APELDOORN. In de grote zaal van het RD-gebouw in Apeldoorn staan doorgaans mannen in driedelig pak achter het spreekgestoelte. Hoe anders was dat vrijdagavond. Zwaarbewapende en gemaskerde mariniers stormden het podium op.
Zwaaiend met een wapen rent een in het zwart geklede man met bivakmuts de bomvolle RD-zaal in. De terrorist plukt een man in legergroen uit het publiek en houdt hem onder schot. „Hé, knuppel! Lopen jij!” Als het slachtoffer het waagt een woord uit te brengen, snoert de terrorist de gegijzelde man de mond. „Hou je mond! Lopen jij!”
Dan klinkt uit de luidsprekers: „Gijzeling gaande bij Erdee Media Groep. Dader is in zwart geklede man, midden vijftig.” Een paar seconden later rennen twee militairen de zaal in. Het zijn tot de tanden bewapende mannen van Marsof (Maritime Special Operations Forces), de elite-eenheid van het Korps Mariniers. Het loodzware schild voor hun borst kan kogels uit een kalasjnikov tegen houden. Op het schild flitsen lichten aan. Zo raakt de tegenstander in verwarring. In een mum van tijd hebben de twee mariniers de terrorist tegen de grond gewerkt en geboeid. Geroutineerd controleren ze of de schurk nog ergens wapens verborgen houdt. De Marsoffers vragen de man die ze hebben bevrijd of er meer terroristen in de buurt zijn. „Nee, het gaat alleen om deze malloot.” Geblinddoekt wordt de terrorist weggevoerd, richting de uitgang van de zaal. Als de mariniers hem vastketenen aan de deurklink, klinkt gelach en applaus.
Geen kinderspel
Natuurlijk beseften de 200 belangstellenden vrijdagavond al gauw dat er een toneelstukje werd opgevoerd. Tegelijk kregen ze mee dat het werk van Marsof bepaald geen kinderspel is. Dat de mannen van de elite-eenheid opereren op de grens van leven en dood.
De abonnee-avond volgt op een recente serie reportages in het Reformatorisch Dagblad over de Marsof. Deze krant keek de afgelopen maanden in binnen- en buitenland achter de schermen bij de elite-eenheid en volgde de selectie en training van de mariniers. Marsoffers komen onder meer in actie bij terreuraanslagen in Nederland.
„De training liegt er niet om”, zei Gerard ten Voorde, defensieverslaggever bij het RD. Samen met fotograaf André Dorst trok hij op met de militairen. „Ze worden afgepeigerd. Ze gaan tot het uiterste en moeten dan nog een stapje verder. Onder extreme omstandigheden moeten ze de juiste beslissingen nemen. Terwijl er veel op het spel staat.”
Ellende voorkomen
Special forces (speciale eenheden) krijgen binnen de krijgsmacht een steeds belangrijker rol, vertelde Ten Voorde. „In 1990 telde Defensie zo’n 500 zwaar opgeleide militairen, nu zijn dat er zo’n 800. Militaire precisie wordt steeds belangrijker. Oorlogvoering is veranderd. Het gaat een land er niet alleen meer om zo veel mogelijk tanks en vliegtuigen te hebben. Van belang is ook dat special forces bijvoorbeeld specifieke doelen kunnen uitschakelen, om op die manier veel ellende te voorkomen.”
Waarom wil iemand bij een speciale eenheid dienen? Sergeant-majoor Gerwin, die met een bivakmuts op het podium staat: „Avontuur trekt mij. Als jongetje speelde ik soldaatje in de bosjes. De kameraadschap binnen Marsof is groot. Ooit waren we in Noorwegen. Achttien uur achter elkaar stonden we op de ski’s. Te lang. Iedereen was uitgeput. Een van de vermoeide mannen gaf zijn laatste slok koffie aan iemand die er nog slechter aan toe was. Dat zijn ongekend mooie ervaringen.”
Majoor ds. Gert Pennekamp (51), geestelijk verzorger bij de elite-eenheid („Mijn wapen is de Schrift”), krijgt van de Marsoffers geregeld „scherpe vragen over leven en dood. Het kan gaan om kwesties over schuld en wroeging.”
Hij loopt „niet de hele dag met de Bijbel opengeslagen” tussen de manschappen. „Maar ik probeer wel, met vallen en opstaan, mensen de brengen naar de Bron.” Rambo’s wil de predikant de Marsoffers niet noemen. „Het zijn voor mij superopgeleide, gepassioneerde mensen. De beste acties vind ik acties waarbij geen schot wordt gelost, waarbij een terrorist niet op het idee komt om te schieten.”
Niet bang
Fotograaf André Dorst vertelde hoe zijn bewondering voor de elite-eenheid is gegroeid. „Het zijn de ultieme vechtmachines die beschikken over de modernste middelen. Deze jongens kruipen niet bang weg. Ze gaan op dreigende situaties af. Voor uw en mijn veiligheid.”