In de Leidse Morswijk lagen veel kapotte fietsen op straat te verroesten omdat de eigenaren de nodige reparaties niet konden betalen. De Fietskliniek biedt uitkomst. Vrijwilligers van de diaconale stichting Voor Elkaar Leiden repareren de tweewielers voor 1 euro.
Het is deze donderdagavond in mei druk in een zaaltje van een kerk in de Morswijk. Op de vloer ligt een groot plastic zeil. Daarop staan vijf fietsen, op de kop. Vrijwilligers plakken banden of verrichten andere reparaties. Aan de wand hangt een Bijbeltekst: „Geloof, hoop en liefde, maar de meeste van deze is de liefde.”
In een hoek van de werkplaats wachten de klanten tot hun fiets klaar is. Op tafel staan koffie, thee en water. Een gastheer knoopt een praatje aan met de bezoekers. Twee Afghaanse vrouwen –Rukshana en Liane– zijn druk in gesprek in hun eigen taal, het Dari.
De buurtbewoners vertellen dat ze via via van de Fietskliniek hoorden. Rukshana is hier niet voor het eerst. „Wij hebben oude fietsen. Die gaan snel kapot. Ik ben hier nu met een fiets die een lekke band heeft en waarvan de rem niet goed werkt. Mijn man is ziek en kan hem niet maken. Een reparatie in een fietsenwinkel kunnen we niet betalen.”
Platform
De Fietskliniek is een project van de diaconale stichting Voor Elkaar Leiden. Deze werd eind 2010 opgericht op initiatief van Jan Kruidhof, die in 2008 de deeltijdopleiding godsdienst pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede afrondde. „In het verleden werkte ik in het bedrijfsleven. Ik had een fijne baan, maar mijn vrouw en ik verlangden ernaar om meer van betekenis te zijn voor onze stad.”
In 2007 kwam Kruidhof –toen lid van een baptistengemeente– in contact met mensen die in Leiden een missionaire gemeente wilden beginnen. „We hebben ons als gezin bij dit initiatief –Crossroads– aangesloten. Van daaruit is een interkerkelijk diaconaal platform opgericht. In het begin deden er acht kerken uit Leiden mee. Nu zijn er ruim 25 kerken uit Leiden, Leiderdorp, Voorschoten en Oegstgeest aangesloten bij Voor Elkaar Leiden, van rooms-katholiek tot gereformeerde gemeente. Ook vier christelijke studentenverenigingen doen mee, waaronder Navigators en Panoplia, de Leidse afdeling van de CSFR.”
Kruidhof is als bestuurslid coördinator van de stichting, waarvoor zo’n 250 vrijwilligers actief zijn. Zij zetten zich onder meer in voor SchuldHulpMaatje, Hulp in Prakijk en een kinderclub. Een halfjaar geleden startte het project Jobhulpmaatje, waarbij vrijwilligers werkzoekenden ondersteunen.
Kruidhof: „Er komt veel kijken bij het zoeken van een baan: Wie ben ik, wat kan ik, hoe schrijf ik een sollicitatiebrief en hoe presenteer ik me? Sommigen kunnen op dat vlak extra hulp gebruiken. Die bieden onze vrijwilligers.”
Dien de stad
Twee keer per jaar staat ”Serve the City” (Dien de stad) op het programma, met extra aandacht voor speciale doelgroepen. In het project dat gisteren van start ging en tot en met zaterdag duurt, kanoën vrijwilligers met ex-gedetineerden uit een Exodushuis. Anderen maken een uitstapje met bewoners van de vrouwenopvang. Ook is er een sport- en spelmiddag voor hun kinderen.
Deze activiteiten voorzien in een behoefte, zegt Kruidhof. „Ex-gedetineerden ontmoeten niet vaak andere mensen. Het is zo belangrijk dat er aandacht voor hen is. Na afloop van een activiteit zeggen ze vaak: „Volgende week weer?” Maar dat zit er niet in. Hopelijk over een halfjaar of een jaar weer.”
Kruidhof zou het aanbod van Voor Elkaar Leiden graag uitbreiden met een relatiecursus, de Marriage Course. „Of dat een diaconale activiteit is? Ik denk het wel. Relaties zijn kwetsbaar. En een gebroken relatie kan een trigger zijn om in financiële problemen te komen. Een extra investering in huwelijken is zeker niet overbodig.”
Kapotte ketting
Het is negen uur geweest en de laatste klant rijdt op zijn gerepareerde fiets weg. Vrijwilliger Simon Dixon kijkt terug op een drukke avond. „Gemiddeld repareren we acht tot tien fietsen, vanavond waren het er elf, met hoofdzakelijk lekke banden. We moesten enkele mensen teleurstellen omdat er geen tijd meer was.”
Dixon, als chemicus werkzaam bij AkzoNobel, is vanaf de start in januari 2012 bij de Fietskliniek betrokken. „Het idee kwam van iemand van de Nederlands gereformeerde kerk die zag dat er in deze wijk veel fietsen lagen weg te roesten omdat mensen geen geld hadden om ze laten repareren. Ik was meteen enthousiast. Als tiener leerde ik van een broer fietsen repareren, ik vind het leuk werk.”
Dixon hield er rekening mee dat het project na enkele maanden wegens gebrek aan belangstelling zou stoppen. Dat bleek een misrekening. „We hadden al snel genoeg klandizie. Mensen komen via via bij ons terecht. We maken bewust geen reclame omdat we een grotere toeloop niet aankunnen. Het liefst zou ik ook in andere wijken een Fietskliniek starten, maar daar hebben we niet genoeg vrijwilligers voor.”
In de Morswijk leven veel mensen op of onder het minimum, weet Dixon. Klanten betalen 1 euro per reparatie plus de eventuele materiaalkosten. „Vanavond hadden we veel lekke banden, een andere keer zijn het meer kapotte kettingen. In de winter gaat het vaak om verlichting die het niet doet.”
De geboren Brit, die negen jaar in Nederland woont en ook in het kernteam van Serve the City zit, geniet van het vrijwilligerswerk. „Het spreekt me aan om iets voor anderen te betekenen en zo het geloof handen en voeten te geven.”