Bij de sociale kruidenier aan de Nieuwe Herengracht in Amsterdam rekent Jan (50, lang grijs haar) een tas vol boodschappen af. Bezweet maar dolgelukkig. Het vrachtje kost hem bijna niets. „De afgelopen week zat ik echt in de penarie.”
In de schappen van de kleine winkel zijn behalve katten- en hondenbrokken weinig voedingswaren te vinden. Wel liggen er wc-papier, tandenborstels, shampoo en panty’s. Non-food dus. Wie afhankelijk is van de voedselbank kan hier tegen een geringe vergoeding de overige boodschappen doen. Klanten maken gebruik van een pasje met een tegoed erop. Zeventig procent van de prijs gaat van het tegoed af, de overige 30 procent betalen zij zelf.
De sociale kruidenier is gevestigd in een kelder van de Corvershof, een van de monumentale gebouwen van de protestantse diaconie, pal aan de gracht. Met het initiatief wil de protestantse diaconie Amsterdammers die in armoede leven, aanzetten tot zelfredzaam zijn.
Op deze woensdagmiddag is er reuring genoeg in de straat. Bestelbusjes staan half op de stoep geparkeerd, deuren open, alarmlichten aan. Voor de voedselbank, in een kelder iets verderop, laden vrijwilligers kratten vol appels uit. Tegen de tijd dat de voedselbank opengaat, om kwart over drie, wordt het ook drukker bij de sociale kruidenier. Bezoekers schuifelen langs de schappen. Af en toe neemt er iemand plaats aan de bontgekleurde koffietafel. De kelder is niet alleen een winkel maar ook een ontmoetingsplek. Er is koffie en een luisterend oor van een vrijwilliger voor wie dat nodig heeft. Bovendien kunnen klanten die dat willen budgetadvies krijgen of een andere vorm van financiële hulpverlening. De sociale kruidenier werkt samen met maatschappelijke organisaties zoals Grip op je Geld, Bureau Straatjurist, Burennetwerk, Op Eigen Kracht, Stichting Present en Cordaan.
Keuzevrijheid
Hoewel de winkel nog in de opstartfase zit, schuift er nu en dan al een klant aan bij het legertje maatschappelijk werkers aan tafel. De hulpverleners luisteren, vullen formulieren in en plegen noodzakelijke telefoontjes naar allerlei instanties. Intussen krijgen klanten koffie van vrijwilliger Sylvia, een rasechte Amsterdamse of van projectleider Jessie Verhave. „Het is niet de bedoeling dat mensen hun spullen ophalen en meteen weer vertrekken”, vertelt Verhave, die zich ook wel kwartiermaker noemt. „We willen mensen op weg helpen door hen te laten ontdekken waar hun kracht ligt.” Een van de plannen is dan ook om mensen extra tegoed op hun pas te geven als ze een door de sociale kruidenier aangeboden cursus volgen en bijvoorbeeld leren budgetteren.
Het concept van de sociale kruidenier komt uit België, waar ze volgens Matthias de Vries, hoofd van het diaconaal bureau, veel verder zijn op het gebied van armoedebestrijding. „Je moet mensen niet alleen noodhulp bieden maar ook keuzevrijheid. Hulpverleningsinstanties redeneren nogal eens in de trant van: wij geven iets en dat heb je maar te accepteren. Bij ons krijgen mensen iets van de regie terug.” Inmiddels hebben meer dan veertig mensen zich geregistreerd als klant.
De Corvershof, waarin de sociale kruidenier is gevestigd, is een van de vier monumentale gebouwen die allemaal eigendom zijn van de hoofdstedelijke protestantse diaconie. De verschillende gebouwen en ruimtes worden verhuurd aan in totaal twintig non-profitorganisaties. Het wemelt er van de activiteiten voor ongedocumenteerden, daklozen, mensen met een beperking en mensen die in armoede leven. Er wordt hier gewerkt, geschilderd, gegeten en geslapen. In de Hoftuin zit de gelijknamige sociale horecaonderneming altijd vol mensen.
Het maakt De Vries blij dat het kerkelijke complex in het culturele hart van Amsterdam na al die eeuwen nog steeds in dienst staat van een goed doel. Als het aan hem ligt, gaat de prachtgracht, zoals de straat al wordt genoemd, nog meer in het oog springen van zowel Amsterdammers als toeristen.
Dat de kerk hier bezig is, hoeft wat hem betreft echter niet op de voorgrond te staan. „We doen wat voor de doelgroep, daar gaat het om. Daarbij werpen we niet onnodig drempels op.” De samenbindende visie die achter de projecten schuilgaat is dat er meer is dan alleen leven voor jezelf. „We willen omzien naar elkaar. Ons doel is vooral te faciliteren en te stimuleren niet zozeer het profileren van de eigen organisatie. Een diaken is slechts een bemiddelaar. Hier staat de wederkerigheid voorop.”
Projectleider Verhave hoopt daarom op nieuwe initiatieven van klanten en van buurtbewoners die ook nadrukkelijk bij het project betrokken zijn. „Ik heb al contact met een man die een wildplukwandeling wil organiseren waarbij je eetbare planten leert vinden in je eigen omgeving.”
Kattenvoer
Klant Jan heeft zijn boodschappentas neergezet en bijt in een stroopwafel. „Dit is toch veel te goedkoop?” vraagt hij zich hardop af. „Dit kan niet goed gaan.” Hij kan zijn geluk niet op. „Vorige week kocht ik hier kattenvoer terwijl ik nog maar 2 euro op zak had. Nu heb ik een tas vol voor 4 euro. Echt geweldig.”
De Amsterdammer lijdt aan verschillende aandoeningen en kan niet werken. Wanneer de rekeningen zich opstapelen, lukt het hem niet de eindjes aan elkaar te knopen. „Vorige week zat ik echt in de penarie. Ik ben nogal een zenuwlijer, weet je. De voedselbank heeft me door een paar moeilijke weken geholpen. En dit” –hij wijst om zich heen– „dit is echt een toetje, een kers op de taart. Het is meer dan geweldig.”