Een snufje moederliefde
De moeder van Ria van den Steenhoven-van Herwijnen (46) uit Werkendam bakte altijd appeltaart. Dat wil zeggen: voor s zondags, voor verjaardagen, voor trouwdagen.
„In 1963 werd in het huis van mijn ouders een gasleiding aangelegd, en toen kwam de gasoven. Bij de oven zat een boekje: ”Gasovengeheimen. Wenken en recepten voor het gebruik van het Pelgrim gasfornuis”. Daarin stond het recept voor een appeltaart. En die taart bakte mijn moeder voortaan, op zaterdag voor de zondag bijvoorbeeld. Er bleef nooit een kruimel over, zo lekker. Ik denk dat ze het recept op den duur uit haar hoofd kende.
In oktober 1989 trouwden mijn broer en schoonzus. Vanaf die tijd bakte ma elk jaar op hun trouwdag een appeltaart voor hen. Later kreeg ik verkering met jawel... een bakker. We trouwden in 1995. De appeltaarttraditie werd voortgezet, ook al hadden wij een bakkerij.
De taart van mijn moeder was niet te vergelijken met een taart uit onze winkel. Tja. Het was, gewoon, appeltaart. Met appel, suiker, kaneel. Een banketbakker zou misschien zeggen: Er moet een beetje van dit of wat van dat bij. De appeltaart van mijn moeder was van een keukenniveau, en er zat een speciale smaakstof in die nergens te koop is: moederliefde. Een snufje is voldoende om een baksel –wat het ook is– een zeer bijzonder karakter te geven. Mijn bakker heeft zich de taart van mijn moeder altijd goed laten smaken.
Eén keer vergat mijn moeder onze trouwdag. Wat vond ze dat erg. Een paar dagen later kregen we de appeltaart alsnog.
Ooit is de taart onder verdrietige omstandigheden gegeten. Op 5 februari 1996, twee dagen voor haar eigen verjaardag, was mijn moeder al vroeg bezig met de taart – niet wetend dat haar man, mijn vader, die dag onverwacht zou overlijden.
In september 2004 verhuisde ma naar een bejaardenwoning. Het fornuis maakte plaats voor een magnetronoven, waar ze niet zo goed mee om kon gaan. Geen probleem. Ze maakte de appeltaart bakklaar, en ging met de taart op de fiets naar m’n broer. Hij kreeg de opdracht om hem af te bakken.
Dat ging zo door tot oktober 2014. Mijn broer en schoonzus zouden hun 25e appeltaart krijgen. Maar ma had in het ziekenhuis gelegen en zag het niet zitten om de taart te maken. Ook geen probleem. Onze zoon, toen 18 jaar en leerling-brood- en -banketbakker, kreeg de opdracht om de taart voor zijn oom en tante te maken. In januari 2015 kon mijn moeder gelukkig zelf weer aan de slag voor mijn zus en zwager.
In april van dat jaar maakte ze de twintigste appeltaart voor onze trouwdag. We hadden net de keuken verbouwd en een fornuis met oven in gebruik genomen. Dus in plaats van dat broerlief het deed, konden wij onze taart thuis afbakken. Het was de laatste taart die mijn moeder maakte. Op 21 juni 2015 is ze overleden, op 78-jarige leeftijd.
De traditie van de huwelijks-dagtaart bleef. Vorig jaar augustus waren mijn zus en zwager 12,5 jaar getrouwd, en Antje, onze dochter van 11 jaar, heeft de appeltaart gebakken. Het snufje moederliefde is toen vervangen door een mespuntje familieband – ook niet te koop. In oktober 2015 hebben wij de taart gebakken voor mijn broer en schoonzus. Ze hebben dat zeer gewaardeerd. De taart heeft dus een andere smaak gekregen, maar zeker geen mindere.”
---
Appeltaart
Ingrediënten (voor een vorm van 20 cm doorsnede)
Voor het deeg:
- 250 g bloem
- 150 g boter
- 125 g basterdsuiker
- 1 ei, losgeklopt
- geraspte schil van 1 citroen
- zout
Voor de vulling
- 500 g vaste zure appelen (zoals goudreinetten)
- ongeveer 50 g suiker
- kaneel
- 2 beschuiten
Doe de bloem, de boter, de basterdsuiker, de helft van het ei, de citroenschil en het zout in een kom. Snijd de boter met twee messen in kleine stukjes en kneed alles met een koele hand door elkaar tot een soepele deegbal.
Beboter de springvorm. Druk twee derde van de bal deeg gelijkmatig op de bodem en langs de zijwand van de vorm uit. Maak de 2 beschuiten fijn en strooi dit kruim op het deeg. Schil de appelen snijd ze in vieren, verwijder de klokhuizen en snijd de appelen in schijfjes. Leg de helft van deze schijfjes netjes in de deegbak; bestrooi de eerste laag met suiker en kaneel. Leg daarna nog een laag appelschijfjes in de vorm en bestrooi ook deze met suiker en kaneel.
Verwarm de oven voor op 165 graden Celsius. Bestuif het aanrecht en de deegrol met bloem.
Rol het achtergehouden deeg uit. Snijd er smalle repen van en leg de helft daarvan evenwijdig over de taart. Leg de andere re-pen er zo overheen dat het een netwerk wordt. Druk de uiteinden van de deegrepen op het deeg van de rand vast. Bestrijk het deeg met de rest van het losgeklopte ei. Bak de taart in circa 50 minuten donkergoudbruin.
(Bron: ”Gasovengeheimen. Wenken en recepten voor het gebruik van het Pelgrim gasfornuis”.)