Kabinet verkoopt Koninklijke Nederlandse Munt
DEN HAAG (ANP). Het kabinet heeft besloten de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) te verkopen. Dat zei staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën vrijdag na de ministerraad. Het sinds 1567 in Utrecht gevestigde bedrijf verkeert al langer in financieel zwaar weer.
De onderneming beperkt zich alleen tot productie van munten en mist daardoor heel veel kansen, verklaarde de staatssecretaris. Bovendien is deze markt structureel moeilijker geworden. „Onder overheidsaandeelhoudersschap kan het bedrijf niet echt tot bloei komen.”
Er hebben zich inmiddels al bedrijven gemeld om het Munthuis te kopen. Hoeveel het moet opbrengen of wanneer de verkoop rond is, kon Wiebes niet zeggen. Hij wil wel graag tempo maken met de verkoop. Nederland blijft „vooralsnog” klant, maar het is denkbaar dat in de toekomst Nederlandse munten in een andere land worden gemaakt.
De KNM slaat sinds 1807 de Nederlandse munten. Nu gaat het vooral om stuivers, verder worden er veel buitenlandse munten geslagen. Een order uit Chili om 850 miljoen peso’s te produceren zorgde voor grote problemen en leverde het bedrijf een boete op wegens wanprestatie. De KNM heeft grote schulden. Topman Maarten Brouwer vertrok eind vorig jaar al.
In een verklaring laat de KNM weten dat de bewindsman met de verkoop „een logische weg volgt die duidelijkheid geeft voor de toekomst en tegelijkertijd de continuïteit waarborgt”. Ook betekent het dat het Munthuis straks meer commerciële activiteiten ontplooien. Er werken zo’n 130 mensen bij het staatsbedrijf dat in 1994 is verzelfstandigd.
De stap van Wiebes staat niet op zichzelf in Europa. Een aantal andere landen waaronder Zweden, Denemarken, Noorwegen en België denkt ook na over een andere relatie met zijn Munthuis of heeft dit al gedaan, aldus Financiën. Het verkoopproces kan beginnen na goedkeuring van de Tweede Kamer.