Kerk & religie

Ds. B. J. van de Kamp (PKN) met emeritaat: „Mens moet leren niet zijn eigen eer te zoeken”

HARDERWIJK. Het is niet altijd gemakkelijk om te onderscheiden of mensen hun eigen eer bedoelen of de eer van God. Ds. B. J. van de Kamp: „Petrus bedoelde het ook goed toen hij Jezus bestrafte.”

Jan van Reenen
28 May 2016 13:22Gewijzigd op 16 November 2020 03:51
Ds. B. J. van de Kamp: „Predikanten zijn vatbaar voor narcisme, zeker als ze in de gemeente op een voetstuk geplaatst worden. Een kenmerk van het werk van Gods Geest is ootmoed.” beeld André Dorst
Ds. B. J. van de Kamp: „Predikanten zijn vatbaar voor narcisme, zeker als ze in de gemeente op een voetstuk geplaatst worden. Een kenmerk van het werk van Gods Geest is ootmoed.” beeld André Dorst

De predikant van de hervormde gemeente van Hierden ging op 21 mei met emeritaat. Sinds ruim een halfjaar woont ds. Van de Kamp in de Harderwijkse muziekwijk, een gedeelte van de wijk Drielanden. Het kan niet missen: zijn huis draagt de naam De lofzang. „Ik probeer in mijn leven een lofzang op God, de Bron van mijn leven, te zijn”, zegt de predikant.

Zijn studeerkamer heeft ds. Van de Kamp ingericht op zolder. Op het aangrenzende balkon is het heerlijk rustig om te zitten. Ook het balkon heeft een naam: Het Petrusplein. Dat herinnert hem aan een bezoek in 2012 aan Peru, toen hij bij zijn schoonzoon en dochter, het zendingsechtpaar Kommers, was. Op het platte dak van hun huis genoot hij daar van de omgeving. Toen zei hij: „Ik voel me als Petrus op het dak.” Zijn kinderen en kleinkinderen hebben dat onthouden en hem een bijbehorend naambord cadeau gedaan.

Voorzichtig

Ds. Van de Kamp heeft veel met Petrus. De „latere Petrus” is hem zeer lief geworden. „De apostel heeft door schade en schande geleerd wat is het is om Christus te volgen. Toen hij op dat platte dak was, kreeg hij een visioen met dieren die hij moest slachten en eten. Hij wilde dat niet omdat er onreine dieren bij waren. De Heere heeft hem geleerd om voorzichtig te zijn in zijn oordeel. Zo is het ook met mij gegaan.”

Toen ds. Van de Kamp jong was, was hij –net als Petrus– „heel vurig.” Hij probeerde anderen met veel vuur van zijn stand­punten te overtuigen. Dat gebeurde niet alleen op de jeugdvereniging in Driebergen, maar ook in zijn eerste gemeenten. Hij kwam erachter dat het zo niet ging en dat hij moest leren „om achter Christus aan te komen.”

Toen hij predikant werd in Wageningen had hij een hele leerschool achter de rug. Dat was ook wel nodig, want Wageningen was in de jaren negentig een kerkelijke gemeente met diverse wijkgemeenten uit de volle breedte van de kerk. De verhoudingen tussen die wijk­gemeenten waren gepolariseerd. Ds. Van de Kamp werkte mee aan het opstellen van een convenant, dat tot zijn verrassing door de kerkenraden geaccepteerd werd. Een van de afspraken daarin was om elkaar als wijkgemeenten niet te beconcurreren. „Het is een keerpunt geweest naar een meer respectvol omgaan met elkaar. Ik hoefde daarvoor geen water bij de wijn te doen. In de eerste plaats voelde ik me predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk, en niet van een bepaalde groep. Als je naar anderen luistert, ontstaat er bij hen vanzelf ruimte om naar jou te luisteren. Het voorzichtige van Wageningen was beter dan het vurige van Driebergen.”

Liefhebben

Tijdens zijn afscheidsdienst in Hierden op 8 mei preekte ds. Van de Kamp over het thema: ”God verlaat niet wat Zijn hand begon”. Daarin zei hij dat het niet vanzelfsprekend is om het geloof te behouden. In de loop van de jaren heeft hij velen, ook van zijn leeftijdgenoten, de kerk zien verlaten. „Het behouden van het geloof is geen verdienste. Het begint bij de Heere. Het belangrijkste is het liefhebben van de verschijning van onze Heere Jezus Christus. Daar ligt alles in. Hij heeft mij geleid en meegenomen door het leven.”

Tijdens de dienst kwam de predikant ook terug op de tekst waarmee hij precies 33 jaar geleden bevestigd werd in Bleiswijk: 1 Koningen 19:12. Daar gaat het over het suizen van de zachte stilte, waarin de Heere Zich aan de profeet Elia openbaart. „Het is in mijn leven een voortdurend leerproces geweest om te luisteren naar de stem van de Heere. Niet mijn woorden moeten de hoorders raken. Dat is het werk van de Heilige Geest.”

Ds. Van de Kamp gaat verder met zijn persoonlijke studie naar het verschil tussen het werk van de geest van de mens en de Geest van God. „We kunnen denken dat we heel principieel zijn, terwijl we alleen maar ons eigen standpunt verdedigen. Het is mij overkomen, net als Petrus. Ik dacht te weten wat Gods wil was, maar het was toch anders. Predikanten zijn vatbaar voor narcisme, zeker als ze in de gemeente op een voetstuk geplaatst worden. Een kenmerk van het werk van Gods Geest is ootmoed.”


Ds. B. J. van de Kamp

Brand Jan van de Kamp werd geboren op 
21 november 1950 in Ermelo. Hij groeide 
op in Kootwijk. Toen hij zes jaar was, ver­huisde het gezin naar Doorn, waar zijn vader –in dienst van de Nederlandse Hervormde Kerk– beheerder werd van Hydepark.

Van de Kamp werd onderwijzer in Hardinxveld-Giessendam en studeerde theologie in Utrecht. In 1983 deed hij intrede in de hervormde buiten­gewone wijkgemeente te Bleiswijk. Vervolgens diende hij de hervormde gemeenten van Scherpen­zeel (1987), Brakel (1992), Wageningen (1996) en Hierden (2004, wijk Dorpskerk). Op 
21 mei ging hij met emeritaat. Het echtpaar 
Van de Kamp woont in Harderwijk. Het heeft vier kinderen en negen kleinkinderen

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer