Biografie: G. van den End ging in de leer bij Guiljelmus Saldenus
De studie naar het leven en werk van de 17e-eeuwse predikant Guiljelmus Saldenus speelde een centrale rol in het leven van de hervormde predikant G. van den End. Op de eerste plaats stond echter het werk in de kerkelijke gemeente. Hij bleef voor alles herder en leraar.
Gijsbert van den End werd geboren in Melissant, op 10 november 1942. Hij studeerde van 1960 tot 1967 theologie in Utrecht. Op 29 september 1968 werd hij tot predikant bevestigd in de hervormde gemeente van Zalk en Veecaten, tussen Kampen en Zwolle. Hierna diende hij de gemeenten van Papendrecht (1973), Kampen (1980), Huizen (1986), Rijssen (1994) en Voorthuizen (1999).
Van den End besteedde zijn tijd zo veel mogelijk aan prediking en catechese. „Gemeenteleden hebben hem leren kennen als een gedreven prediker en een bewogen pastor. Scherpzinnig en gezegend met een luisterend hart”, aldus dr. M. van Campen na het overlijden van Van den End in De Waarheidsvriend, het orgaan van de Gereformeerde Bond. „Vergaderen en besturen waren niet zijn grote voorliefdes. Wanneer hij zich al eens liet strikken voor de een of andere functie, had hij er na enige tijd alweer spijt van.”
In de prediking was Van den End „evenwichtig, eerlijk, grondig, direct, aansprekend, leerzaam”, aldus Van Campen. „Hij was bezig als een vriend van de Bruidegom, die net als Johannes de Doper niets liever deed dan heenwijzen naar Christus, het Lam Gods dat de zonden der wereld heeft gedragen.”
Als theologiestudent in Utrecht schreef Van den End een doctoraalscriptie over de 17e-eeuwse predikant Guiljelmus Saldenus. In 1985 besloot hij die studie uit te werken tot een proefschrift. Zes jaar later, in 1991, promoveerde hij bij prof. dr. C. Graafland in Utrecht op een dissertatie met de titel ”Guiljelmus Saldenus, een praktisch en irenisch theoloog uit de Nadere Reformatie”.
Van den End was vooral geboeid door de visie van Saldenus op pastorale vragen. Zodra hij een gedeelte van zijn dissertatie hierover had afgerond, legde hij de tekst voor aan zijn vriend Van Campen. Deze hierover: „Hij had de gewoonte om via de telefoon hele passages van zijn concepttekst voor te lezen. Als het over deze aspecten ging, klonk zijn stem met de minuut enthousiaster.”
Vanuit het gedachtegoed van Saldenus concludeerde Van den End dat de prediking helder en pastoraal dient te zijn, en het resultaat van grondige studie. Ook pleitte hij voor het geven van geestelijke leiding in de preek en voor levensheiliging. In het bijzonder was Saldenus een voorbeeld waar het ging om vredelievendheid en het bewaren van de eenheid in de kerk. „Wij kunnen naar de mening van Saldenus gereformeerd zijn, zonder dogmatische kwesties op de spits te drijven”, zei Van den End hierover.
Op 7 oktober 2001 preekte ds. Van den End voor het laatst, over Psalm 122:6a: ”Bidt om de vrede voor Jeruzalem”. Vanwege vermoeidheid kon hij de daaropvolgende zondagen niet meer voorgaan. Enkele weken later bleek hij te lijden aan een ernstige ziekte. Gijsbert van den End overleed op 19 december 2001. Hij werd 59 jaar oud.