Het aroma van de Statenvertaling
De Delftse Bijbel uit 1477, de Keulse Bijbel uit 1478 en de Latijnse ”Biblia cum summariorum” uit 1519. Deze drie Bijbels openen de nieuwe expositie in het gebouw van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) in Leerdam.
In de vierkante tentoonstellingsruimte hangt een bibliotheekachtige stilte. Rondom liggen zo’n veertig Bijbels en boeken in vitrines van Amerikaans notenhout, elk in zijn eigen boekensteun, allemaal geplaatst in de tijdlijn van de geschiedenis.
Veel Bijbels zijn afkomstig uit de grote collectie die de Ridderkerker Wim van Gent in 2003 aan de Bijbelstichting schonk. In die collectie bevonden zich zeldzame puriteinse en voetiaanse werken en veel bijzondere Bijbeluitgaven. Bij de schenking was afgesproken dat de collectie toegankelijk zou worden gemaakt voor bezoekers.
De basis voor de tentoonstelling wordt gevormd door historische Bijbels, zegt Christiaan Bremmer, bibliothecaris van de GBS. „Deze Bijbels geven de geschiedenis van de Statenvertaling weer.”
Verder is er materiaal uit de geschiedenis van de GBS, zoals het eerste exemplaar van het kwartaalblad Standvastig (1966), het eerste toogdagprogramma (1966) en een brief van oud-premier Balkenende als bedankje voor het ontvangen van een Statenbijbel (2004). Ook te zien zijn synodale acta uit de zeventiende eeuw, een schoolplaat van de Dordtse Synode en een die ”De drukkerij van Plantijn, Antwerpen, 1570” uitbeeldt. Er staat ook een kabinetkastje met manuscripten van de familie Keur, de beroemde Bijbeldrukkers uit Dordrecht.
Een tweede element van de tentoonstelling is tekstinformatie, aangebracht op groene doeken langs de vier wanden, met een hoofdtekst op ooghoogte en een neventekst daaronder.
Een van de teksten stelt de vraag hoe het komt dat de Statenvertaling nog steeds zo veel kracht en zeggingskracht bezit. Het antwoord is een citaat uit 2011 van ds. Tj. de Jong, toenmalig tweede voorzitter van de GBS: „De GBS handhaaft de Statenvertaling vanuit eerbied voor de grondtekst, vanwege het aroma van de Statenvertaling, vanwege de kerkelijke uitleg in de kanttekeningen en de taal die we vinden in de confessies en andere geschriften van godzalige leraars.”
Over het belang van de Statenvertaling wordt ook nog revisor Ludovicus Gerardus à Renesse geciteerd: „Wij hebben een monument opgericht dat duurzamer is dan brons” (een uitspraak die hij ontleende aan de Romeinse dichter Horatius).
Op de groene doeken is veel aandacht voor de geschiedenis van de Bijbelstichting. Aan de hand van een tijdlijn worden de ontwikkelingen aangegeven, te beginnen bij 1963, toen de christelijke gereformeerde H. Kooistra uit Damwoude de eerste aanzet gaf tot de oprichting van de Bijbelstichting, tot aan april 2016, toen de stichting in de Grote Kerk te Dordrecht het vijftigjarig bestaan herdacht.
De tekst wordt verluchtigd door foto’s, zoals van de eerste toogdag in de kerk van de gereformeerde gemeente aan het Mijnsherenplein te Rotterdam-Zuid (1966), de opening van het huidige kantoor in Leerdam (1987), en veel portretten van mensen die belangrijk waren voor de GBS, zoals van ds. H. van Leeuwen, ds. J. van Haaren, ds. A. J. Wijnmaalen, ds. F. Mallan, ds. P. Blok en L. M. P. Scholten, die in 2004 afscheid nam als GBS-directeur.
Het laatste paneel gaat over Bijbelverspreiding, onder het thema ”De Bijbel de wereld rond”. De tekst uit Handelingen 12:24 –„En het Woord Gods wies en vermenigvuldigde”– staat uitgeschreven in zes talen: in het Nederlands, Engels, Russisch, Hongaars, Frans en het Duits: „Das Wort Gottes aber wuchs und mehret sich.”
Op een tafeltje ligt een oude archiefdoos met scans van vertaalproeven van de Statenbijbel uit de afgelopen vier eeuwen. Iets verderop kunnen kinderen met behulp van een sjabloon hun eigen naam in gotisch aandoende letters schrijven.
Op een van de vier wanden draait op een groot scherm een rustige film, waarop de opengeslagen eerste druk van de Statenbijbel uit 1637 te zien is. Om de paar seconden slaan een paar handen hoorbaar een bladzijde om. Er wordt een tekst uitvergroot en aangewezen, dan weer iets uit de kanttekeningen, waarna er behoedzaam weer een bladzijde wordt omgeslagen. Dat gebeurt door mannenhanden, vrouwenhanden, van kinderen en van oude mensen. Bremmer: „De Bijbel moet gelezen worden door mensen. En Gods Woord is van levensbelang voor jong en oud: Onderzoekt de Schriften, want die zijn het die van Mij getuigen.”
Een prikbord vermeldt wat reacties van de eerste gasten die geweest zijn: „Hartelijk dank voor de rondleiding. Heel mooi gemaakt. En het was ook superleuk.”
De nieuwe tentoonstelling in Leerdam is opgezet door de museologen Paul Ariese en Anika Ohlerich uit Amsterdam.