig, maar de perspectieven zijn goed”, zegt Eskes. „We lopen nu al twee maanden vooruit op de kaartverkoop vergeleken met die van vorig jaar. Steeds meer mensen kennen de zaal. Ik zie de Edesche Concertzaal als ‘kamermuzikale’ aanvulling op de grote concertzalen TivoliVredenburg in Utrecht en Het Concertgebouw in Amsterdam. En soms komen er mensen uit Duitsland hierheen, uit steden zoals Kleve of Emmerich.”
Zijn muzikale rechterhand is artistiek manager Jan Willem van Ree, een afgestudeerde musicoloog die samen met de programmeringscommissie de contacten met musici onderhoudt en toelichtingen op de concerten schrijft. „De wisselwerking tussen ons tweeën vormt de kracht van wat hier gebeurt”, zegt Eskes. „Ik kwam bijvoorbeeld in contact met de pianiste Anna Fedorova. Daar had ik een goed gevoel bij, en dan beveel ik haar ten sterkste bij de collega’s van de programmering aan.”
Welkom
Buiten het pand wappert een vlag met de beeltenis van pianist Hannes Minnaar. Zijn portret prijkt ook op de concertgids van het nieuwe seizoen 2016-2017. Minnaar wordt dan zogeheten ”artist in residence”. Van Ree: „Een artiest met deze titel laat zichzelf tijdens concerten van verschillende kanten zien. Minnaar geeft komend seizoen drie concerten waarin hij de diversiteit van zijn talent kan tonen.” Eskes: „Een punt is ook dat we met de artist in residence aangeven voor welk kwaliteitsniveau we staan. Vaak gaat het om relatief jonge mensen die net voor of na een doorbraakpunt zitten.”
De musici nemen hun voorbereiding heel serieus, merkt Eskes. „Grote musici komen hier niet vijf minuten van tevoren aanfladderen. Hoe groter de musicus, des te eerder hij komt.” Van Ree kan dat bevestigen. „Je merkt dat ze willen presteren. Elk concert is het waard om vol voor te gaan.”
De twee vinden het belangrijk om te luisteren naar wat bezoekers zeggen en hoe het publiek de muziek ervaart. „We proberen altijd bij de concerten aanwezig te zijn”, zegt Eskes. „Ik sta vaak bij de opgang naar het balkon. Of ik deel bij de uitgang een gratis magazine uit. Je moet natuurlijk niet opdringerig zijn, maar je bent er wel. Tijdens concerten treden er vrijwilligers als gastvrouw op. Je komt de Edesche Concertzaal niet binnen zonder dat je welkom bent geheten.”
Jan Vayne
Met de Bösendorfer Imperial heeft de Edesche Concertzaal een uniek instrument in huis. De Bösendorfer is de enige van de vijf exemplaren in Nederland die in een concertzaal kan worden beluisterd, de andere zijn privébezit. De vleugel heeft negen extra bassnaren, waarmee de speler de diepste krochten van de pianoklank kan bereiken. Nog belangrijker is dat die negen extra snaren de resonantie veel rijker maken, zegt Van Ree. „Dit type vleugel werd in 1909 op verzoek van componist Ferruccio Busoni ontworpen. Die lage tonen komen relatief weinig voor in de pianoliteratuur. Een aantal componisten, onder wie Ravel en Bartok, schreef een aantal specifieke stukken voor de Imperial.”
Het accent van de concerten ligt dan ook op de vleugel, met de kernserie wereldpianisten. Komend seizoen spelen hierin onder anderen Nikolai Lugansky, Enrico Pace en Lisztconcours-winnares Mariam Batsashvili.
Daarnaast kunnen bezoekers in Ede terecht voor gitaarrecitals, orgelrecitals, liedrecitals, lichte muziek en kamermuziek. Zo traden in de serie lichte muziek de pianisten Jan Vayne en Bert van den Brink op. In de orgelserie speelden onder anderen Sietze de Vries, Gerben Mourik en Gerrit Christaan de Gier. Van Ree: „Het orgel is romantisch en heeft een veelkleurig palet. Het is heel geschikt voor Mendelssohn en de kleinere werken van Reger. Niet voor de Vijfde Symfonie van Widor, daar is zowel orgel als ruimte te klein voor.” Eskes: „We willen ook iets gaan doen met orgel-plus, bijvoorbeeld orgelspel bij een stomme film, of orgel en sopraan. Daar komen ook niet-orgelliefhebbers op af.”
Reformatorisch publiek
Met de concertzaal wil Eskes ook reformatorisch publiek bereiken, zegt hij. „Ik kom zelf uit de reformatorische sector. Mijn insteek met de concertzaal is om ook die mensen hierheen te halen. Er zijn natuurlijk veel concerten in de reformatorische hoek. Vaak worden die door amateurs uitgevoerd, en zijn de kaartjes ervoor goedkoper. De concerten bij ons zijn van een andere setting en kwaliteit. Ik zou graag een brug naar het reformatorische publiek slaan. Op welke manier weet ik nog niet precies, al zijn er al wel contacten. Zo hebben we hier onlangs een examenconcert van het Van Lodenstein College gehad. De leerlingen waren verguld dat dit in een echte concertzaal kon.”
Volgend jaar zal er in de Edesche Concertzaal een kamermuziekfestival worden gehouden. Met de gemeente Ede werkt Eskes aan het idee van een ”city artist”. Ook wordt gedacht aan bijeenkomsten die niet expliciet kerkelijk zijn, maar die qua programmering wel christelijk worden ingevuld, bijvoorbeeld met muziek van Mendelssohn in combinatie met gedichten. Eskes: „Mooie ideeën zijn er genoeg, waarbij onze prioriteit ligt bij de klassieke concerten. De exploitatie daarvan staat centraal.”
----
zomerserie Kleine concertzaal
Dit is de tweede aflevering in een vierdelige serie over kleine concertzalen in Nederland. Over twee weken deel 3.