Binnenland

Dordtse Julianakerk bevat een geheim

Op heel jonge leeftijd trok prinses Juliana met haar ouders of alleen door Nederland en woonde allerlei officiële plechtigheden bij. De filosofie van moeder Wilhelmina was dat het volk de toekomstige koningin moest leren kennen. Terug naar deze provincies. Vandaag: Zuid-Holland.

Evert van Dijkhuizen
23 March 2004 11:55Gewijzigd op 14 November 2020 01:04

Julianaweg, Julianaschool, Julianakerk. En de koster woont in de Prins Bernhardstraat. Mooier kan niet. Het Oranjegevoel ligt voor het oprapen in de Dordtse wijk Krispijn. Opvallend genoeg wonen juist in deze wijk veel allochtonen.

Toen de gereformeerden in 1928 aan de Mauritsweg een nieuw kerkgebouw openden, moest het godshuis eigenlijk wel Julianakerk heten. Vanwege de omgeving en omdat er in het centrum van Dordrecht ook al een Wilhelminakerk stond.

„Het getuigt van warme liefde voor het Oranjehuis om thans ook de eenige dochter van onze dierbare Vorstin te verzoeken haar naam te willen schenken aan dit bedehuis”, schreef Joh. Broekhuijsen, eigenaar van een muziekwinkel, in De Spiegel van 29 december 1928.

Sinds dat jaar domineert de Julianakerk haar omgeving. Gingen aanvankelijk de gereformeerden op, sinds 1977 is het godshuis eigendom van de gereformeerde gemeente. Ondanks deze wisseling behield het gebouw zijn naam, hoewel het er even om spande. „Ik kan me herinneren dat op de ledenvergadering stemmen opgingen om de kerk van naam te laten veranderen, maar dat was snel beslist”, vertelt koster J. H. Vink. „Het was én bleef Julianakerk.” Ook de bijbeltekst boven de hoofdingang -„In deze plaats zal Ik vrede geven”- was even onderwerp van discussie, aldus de 66-jarige koster. „Sommige mensen wilden de tekst weg laten halen, maar ook dat is gelukkig niet gebeurd. Ds. C. Harinck preekte bij de ingebruikname van de nieuwe kerk over het andere deel van deze tekst uit Haggaï 2: „De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden dan van het eerste”.”

De Julianakerk is een ontwerp van architect B. T. Boeyinga uit Amsterdam. Soortgelijke godshuizen zijn in diverse plaatsen te vinden, onder meer in Amersfoort, Haarlem, Lisse en Krabbendijke. Kenmerkend voor de stijl zijn de hoge muren, de donkerbruine stenen, het torentje en de langgerekte ramen. „Lekker makkelijk”, lacht Vink. „Eén tekening maken en overal dezelfde kerk bouwen.”

De Julianakerk is nog steeds een begrip in Dordt, aldus de koster. „Als je onze gemeenteleden vraagt waar ze kerken, dan zeggen ze niet: in de gereformeerde gemeente, maar: in de Julianakerk.” Niet iedereen vindt de vernoeming naar Juliana terecht, weet Vink. „Ds. C. de Jongste schrijft in zijn boek ”Wanneer ik voor U kniel” dat hij het vernoemen van een kerk naar een op dat moment nog levende persoon niet passend vindt. Ach, het is een mening.”

Het Dordtse bedehuis bevat volgens Vink een geheim. „Bij de bouw is ergens in de kerk een koker met een oorkonde ingemetseld. Die oorkonde is een verklaring dat het koningshuis toestemming geeft om de kerk naar Juliana te vernoemen. Ik vermoed dat de rol ergens rechts van de kansel zit.”

Voorzover Vink weet, heeft Juliana de naar haar genoemde kerk in Dordrecht nooit bezocht. Wel was zij diverse keren te gast in deze stad. Onder meer bij de watersnood. Op maandag 2 februari 1953 maakte koningin Juliana vanuit Dordrecht een inspectietocht naar de getroffen gebieden in de regio. Dat moet voor haar een dubbel bijzondere ervaring geweest zijn. Lang geleden was in deze omgeving een voorvader van Juliana, prins Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, om het leven gekomen. Hij verdronk op 14 juli 1711 bij de Moerdijkbrug.

Met de provincie Zuid-Holland had Juliana al vroeg een bijzondere band. De blijdschap over haar geboorte begon op Paleis Noordeinde in Den Haag. Het prinsesje verscheen op 5 juni 1909 voor het eerst in het openbaar toen ze werd gedoopt in de Haagse Willemskerk. Daarna maakte ze een ritje in de Gouden Koets. Aan het Haagse Lange Voorhout woonde ook haar oma, koningin-moeder Emma. Tijdens haar Leidse studentenjaren streek prinses Juliana in een gehuurde villa in Katwijk neer. Ze bracht met haar moeder Wilhelmina veel tijd door op De Ruygenhoek bij Scheveningen, om te tekenen en te schilderen.

Terug naar de Dordtse Julianakerk. Het verwondert koster Vink dat hij zo weinig last van vandalisme heeft. „Af en toe sneuvelt er een ruitje, maar met graffiti of andere vernielingen hebben we nog niet te maken gehad.” De Dordtse kerk is wel aan groot onderhoud toe. Ook wordt het gebouw (925 zitplaatsen) na de zomervakantie uitgebreid.

Afgelopen zondag heeft de gemeente het overlijden van prinses Juliana herdacht. Vink: „Voor de dienst speelde organist Tinus Korevaar een bewerking over Psalm 134 met het Wilhelmus erdoorheen. Heel mooi. Als eerste psalm zongen we 144 vers 2: „Wat is de mens? Wat is in hem te prijzen?” Ds. Mulder noemde de koninklijke familie apart bij het aankondigen van de voorbeden.”

Een vorstelijke naam als Julianakerk schept verplichtingen, ervaart Vink. „Ik vergat één keer de vlag uit te hangen bij een verjaardag van een lid van het koningshuis en kreeg direct commentaar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer