Dr. E. Hofman: Psalmen renoveren om te blijven waarderen
Dr. E. Hofman (1931) werkt aan een herziening van de oude berijming. Hij wil het psalmboek van 1773 niet alleen restaureren, maar ook renoveren. „Het gaat me aan het hart als ik zie dat de psalmen die me lief zijn vanwege de verouderde taal niet meer gezongen worden.”
Zo’n vier jaar geleden werd neerlandicus en dichter dr. E. Hofman uit Gouda gevraagd zitting te nemen in een interkerkelijke commissie die in opdracht van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland moest werken aan een herziening van de berijming van 1773.
Vorig jaar mei meldde de Gereformeerde Bond in haar jaarverslag dat ze besloten had het project op te schorten. Als reden werd genoemd dat er in GB-kring onder leiding van ds. A. Schroten een zangbundel wordt gemaakt waarin ook de psalmen in diverse berijmingen worden opgenomen.
Dr. E. Hofman stopte echter niet met het herzien van 1773 maar ging op persoonlijke titel verder met het project. Bijgestaan door een groepje meelezers –theoloog Elbert Boot, musicus Christiaan Ingelse en neerlandicus Gérard Simons– werkte hij inmiddels alle psalmen door.
Dezer dagen verschijnt bij uitgeverij Jongbloed een proefbundel waarin vijftien herziene psalmen (zie kaders met voorbeelden) van Hofman zijn opgenomen. Als de proef gunstig uitvalt, kan wellicht later dit jaar het complete herziene psalmboek op de markt worden gebracht.
Waarom bent u aan dit werk begonnen?
„Aanvankelijk zei ik nee toen ik voor de commissie van de Gereformeerde Bond werd gevraagd. Want het is geen kleinigheid. Een berijming die al bijna tweeënhalve eeuw meegaat, die klassieke trekken gekregen heeft, waaruit miljoenen mensen hebben gezongen, moet je die gaan herzien? Ik ben toch overstag gegaan. De oude berijming is me dierbaar. Deze psalmen zijn voor me gaan leven. Daarom gaat het me aan het hart als met name jongeren ze niet meer begrijpen vanwege de verouderde taal. Ik wilde wel een poging wagen om te voorkomen dat deze psalmen worden afgeschaft of ingeruild voor een nieuwe berijming.”
Kan dat wel, een bestaande berijming herzien?
„Ik weet dat er critici zijn die vinden dat je niet aan een bestaande berijming moet schaven. Het is ook niet eenvoudig. We hebben de herziening van de Statenvertaling gehad, maar dat ging om proza. Bij een berijming gaat het om poëzie. Dat vereist dichterschap. Want het gaat om meer dan hier en daar een woordje vervangen. Dat kan iedereen. Een dichterlijke herziening gaat verder. Het gaat niet alleen om restaureren, maar ook om renoveren. Zodat de berijming weer voor hedendaags gebruik geschikt is. Ik heb nu alle 150 psalmen gehad en kom tot de conclusie: het kan wél. Naast andere initiatieven met nieuwe berijmingen heeft een herziening een eigen bestaansrecht.”
Hoe ging u te werk?
„Uitgangspunt was om de psalmen van 1773 qua taal af te stemmen op de Herziene Statenvertaling (HSV) uit 2010. Dus waar verouderde woorden vervangen moesten worden, heb ik in de meeste gevallen gebruikgemaakt van de HSV om tot een alternatief te komen. Wat verouderde taal is, is natuurlijk een beetje subjectief. Dat heeft ook met leeftijd en taalervaring te maken. Daarin heb ik keuzes gemaakt. Zo is ”Gij” als aanspraak van God consequent vervangen door ”U”. Dat komt toch dichterbij. Daarnaast zit je met 18e-eeuwse taal. Het woord ”Opperwezen” heb ik vervangen. ”Eeuwig Wezen” is niet mijn meest geliefde aanduiding voor God, maar die vond ik nog wel kunnen.”
In sommige coupletten, zoals Psalm 68 vers 10 en 16, veranderde u slechts een enkel woord; andere strofen, zoals Psalm 1 vers 4, zijn vrijwel helemaal nieuw.
„Ik ben consequent te werk gegaan. De criteria die ik heb opgesteld, worden ook in een brochure uitgegeven, zodat iedereen ze kan nagaan. Psalm 68 vers 10 en 16 behoeven nauwelijks wijziging. Dat is me wel opgevallen: de psalmen die het meest gezongen worden, hoefden het minst aangepast. Daarnaast zijn er inderdaad heel wat psalmen die bijna helemaal nieuw zijn. In Psalm 1 vers 4 speelt mee dat dat couplet teruggaat op slechts één Bijbeltekst. Er is dus in de berijming heel veel opgevuld. Dan heb je als dichter een grotere vrijheid om iets nieuws te maken. Vooral als er, zoals in Psalm 1, ook nog eens veel 18e-eeuwse verlichtingstaal is gebruikt, zoals ”oprecht en rein van zeden” en ”het pad der deugd betreden”.”
Wat deed u met dierbare verzen?
„Ik wilde geen heilige huisjes ontzien. Dus verzen die dierbaar zijn voor mensen, ook voor mezelf, maar verouderde taal bevatten, heb ik eveneens aangepast. Zoals Psalm 43:4: woorden als ”kortstondig ongeneugt’” kunnen echt niet meer. Bovendien komt die frase helemaal niet uit de Bijbeltekst. Ook in Psalm 68:5 moest wat gewijzigd worden.”
Bent u niet bang dat deze herziening een nieuw sjibbolet wordt binnen de gereformeerde gezindte?
„Daar heb ik geen antwoord op. Ik heb dit werk gedaan vanuit een diep verlangen om de berijming van 1773 te bewaren voor een nieuwe generatie. En om wildgroei op het gebied van het lied in de gereformeerde eredienst tegen te gaan. Het is mensenwerk, maar ik hoop natuurlijk op een goede ontvangst. In mijn eigen gemeente, de Sint-Janskerk hier in Gouda, heeft de kerkenraad besloten bij wijze van proef uit mijn bundel te gaan zingen. Daar ben ik blij mee. Het is de bedoeling van de uitgever de proefbundel aan kerkenraden aan te bieden met de vraag na te gaan of deze herziening in de eredienst gebruikt kan worden. Het zal moeilijk zijn zo’n herziening binnen de gereformeerde gezindte een breed kerkelijk draagvlak te geven. De verdeeldheid is een diep betreurenswaardige zaak. Toch vraag ik ouderen om met name met het oog op de jongeren een stapje terug te willen doen en zo’n herziening een kans te geven. Taal is geen statisch gegeven. Door aan een taalkleed van bijna 250 jaar oud vast te willen houden, ben je als de Amish die in ouderwetse koetsjes blijven rondrijden.”
Wat heeft dit werk met uzelf gedaan?
„Ik heb dit ervaren als een uitermate verantwoordelijk werk. Je bent bezig met Gods Woord, en dat is heilig. Het gaat niet alleen om de buitenkant van de psalmen, om mooie poëzie. Er is ook een binnenkant, als de tekst voor je gaat leven en de Geest je onderwijst en troost vanuit de psalmen. Bij het berijmen heb ik menigmaal ervaren dat de Geest het werk vergemakkelijkte. Dat ik ontroerd raakte, maar dan anders dan alleen een ontroering vanwege literaire schoonheid. De oude psalmen van 1773 hebben mij m’n leven lang vergezeld en troost gegeven. Tijdens dit project heb ik mogen ervaren dat nieuwe woorden voor bijvoorbeeld Psalm 3, 27, 40, 43 en 66 dezelfde kracht kunnen hebben als de Geest Zijn werk doet.”
Psalm 1:2 en 4
Want hij zal zijn zoals een groene boom,
geplant langs beken bij een waterstroom,
die op zijn tijd met vruchten is beladen,
waarvan het blad niet afvalt op de aarde.
Hij groeit zelfs op in ramp en tegenspoed.
Het gaat hem goed, het lukt hem wat hij doet.
De HEERE kent wie in Zijn wegen gaan,
rechtvaardigen ziet Hij genadig aan,
Hij is hun trouw, zal daag’lijks voor hen zorgen,
in eeuwigheid zijn zij bij Hem geborgen.
De weg waarop de goddelozen gaan,
voert in de duisternis en zal vergaan.
Psalm 43:3 en 4
Laat, HEER’, Uw licht en waarheid stralen
en breng mij door hun glans en pracht
in Uw gewijde tempelzalen.
Daar zal ik ruimer ademhalen.
De berg wenkt waar Gods heil mij wacht,
Zijn gunst mijn pijn verzacht.
Dan ga ik op tot Gods altaren,
tot God, mijn blijdschap en mijn vreugd.
Dan zal ik, spelend op de snaren,
mij bij de blijde zangers scharen.
U bent, o God, van dat mij heugt,
mijn God, Die mij verheugt.
Psalm 68:5
Uw moede kudde woonde daar.
Uit goedheid, God, was U voor haar
een vriendelijk Beschermer.
U hebt ellendigen dat land
gegeven door Uw sterke hand,
o Israëls Ontfermer.
De HEERE gaf ons rijke stof
om van Zijn wonderen vol lof
met hart en mond te spreken.
Weldra begon een grote groep
herauten met een blij geroep
de loftrompet te steken.
Zie het dossier: www.rd.nl/herziening1773