Binnenland

Recreëren in de geest van Juliana

30 March 2004 10:39Gewijzigd op 14 November 2020 01:05

UTRECHT - Op heel jonge leeftijd trok prinses Juliana met haar ouders of alleen door Nederland en woonde allerlei officiële plechtigheden bij. De filosofie van moeder Wilhelmina was dat het volk de toekomstige koningin moest leren kennen. Terug naar deze provincies. Vandaag: Utrecht.plattekst rafelen (u20,1,0(Als baby bezocht Leny Nieuwendijk het Utrechtse Julianapark in de wagen, als peuter op een fietsje. Nu, dertig jaar later, zet zich ze in voor een optimaal gebruik van het park door jong en oud. Haar taak is tijdrovend, maar Nieuwendijk weet van geen ophouden. „Dat park, daar kom ik nooit meer van los.”

Met blosjes op haar wangen vertelt ze in haar woning in Zuilen over het Julianapark, ’haar’ Julianapark, dat tot een jaar of twaalf jaar geleden een nogal slapend bestaan leidde in de voormalige Utrechtse arbeiderswijk. „Alleen de kleintjes en de 65-plussers wisten het park te vinden, voor de speeltuin en de jeu de boulesbaan. Ik heb de blaren op mijn tong moeten praten om de wijk zover te krijgen dat er een festival, het liefst multicultureel, in het park kon komen. Dat zag ik als de enige mogelijkheid om het park aantrekkelijk te maken voor alle leeftijdsgroepen.”

Tijdens haar werkzaamheden voor het park ontmoette Nieuwendijk haar man Hans, die al gauw met hetzelfde sop bleek overgoten. Beiden zijn intussen actief in het door Leny opgerichte Wijkcomité Julianapark; hij als voorzitter, zij als secretaris.

Momenteel is het paar vooral druk met het adviseren van de gemeente bij de herinrichting van het park. Voor de wijkbewoners -Hans en Leny incluis- was er afgelopen vrijdag een rondleiding. Nieuwendijk: „Even is overwogen de rondleiding te verplaatsen vanwege het overlijden van Juliana. Uiteindelijk ging die toch door, alleen in een meer sobere vorm.”

Merkwaardig genoeg duiden zowel de lokale media als de bevolking het park bij voorkeur nog aan met ”de Tuin van Kol”, naar de oorspronkelijke aanlegger en vormgever, de bankier Jan Kol. De abrupte naamswijziging -van Tuin van Kol naar Julianapark- gaat er, vooral bij de oudere generatie, nog maar moeilijk in.

Eigenlijk, weet dr. Anbertus van Hulzen, is de verhouding tussen Utrecht en het park vanaf het begin een problematische geweest. „Kol legde het park in 1903 aan voor de fabrieksarbeiders. Oorspronkelijk was het dus een recreatiepark”, doceert de 98-jarige stadshistoricus. „Kort daarna bood hij het de gemeente Utrecht echter gratis aan, maar die wilde het niet hebben. Het lag in Zuilen, veel te ver buiten de stad, en het onderhoud kostte de stad alleen maar geld. Toen de gemeente het in 1928 van de erfgenamen Kol kocht, kostte het 147.000 gulden.”

Na de aanschaf besloot de gemeente het park in het kader van een werkloosheidsproject uit te breiden met een paviljoen. De opening ervan door prinses Juliana die de gemeente in petto had, ging echter niet door. De voorbereidingen die de prinses voor haar huwelijk met prins Bernhard moest treffen, doorkruisten het plan.

Noch Nieuwendijk noch Van Hulzen kan zich heugen dat de prinses ooit in ’haar’ park geweest is. „Wel in de stad zelf”, zegt Van Hulzen, „bij de opening van het eerste vaste Jaarbeursgebouw.”

Dat de domstad geen nieuw park naar de prinses vernoemde, maar gemakshalve koos voor de naamswijziging van een al bestaand park, is volgens de stadshistoricus tekenend voor de slordige omgang van de stad met haar verleden. „Het park had gewoon Tuin van Kol moeten blijven heten, het is zijn verdienste. Prinses Juliana heeft er niets mee van doen gehad.”

De beslissing onderstreept bovendien dat de Utrechtse gevoelens voor het Oranjehuis altijd wat lauw geweest zijn. „Al tijdens de Spaanse overheersing hadden ze hier weinig op met Willem van Oranje, omdat hij ook stadhouder van Holland was”, zegt Van Hulzen. „Toen de regeringsperiode van Emma aanbrak, veranderde dat.”

Toch mag het geen trendbreuk heten dat het stadsbestuur het Julianapark zo’n twee decennia geleden lelijk in de steek liet en het zonder ingrijpen liet verloederen. Leny Nieuwendijk schudt bedroefd haar hoofd als die fase de revue passeert. „Als je als kind in het park kwam, liet je het wel uit je hoofd met je fietsje op het grasveld te komen. En anders voorkwamen de parkwachters dat wel. Toen ik klein was, liepen er dagelijks twee rond. Later zijn die wegbezuinigd en kreeg de baldadige jeugd vrij spel. Eén parkwacht is vertrokken naar Zeeland, de ander kwam ziek thuis te zitten. Die verloedering, dat konden ze niet aanzien.”

Nieuwendijk geeft toe dat ook de naamgeving van het wijkcomité nogal toevallig is. Of de activiteiten die het comité in het park organiseert recht doen aan de prinses naar wie het vernoemd werd, is volgens haar evenmin punt van overweging.

Na het doorbladeren van een vuistdik fotoalbum stelt ze die mening bij. Vooral na het bekijken van de foto’s van tientallen kinderen, blank en zwart, die gereed staan om een festival te openen met het loslaten van witte duiven. Strookt dat niet volledig met de opvattingen van de overleden prinses? Nieuwendijk: „Ja, die zette zich altijd in voor de vrede.” Blij: „Maar dan zijn we eigenlijk altijd bezig geweest in de geest van Juliana. Ook met dat multiculturele en zo.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer