Zwarte lijst IGZ telt vooral concerns
Het zijn met name de grote zorgconcerns die hun verpleeghuiszorg niet helemaal op orde hebben.
Dat blijkt uit een lijst van 150 instellingen die staatssecretaris Van Rijn (VWS) dinsdagavond laat openbaar heeft gemaakt en waarop de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) het afgelopen jaar extra toezicht hield.
Van de 150 zijn er 11 waarop de inspectie verscherpt vervolgtoezicht gaat houden, omdat in 2015 geconstateerde tekortkomingen eind april nog onvoldoende waren verholpen.
Het gaat met name om procedurele tekortkomingen, zoals het naleven van protocollen rond bijvoorbeeld het medicijnbeheer.
Tot deze elf behoort onder meer de Stichting WoonZorgcentra Haaglanden (WZH), waar Van Rijns moeder wordt verpleegd. Andere grote namen zijn: Careyn, Evean Zorg Amsterdam, Stichting Amstelring Groep en Stichting Humanitas.
Van de 150 instellingen zijn er 38 waarop het preventieve toezicht wordt verlengd. Door middel van onaangekondigde bezoeken en gesprekken met de raad van bestuur wil de inspectie bij deze instellingen de vinger aan de pols houden. Twee van deze instellingen hebben een protestants-christelijke signatuur: Norschoten uit Barneveld en Charim uit Veenendaal.
Bij 82 instellingen is het toezicht inmiddels opgeheven. Bij de resterende 19 is dat gebeurd onder het voorbehoud dat het nog niet opgeleverde eindrapport van de inspectie positief van toon zal zijn.
Volgens de inspectie kampen de als zwak beoordeelde verpleeghuizen in grote lijnen met twee problemen. De bestuurders zouden onvoldoende prioriteit geven aan de kwaliteit en veiligheid van de geboden zorg. Daarnaast zouden er zo veel nieuwe bewoners met een complexe zorgvraag zijn ingestroomd dat de kennis en kunde van het personeel niet altijd meer volstaan. „De zorgvraag is de laatste jaren gegroeid, de scholing heeft dat niet bijgehouden”, aldus een inspectiewoordvoerder dinsdag.