Hongaarse moslims zijn thuis in christelijk land
Islamisering gaat in tegen de Hongaarse grondwet, betoogde premier Orban enkele weken geleden. De sfeer rond moslims is duidelijk minder vriendelijk dan in West-Europa.
Volgens Orban verplicht de grondwet de regering ertoe de Hongaarse taal en cultuur te beschermen. De constitutie noemt Hongarije ook een christelijk land. Kortom, zei Orban: „Pogingen tot islamisering gaan in tegen de grondwet van Hongarije.”
Zoltan Bolek heeft er geen moeite mee als Hongarije een christelijk land wordt genoemd. Dat is nu eenmaal een feit, zegt de voorzitter van de Hongaarse Islamitische Gemeenschap. „Maar het is ook een feit dat wij als moslims in vrede willen leven. Wij wensen geen kalifaat. Wij willen werken en belasting betalen.”
Bolek heeft dus geen plan tot islamisering van de cultuur. „Ik ben gelukkig als Hongaar, en dat ben ik altijd geweest. Premier Orban wekt de indruk dat hij de islam zelf wil verbieden.”
De uitspraken van Orban waren niet nieuw. De premier staat bekend als iemand die de nationaal-christelijke identiteit van zijn land wil beschermen. En in Hongarije vallen het nationale en het christelijke doorgaans samen.
Immigranten
Het aantal moslims in het land is tot nu zeer beperkt: 50.000 (0,6 procent). Maar dat zijn de officiële cijfers. Bolek: „Veel onwettige immigranten zijn ook moslim. We weten dus niet hoeveel mensen wij in werkelijkheid vertegenwoordigen.”
Zelf is Bolek een geboren Hongaar. Op zijn 17e stapte hij over van de Rooms-Katholieke Kerk naar de islam. „Ik kon het geloof in de drie-eenheid niet meer op één lijn krijgen met de belijdenis dat er één God is. Ik heb heel lang gezocht, en in de islam gevonden wat mij gelukkig maakt.”
Bolek was toen student. Egyptische en Sudanese vrienden leidden hem naar de islam. „Er waren toen ook andere moslims in het land, uit Irak, Libië en Syrië. Maar dat zijn landen met een zachte islam. Die mensen dronken en gingen naar de disco. Die Egyptische en Sudanese vrienden waren strenger. Dat sprak me aan.”
Hij had verwacht dat zijn strengkatholieke familie geschokt zou zijn, maar dat viel mee. „Al vrij snel zeiden ze: We hebben allemaal één God. Zo zie ik het ook. Joden, christenen en mohammedanen dienen allemaal dezelfde God.”
Boleks overstap naar de islam vond nog plaats onder het communisme. Toen was alle godsdienst verdacht en waren er nauwelijks moslims in het land.
Na de val van het communisme eind jaren tachtig kwam er meer vrijheid. „Er kwamen meer buitenlanders het land binnen, uit Turkije en Pakistan. Maar ook zo’n 8000 Hongaren bekeerden zich in die periode tot de islam.”
Hulpverlening
Na de grote vluchtelingencrisis van vorig jaar heeft Bolek de Hongaarse regering een plan voor de integratie van islamitische vreemdelingen gestuurd. „Als moslimgemeenschap doen wij veel aan hulpverlening onder medegelovigen, zowel in gevangenissen als in opvangkampen. Wij weten dus redelijk wat er onder hen leeft. Ons plan is gericht op integratie, niet op assimilatie. Wel moeten vreemdelingen de nationale tradities accepteren en de taal leren. Wij kunnen nieuwkomers helpen zich te ontwikkelen tot goede staatsburgers.”
Bolek kreeg geen antwoord van de regering. Deze zomer probeert hij het plan opnieuw onder de aandacht te brengen. Meer openheid vond hij bij de Amerikaanse en de Duitse ambassade. „Die zijn vriendelijker dan de regering.”
De coalitieregering van Orbans partij Fidesz en de christendemocratische KDNP aarzelt nog een beetje tegenover moslims. Het extreemrechtse Jobbik is „islamofoob”, zegt Bolek. De grootste vijand zijn echter de media, zegt de voorzitter. „Als de politie een verdachte aanhoudt, staat er nooit in de krant dat iemand katholiek of protestant is. Maar zodra hij moslim is, lees je het.”
Om de kennis van het Hongaars te bevorderen, stimuleert Bolek het Hongaars in de moskee. „We hebben ook Turkse, Arabische en Pakistaanse moskeeën. Maar het is belangrijk dat er ook Hongaarse zijn. Dat wekt ook vertrouwen bij de plaatselijke bevolking.”
De islam in Hongarije is gematigd, stelt Bolek. „Het spreken over politiek in de moskee hebben we verboden. Wij zijn soennieten. Wij kunnen geen extremisten gebruiken. Er is nog niemand van ons naar de jihad vertrokken.”
Toch hebben de moslims nog regelmatig met discriminatie te maken. „Tegen vrouwen met hoofddoek wordt opgemerkt dat ze terrorist zijn. Ook ligt er weleens een varkenskop bij de moskee. En telefonisch krijgen we boodschappen dat we „naar huis” moeten gaan. Dat is natuurlijk lachwekkend, want Hongarije is altijd al mijn thuis geweest.”
Deze serie belicht de integratie van moslims in Europa. Deel 4: Hongarije.