Het orgel in de Adriaen Janszkerk in Rotterdam-IJsselmonde wordt zaterdagmiddag 9 april na restauratie weer in gebruik genomen.
Het tweeklaviers instrument (achttien stemmen) werd in 1868 gebouwd door Van den Haspel, Schölgens & Van der Weyde, drie orgelmakers die hun opleiding genoten in de werkplaats van de Rotterdamse orgelmaker Willem Hendrik Kam. Na diens overlijden zette het drietal van 1863 tot 1869 gezamenlijk Kams werkzaamheden voort. Zodoende kan het orgel van IJsselmonde volgens dr. Bart van Buitenen, adviseur bij de restauratie, worden beschouwd als het laatste instrument uit het huis Kam vóór het vertrek van diens zwager Willem Anthony van der Weyde naar de orgelmakers Adema in Amsterdam. „Het instrument vormt een belangrijke schakel tussen de bekende orgels in de Grote Kerk in Dordrecht en de Mozes & Aäronkerk in Amsterdam”, aldus Van Buitenen.
Het orgel onderging in 1917 een dispositiewijziging, werd in 1924 door de Utrechtse orgelmaker De Koff binnen de Adriaen Janszkerk verplaatst en werd in 1942 en 1957 gerestaureerd en uitgebreid door de Rotterdamse firma Valckx & Van Kouteren.
Bij de recente restauratie door orgelmakerij Reil uit Heerde is de dispositie van beide manualen gereconstrueerd naar de oorspronkelijke situatie. Ook is door herindeling van de pneumatische transmissielade van 1942 een grotendeels vrij sprekende Bourdon 16’ aan het pedaal toegevoegd. Drie labiaalregisters van het bovenwerk werden gereconstrueerd naar voorbeelden uit de school van Kam in onder meer Nieuw-Lekkerland, Ouderkerk aan den IJssel, Dordrecht en Rotterdam-Charlois. Voor de nieuwe Trompet 8’ stond een tongwerk van de gebroeders Adema in het Friese Deersum model.
Tijdens de ingebruikname (aanvang 15.30 uur), waarbij ook oud-burgemeester van Rotterdam Ivo Opstelten aanwezig is, wordt het orgel bespeeld door Bas de Vroome, organist van de Oude en de Nieuwe Kerk in Delft.