Zes trends over de islam in Europa
Moslims en Europa: de verhouding was in bijna altijd al moeizaam. In tijden van een vluchtelingencrisis en toenemende terreur staat de relatie, niet zonder reden, opnieuw op scherp. Oude vijandbeelden beginnen aan een nieuw leven. Het wantrouwen over en weer groeit.
Drie keer is scheepsrecht. Blijkbaar geldt die oude wijsheid ook voor de aanwezigheid van de islam in Europa. Tweemaal leek deze religie gewapenderwijs voet aan de grond te zullen krijgen in het Westen. Beide keren mislukte dat. Maar nu wonen er op West-Europees grondgebied meer moslims dan ooit tevoren. Zonder dat er oorlog voor is gevoerd.
Hoe problematisch is dat? Zes trends bieden meer zicht op de achtergronden van de islam in Europa.
1. West-Europa is steeds populairder
Vooropgesteld: het beeld dat héél Europa enorme hoeveelheden moslims krijgt te verwerken, klopt niet. Wie de kaart bekijkt, ziet een duidelijke driedeling. De meeste moslims bevinden zich in het zuidoosten van Europa: Bosnië, Albanië, Kosovo en natuurlijk het Europese deel van Turkije. Die zijn daar al eeuwen, in feite sinds de tweede golf (zie ”Islam kwam in drie golven”). Dat geldt ook voor Rusland, waar de moslimbevolking zich al eeuwenlang met name concentreert in de Kaukasus met al z’n deelstaatjes.
Na het zuidoosten komt West-Europa. Frankrijk, Engeland, Duitsland, Nederland, België: de West-Europese landen bieden samen een thuis aan miljoenen moslims. Dat is wél nieuw. Tot pakweg zestig jaar geleden woonden in deze landen nauwelijks mensen die zich islamitisch noemden. Nederland kreeg een kleine zestig jaar geleden pas zijn eerste moskee. Door het einde van de kolonisatie, door gastarbeiders en door vluchtelingenstromen veranderde dat in snel tempo.
In Oost-Europa veranderde in diezelfde periode echter maar weinig. Het percentage moslims in, zeg, Polen of Wit-Rusland is altijd al buitengewoon laag geweest. Die landen zijn duidelijk niet in trek bij migranten.
2. Een „moslimvrij” land is negatiever
Dat Oost-Europa niet in trek is bij islamitische migranten zal voor een belangrijk deel te maken hebben met het feit dat ze daar niet erg welkom zijn. Uit een onderzoek van het gezaghebbende Pew-onderzoekscentrum bleek vorig jaar dat in Polen een meerderheid van de bevolking negatief over moslims in haar omgeving denkt. Datzelfde geldt voor sommige Zuid-Europese landen, zoals Italië. Daar heeft meer dan 60 procent van de bevolking een ongunstig beeld van moslims in hun land.
In West-Europese landen is het andersom. Tot driekwart van de bevolking kijkt daar positief naar de ‘eigen’ moslimpopulatie.
Kortom, waar relatief weinig moslims zijn, is het beeld doorgaans negatiever dan in landen waar relatief een groter aantal moslims woont.
Toch lijkt het beeld ook in West-Europa negatiever te worden. Zo zijn in Denemarken sommige wijken totaal gesegregeerd, met onlusten en protesten in de samenleving tot gevolg. „Je creëert zo geïsoleerde enclaves waar mensen worden afgehouden van iedere vorm van integratie. Dat is een vorm van kortetermijndenken die onderhuids juist problemen oplevert”, zegt prof. Jorgen S. Nielsen. Hij is hoogleraar hedendaagse Europese islam aan de universiteit van Birmingham in het Verenigd Koninkrijk en stond jarenlang aan het hoofd van een team onderzoekers die het gezaghebbende ”Yearbook of Muslims in Europe” produceren.
Welk Europees land doet het wél goed? Nielsen denkt aan Duitsland, waar grootschalige projecten bestaan waarin werkgevers hun best doen om vluchtelingen vakkennis bij te brengen. „Die kunnen snel de arbeidsmarkt op. Dat is een voorbeeld om na te volgen.”
3. Islamitische Staat heeft overal invloed
Als er één thema is dat alle moslims in Europa de laatste periode beroert, is het zonder twijfel Islamitische Staat (IS). Het is ontegenzeggelijk waar dat de terroristische groepering aantrekkingskracht uitoefent op sommige delen van de Europese moslimgemeenschap. Uit tal van landen, ook uit Nederland en relatief heel vaak uit België, vertrokken overwegend jonge moslims naar Syrië of Irak.
Bovendien zijn er de aanslagen uit naam van IS op Europees grondgebied, zoals in Frankrijk en België gebeurde. Die hebben, omdat ze zo vlakbij plaatsvinden, nog meer impact dan Syriëgangers die ver weg mensen opblazen – ook al zijn dat er veel meer.
Voor de samenstellers van het jaarboek was die enorme impact in heel Europa reden om de auteurs te vragen niet alleen te focussen op de gevolgen van IS, omdat ze het boek niet wilden veranderen „in een platform dat academische legitimiteit biedt voor de groeiende islamofobie in Europa.”
„De groep die loyaal is aan IS, is niet groot”, licht prof. Nielsen toe. „Ze zíjn er wel, de moslims die aanslagen plegen. Maar de uitdaging is juist om daardoor niet het beeld van alle moslims te laten bepalen.”
In de praktijk ligt dat duidelijk ingewikkeld: een aanslag in het hart van Europa blijkt, niet onverklaarbaar, veel meer impact te hebben dan de vele moslims en islamitische organisaties die na een aanslag afstand nemen van terreur.
4. Het wantrouwen neemt overal toe
Niet alleen onder de autochtone Europese bevolking neemt de angst en onrust toe. Ook, en misschien wel juist, de grote groepen goedwillende moslims merken dat terreur de agenda bepaalt. Bijna ieder Europees land voerde de afgelopen jaren de veiligheidsmaatregelen richting moslims op. Islamitische organisaties worden bijna overal onderworpen aan meer controlemaatregelen dan in de jaren vóór de opkomst van Islamitische Staat, zo blijkt uit het Yearbook of Muslims in Europe.
Soms zijn dat haast dictatoriale maatregelen, zoals in Azerbeidzjan. Daar is de potentiële dreiging van IS gebruikt om politieke dissidenten de mond te snoeren. Maar de grote lijn is door heel Europa hetzelfde: ieder land zoekt naar meer mogelijkheden om de islamitische gemeenschap in het gareel te houden.
Het is opmerkelijk dat die maatregelen in Zuidoost-Europa, waar al eeuwen een grote autochtone moslimbevolking leeft, net zo goed worden toegepast. Onderling wantrouwen en wederzijdse argwaan nemen in heel Europa toe, ondanks de historische verschillen.
„Het is een nieuwe versie van het aloude verhaal”, zegt prof. Nielsen. „We dachten dat dit oude verhaal van het zoeken naar een zondebok niet langer aanwezig was, maar het lag onder de oppervlakte klaar om weer tot leven te komen. Juist in tijden als deze, waarin we op zoek zijn naar onze nationale identiteit, treedt het zondebokmechanisme in werking.”
Dat mechanisme komt niet uit de lucht vallen. Wie de Europese geschiedenis tegen het licht houdt, ziet dat de relatie tussen de islam en het continent meestal moeizaam was. Niet overal, en ook niet altijd. Maar het treurige refrein van oorlog en verdrijving klonk uiteindelijk ook in de gebieden waar moslims al eeuwenlang leefden, zo lieten de Balkanoorlogen zien.
Uitsluiten dat dit opnieuw gebeurt, kan niemand, zegt prof. Nielsen. „Als je me dat tien jaar geleden had gevraagd, had ik gezegd: Onmogelijk dat wij in Europa moslims gaan verdrijven. Je zou uitgelachen worden als je het tegendeel zou beweren. Maar nu ben ik daar niet meer zo zeker van. Er klinken heel onaangename geluiden in Europa. Veronderstel dat Boris Johnson premier wordt in het Verenigd Koninkrijk, Wilders in Nederland, Le Pen president in Frankrijk en Trump in de Verenigde Staten. Dat is een nachtmerriescenario.”
5. Lang niet iedere moslim praktiseert
Is iedere moslim gepokt en gemazeld in zijn geloof? De vraag stellen is hem in feite beantwoorden. Moslim zijn is voor velen, ook in Europa, meer een identiteitskwestie dan een religieuze kwestie.
Dat wordt onderstreept door een analyse van het aantal moskeeën en gebedsruimtes die in Europa ter beschikking staan van moslims. Gemiddeld bevindt zich in Europa per 1700 moslims één moskee of gebedsruimte. In Nederland loopt die verhouding zelfs nog verder uiteen: er is hier één moskee per 2250 moslims. Dat past natuurlijk nooit, gezien de omvang van de gemiddelde moskee. Toch neemt het aantal moskeeën in Nederland al jaren nauwelijks toe. Het ligt vrijwel stabiel rond de 450.
De conclusie is dan ook simpel: een flink deel van de moslims bezoekt vrijwel nooit een moskee of gebedsruimte.
6. Er tekent zich een Europese islam af
Het aantal islamitische instituties in Europa is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Volgens Jonathan Laurence, hoogleraar in het Amerikaanse Boston en onderzoeker van islamitische institutionalisering, is dat een teken dat moslims hun „thuislanden” steeds minder nodig hebben om hun religieuze identiteit vast te houden.
Met andere woorden: er is langzaam maar zeker een Europese islam aan het ontstaan. Of nog beter: er ontstaan op het moment allerlei nationale vormen van islam. „We zitten in een fase die zal uitmonden in een Franse islam, een Duitse islam, enzovoort”, schrijft Laurence in het Yearbook.
Van oudsher willen landen als Turkije en Marokko graag de macht over hun diaspora vasthouden, maar Laurence constateert dat dit steeds minder goed lukt. „Politiek gezien heeft het land van herkomst de macht verloren. Turkije en Marokko accepteren dat er een nieuwe realiteit ontstaat. Alleen religieus gezien valt er nog invloed uit te oefenen.” Maar met de komst van bijvoorbeeld westerse imamopleidingen kan ook die invloed minder worden.
Prof. Nielsen onderschrijft de komst van die diverse ”nationale islams”. „Groot-Brittannië loopt wat dat betreft voorop, omdat hier al sprake was van gezinshereniging in de jaren zestig. Op het Europese vasteland kwamen pas in de jaren zeventig en tachtig islamitische gezinnen. Daardoor hebben de kinderen uit moslimgezinnen in Groot-Brittannië een voorsprong; ze zijn ouder. Ik heb hen ook in mijn lessen gehad. Ze zijn heel verschillend, maar allemaal verkennen ze hoe de islam er straks uit moet zien.” Nielsen is niet pessimistisch over de uitkomst. „Die verkenningen gaan echt niet over wel of geen democratie. De aanwezigheid daarvan is vanzelfsprekend voor hen.”
Islam kwam in drie golven
De eerste golf: het zuiden
De komst van moslims naar Europa heeft zich historisch gezien langs heel verschillende lijnen voltrokken. Grofweg zijn er drie golven aan te wijzen. De eerste begon in 711, niet veel meer dan een eeuw na het ontstaan van de islam. De Moorse legerleider Tariq ibn Zijad viel toen, met zo’n 7000 man, Spanje binnen vanuit wat nu Marokko is. Het zou het begin worden van een welvarend en relatief tolerant islamitisch rijk op Europese bodem. Op z’n hoogtepunt besloeg dit rijk, bekend geworden als Al-Andalus, bijna heel Spanje en Portugal. De Moorse heersers hielden het bijna acht eeuwen vol. De laatste vesting, Granada, zou nog tot 1492 onder islamitisch bewind blijven.
Van deze eeuwen en de bijbehorende welvaart zijn nog allerlei zichtbare overblijfselen, vooral in het zuiden van Spanje. Het beroemdst is het Alhambra, een oud Moors paleis in de heuvels boven Granada. Maar een islamitische gemeenschap die haar wortels heeft in die tijd bestaat niet meer. De reconquista –de herovering van het Iberisch schiereiland door rooms-katholieke vorsten– maakte korte metten met iedereen die een ander geloof aanhing.
De tweede golf: het oosten
De tweede golf gaat terug naar de bloeitijd van het Ottomaanse Rijk. Dit kalifaat wist zich vooral in de zestiende eeuw razendsnel uit te breiden – iets wat tijdgenoot Maarten Luther erg bezorgd maakte. Tot tweemaal toe stonden de Turkse legers voor de poorten van Wenen: in 1529 en 1683. Tot een verovering van de cruciaal gelegen stad komt het niet. West-Europa blijkt een brug te ver voor de Ottomaanse legers. Wat wél lukt is politieke samenwerking. Onder meer Nederland gaat in de 17e eeuw een relatie aan met de Turkse Ottomanen. Het is de tijd waarin het omstreden motto ”Liever Turks dan paaps” wordt geboren: een motto dat onder anderen de theoloog Voetius voor zijn rekening nam.
Voor Oost-Europa liggen de kaarten anders. Daar hebben de legers van het kalifaat wél voet aan de grond gekregen – en gehouden. Met name in de Balkan zijn er sindsdien regio’s die een grote islamitische minderheid –en soms zelfs een meerderheid, zoals in Kosovo– kennen.
De derde golf: het westen
Lagen het zuiden en oosten ooit letterlijk onder vuur van islamitische legers; de derde golf voltrekt zich veel geruislozer. Door immigratie en vluchtelingenstromingen is het aantal moslims in West-Europa van nagenoeg nul in 1950 gestegen naar zo’n 5 procent van de bevolking vandaag de dag. Demografen en statistici verwachten dat dit percentage in 2050 gegroeid zal zijn tot zo’n 8 procent. Serieuze onderzoekers die op termijn uitgaan van een islamitische meerderheid in West-Europa zijn er vrijwel niet.
Klik hier voor een interactieve kaart van Europa.
serie Islam in Europa
Deze serie belicht de mate van integratie van moslims in diverse landen van Europa. Vandaag deel 1: oude vijandbeelden herleven.