Hoe kon het gedachtegoed van de hervormde theocraat dr. Ph. J. Hoedemaker –heel de kerk en heel het volk– zo gemakkelijk ontaarden in de ideologie van de NSB? De grens tussen wereldvreemdheid en blindheid voor de antichristelijke tijdgeest lijkt soms flinterdun, toont het werk van Henk Tijssen aan.
Tijssen is een gedreven historicus en enthousiast verteller. Hij zit letterlijk op zijn praatstoel als hij zijn boeken over de „NSB-dominees” dr. W. Th. Boissevain (dat in 2009 verscheen) en ds. mr. L. C. W. Ekering en over de legendarische hervormde theocraat en politicus ds. C. A. Lingbeek toelicht en lessen trekt voor de huidige tijd.
Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw was er de opmars van de Rooms-Katholieke Kerk en van het nazisme. Het was een tijd van chaos, bedreiging en onzekerheid. De huidige tijd roept opnieuw onzekerheid en angst op, onder meer door de vluchtelingenproblematiek en de oprukkende islam. Als historicus wil Tijssen midden in deze tijd staan en trekt hij graag lering uit het verleden.
Zijn eerste twee boeken brengen de relatie van de Hervormde Kerk en de NSB in kaart, aan de hand van de „NSB-dominees” dr. W. Th. Boissevain (1880-1945) en ds. mr. L. C. W. Ekering (1889-1964). Het ging hier om twee vooraanstaande en begaafde hervormde predikanten die met overtuiging voor de NSB kozen. Ds. Boissevain was vooral de intellectuele vormgever van het gedachtegoed van de NSB in christelijke kringen, ds. Ekering de begaafde spreker die volle zalen trok.
Opvallend was dat zij zich baseerden op het gedachtegoed van Hoedemaker, verwoord door de Hervormde (Gereformeerde) Staatspartij (HGS). Daarvan was ds. C. A. Lingbeek de lijsttrekker – over wie Tijssen zijn derde boek schreef. Veel HGS-stemmers kwamen bij de NSB terecht. De HGS had weer veel verwantschap met de SGP vanwege het accent op principiële politiek, de nauwe band tussen kerk en staat, het verzet tegen roomse invloeden en de huldiging van de trits ”kerk, Oranje en vaderland”.
Ingrediënten genoeg om woensdag –11 mei– op het Hoornbeeck College in Kampen een presentatie aan Tijssens boeken te wijden, met als sprekers dr. R. Bisschop (”De Hervormde (Gereformeerde) Staatspartij en de Staatkundig Gereformeerde Partij”), dr. B. J. Spruyt (”De vergissing van het drievoudig snoer”) en dr. E. G. Bosma over ds. L. C. W. Ekering.
De rode draad in deze boeken vormt het gedachtegoed van de hervormde theocraat Ph. J. Hoedemaker en zijn ideaal van de ongedeelde natie en een Godbelijdende staat. Loopt er soms een stippellijn naar de NSB?
„Zeker, de NSB had als eerste bron het Godsvertrouwen in het partijprogramma opgenomen. Dat was een algemene term, maar daarmee gaf de beweging aan dat zij min of meer een Godbelijdende staat voorstond. De Orde van Getuigen van Christus, waartoe veel predikanten behoorden die de NSB een warm hart toedroegen, formuleerde het in die geest. De Duitsers zinde deze orde niet, want de bezetter wilde juist kerk en staat scheiden. De NSB keerde zich tegen de ontbinding van de natie, de verwording van de wereld en wilde opkomen voor een sterk gezag. Zij was tegen de democratie, wat ook weer verbond met de HGS. Zoals Mussert de sterke man in de staat was, zo moest er een ook een sterke man in de kerk zijn, het liefst een bisschop. Niet voor niets droeg Boissevain zijn proefschrift op aan Nathan Söderblom, de bisschop van Zweden.”
Kon men christen én lid van de NSB zijn?
„Ja, zeker in de begintijd. Ik denk zelfs dat er kinderen van God onder geweest zijn. De NSB was geen nazistische beweging en de dominees die ik beschrijf, waren geen nazidominees – daarin moeten we wel eerlijk zijn. Dat werd anders toen het ware karakter van het nazisme openbaar kwam en er steeds meer verhalen bekend werden van vervolging van Joden.
Ekering en Boissevain bleven de beweging echter trouw en hun levens eindigden tragisch. Boissevain kwam onder onduidelijke omstandigheden vlak voor de Bevrijding ten val en overleed. Sommigen vermoedden zelfs een zelfmoord, maar daar is officieel niets van bekend. Hij is door zijn plotselinge dood wel een gerechtelijke veroordeling misgelopen. De altijd welbespraakte ds. Ekering wist nauwelijks een antwoord te geven op de vragen van het Amsterdams Tribunaal en kreeg te maken met strafmaatregelen. Hun nazaten lieten mij weten hoe vaak ze erop aangesproken werden dat ze familielid van een NSB-dominee waren.”
Uit uw boeken rijst het beeld op van gedreven mensen en partijen, die echter blind waren voor de gevaren van de eigen tijd.
„Toch ook weer niet helemaal. Ds. Ekering was een Amsterdamse predikant die bewogen was met de sociale problematiek van de arbeiders in de hoofdstad. De NSB was modern en wilde zuiloverstijgend zijn en zich richten op het gehele volk. Haar ideaal van een nieuwe orde was iets nieuws. Ds. Lingbeek had wel iets wereldvreemds. Zijn principiële politiek was gebaseerd op idealen die in de jaren twintig en dertig nauwelijks haalbaar waren. Wie dacht er in crisistijd nu aan artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, over de theocratie? De HGS sloot niet of te weinig aan bij de heersende tijdgeest. De theologische ontwikkelingen in de twintigste eeuw en de opkomst van de oecumenische beweging ontgingen Lingbeek. Zijn partij wilde het Nederlandse volk weer terugleiden naar de Hervormde Kerk en het protestantisme. Lingbeek fulmineerde in 1937 tegen het neocalvinisme van Kuyper, terwijl de mensen in die tijd wel iets anders aan hun hoofd hadden. Lingbeek was een wat exotische verschijning in de Tweede Kamer. Hij leefde eigenlijk in de negentiende eeuw, had iets aristocratisch en keerde zich tegen het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.”
Zat dat wereldvreemde ook niet in zijn voortdurende waarschuwing tegen Rome terwijl de wereld in brand stond?
„Men was terdege beducht voor Rome vanwege de sterke emancipatie van het roomse volksdeel. Vooral het aantreden van een roomse minister-president werd als een schok gezien. Zelfs koningin Wilhelmina wilde in eerste instantie geen roomse premier. Dat neemt niet weg dat men eerder het communisme dan het nazisme vreesde. Maar hoe zouden wij in die tijd gereageerd hebben? Men zag de tijd als donker, een tijd van oordeel en rampen. De voorgangers gaven vaak geen oplossingen en spraken vooral over de oordelen. Er waren overigens ook uitzonderingen in het verzet tegen de geest van de tijd. De HGS’er ds. P. M. J. Krop beschouwde de Duitse overheid niet als Gods dienares. Hij was principieel Duitsvijandig. Hij was de enige hervormde predikant die vanwege zijn opvatting over artikel 36 veroordeeld werd. Men sloot hem op in het concentratiekamp Dachau. Uiteindelijk overleed hij in 1947 aan de gevolgen hiervan.”
Ds. Lingbeek en zijn partij doen sterk denken aan ds. Kersten en de SGP. Waar liggen de overeenkomsten en de verschillen?
„Principieel schurkten de SGP en de HGS tegen elkaar aan. Maar het grote verschil was dat de SGP –hoe vreemd het ook klinkt– minder aan getuigenispolitiek deed. Kersten kwam op voor de boeren en de vissers, en nam deel aan het gewone politieke bedrijf, terwijl Lingbeek dat nauwelijks deed. Maar Lingbeek was ruimer op het punt van de zondag en minder stellig in het verbieden van de bioscoop en het verzet tegen vrouwenkiesrecht. Hij wilde de openbare school met de Bijbel niet loslaten, terwijl Kersten zich juist sterk maakte voor eigen scholen. Ook tegenover rooms-katholieken ging Kersten veel verder. Het liefst zou hij alle roomse godsdienstoefeningen verbieden. Volgens Lingbeek preekte Kersten een stug, benauwend puritanisme, waar hij wars van was. Zoals de SGP de luis in de pels van de ARP was, zo was de HGS dat in die van de CHU, die volgens de HGS te veel onder de invloed van de ethische theologie was gekomen en de erfenis van Hoedemaker verloochende.”
Wat kunnen christenen in deze tijd leren van iemand als ds. Lingbeek?
„Voor mij was onthullend zijn kritiek op de oefenaars. Vooral op de Veluwe maakte hij die mee, toen hij predikant in Voorthuizen was. Lingbeek had geen hoge pet op van deze oefenaars, die er volgens hem vaak hun speciale werk van maakten om al wat de dominees hadden opgebouwd, weer af te breken. Het ging hen om wonderlijke bekeringswegen. Men moest kunnen vertellen over wat men had meegemaakt, anders was men er nog niet. Zij beriepen zich op bijzondere openbaringen die mensen losweekten van de kerk. God werkt echter middellijk door Zijn Woord en Geest. Het is gevaarlijk om je te laten leiden door allerlei voorspellingen en angsten. Helaas gebeurt het nog vaak in de kerk dat God voor het eigen karretje wordt gespannen. Overigens maakte Lingbeek ten aanzien van oefenaars één gunstige uitzondering, namelijk voor Wulfert Floor.”
U schrijft ook regelmatig in het blad In het Spoor, dat zich sterk maakt voor getuigenispolitiek.
„Ik sta ook voor getuigenispolitiek, maar wel op eigentijdse wijze. Ik denk dat de SGP daarin een goede weg bewandelt door met haar beginselen midden in deze wereld te staan. De politieke praktijk vraagt om samenwerking. Lingbeek liet zich te veel leiden door haat tegen de tegenstanders, zoals de roomsen, en verviel uiteindelijk in een wij-zijdenken. Maar toch had hij ook weer gelijk toen hij constateerde dat door de antithese van Kuyper en Kersten op politiek terrein het zicht op het gehele volk verloren is gegaan. De gebeurtenissen van 1834 en 1886, Afscheiding en Doleantie, hebben hem daarin gelijk gegeven. Niet voor niets waren ook de kohlbruggianen een belangrijk deel van zijn electoraat. Voor Lingbeek was de Hervormde Kerk ondanks alle gebreken een planting Gods, de wettige voortzetting van de algemene, christelijke kerk. Hij streefde naar reorganisatie van de Hervormde Kerk, maar dan wel in de geest van Hoedemaker, een reorganisatie die zou leiden tot reformatie, en dat zou leiden tot regeneratie van Nederland, zodat Nederland weer een protestants land werd.”
Henk Thijsen
Henk Tijssen werd geboren in Tholen (1977). Hij studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Tijssen is docent burgerschap en commerciële vakken aan het Hoornbeeck College te Kampen. In 2009 publiceerde hij ”De dominee van de NSB. Boissevain en zijn gang van de Nederlandse Hervormde Kerk naar het Nationaal Socialisme”. Woensdag presenteert hij in Kampen de boeken ”NSB-predikant. Ds. mr. L. C. W. Ekering (1889-1964) en zijn keuze voor het nationaalsocialisme” en ”Om het behoud van Protestants Nederland. Biografie van C. A. Lingbeek, dominee en politicus”. Dit jaar is hij een promotieonderzoek gestart naar de kleine christelijke partijen (HGS, CNA en CDU) van vóór de Tweede Wereldoorlog. Tijssen is lid van de gereformeerde gemeente in Nederland te IJsselmuiden, is gehuwd en heeft vier kinderen.