De voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer hebben premier Rutte dinsdag gevraagd een staatscommissie in te stellen die zich gaat bezinnen op het functioneren van het parlementaire stelsel en de parlementaire democratie.
Vanwaar dit verzoek?
VVD-senator Hermans vroeg Rutte bij de algemene beschouwingen in 2014 om het tweekamerstelsel eens tegen het licht te houden. Hij vond dat de Eerste Kamer –waar het kabinet geen meerderheid heeft– een té politieke rol speelde.
Als beide Kamers dat verzoek steunden, beloofde Rutte daar positief op te reageren.
De Staten-Generaal willen nu kennelijk dat er inderdaad een staatscommissie komt. Waarom?
In een brief aan Rutte leggen de Kamervoorzitters uit dat burgers meer betrokken willen zijn bij de politiek. Het stemgedrag van die burgers is daarnaast steeds onvoorspelbaarder geworden.
Bovendien heeft Europese besluitvorming een steeds grotere invloed gekregen op het parlementaire werk. Daarbij komt dat digitalisering en sociale media „onmiskenbaar invloed hebben op het karakter van de representatieve democratie en het functioneren van het parlementaire stelstel.” Tot slot zijn er de afgelopen jaren veel rijkstaken overgeheveld naar andere overheden.
Wat moet de commissie gaan doen?
Die commissie moet antwoord geven op de vraag of het parlementaire stelsel, gelet op de geschetste ontwikkelingen, voldoende toekomstbestendig is. En zo niet, aangeven welke aanpassingen dan nodig zijn.
Het parlementaire stelstel gaat dus op de schop?
Deskundigen van het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden schrijven op hun website parlement.com dat „feitelijk alle adviezen sinds 1917 over staatkundige vernieuwing, zoals over invoering van een referendum, een andere wijze van grondwetsherziening, de positie van de Eerste Kamer of een gekozen formateur zonder resultaat zijn gebleven.”
De kans dat de nieuwe commissie wel wat bereikt, is heel klein. Het lukt vrijwel nooit om een Kamermeerderheid te krijgen voor aanpassingen aan het stelsel.