Een week na Parijs: „De handen vol aan liefhebben van vijanden”
AMSTERDAM/ROTTERDAM. Het nieuws werd afgelopen week beheerst door de aanslagen in Parijs. Vijf vragen aan Johan Krijgsman, evangelist van de Gereformeerde Gemeenten in Amsterdam, en Nico van Splunter, voorganger bij ”Geloven in Spangen”, een project van de hervormde gemeente Delfshaven in Rotterdam en de IZB.
1 Wat doen de aanslagen in Parijs met u?
Krijgsman: „We zijn in feite nergens veilig. Ook komt de geneigdheid tot alle kwaad steeds meer naar buiten. Ik moet denken aan het beeld dat ds. H. Veldkamp in zijn catechismusverklaring ”Zondagskinderen” gebruikt. Dat de mens een wild dier achter de tralies is. En dat in de eindtijd de tralies langzaam omhooggaan. De afgelopen vijftien jaar, na de aanslagen in New York, is de dreiging toegenomen. We leven in oorlogsgebied.”
Van Splunter: „Het is bizar wat er gebeurt. Door Parijs komt de terreur dichtbij. Mensen maken zich zorgen, nemen meer dan voorheen stelling. Iedereen staat op scherp. We worden bang voor elkaar. We kijken naar moslims met de blik: Is hij of zij ook een terrorist? Moslims worden eerder afgewezen. De angst werkt naar twee kanten toe.”
2 Voelt u zich onveiliger?
Krijgsman: „Ik loop niet anders in Amsterdam rond dan vóór de aanslagen. Toen ik deze week met de pont over het IJ voer en het Centraal Station zag liggen, schoot het door me heen: Hoelang duurt het nog voordat daar een bom afgaat? Bij ons op de post staat tijdens de samenkomst de deur altijd open. Daar zou zomaar iemand kunnen binnenvliegen met een pistool. Maar ik kan niet zeggen dat ik me nu op een bepaalde manier angstig voel. Ik probeer nuchter te zijn.”
Van Splunter: „In Spangen is de helft van de bewoners moslim. Maar ik voel me niet onveiliger dan mensen op de Veluwe. Juist omdat we hier met zo veel culturen en religies te maken hebben, hebben mensen geleerd met verschillen om te gaan. Mijn dochter zit op een buurtschool. Maximaal 15 van de 250 leerlingen hebben een Nederlandse achtergrond. Zij is een uitzondering: blank én christen. Maar ze wordt geaccepteerd.”
3 Veranderen de gebeurtenissen uw visie op de islam en moslims?
Krijgsman: „Nee. Ik ken genoeg moslims die de aanslagen ook verafschuwen. De islam is een ander geloof, dat is duidelijk. Maar het gaat hier om doorgeschoten fanatiekelingen. Wel voel ik door de gebeurtenissen des te sterker de drang om mensen het Evangelie te vertellen. Dat gaat niet over uitmoorden van anderen, maar over vrede door de Vredevorst.”
Van Splunter: „Ik werd vanmorgen gebeld door een moslima die in tranen was omdat haar zus in Marokko was overleden. Ik heb haar pastorale zorg gegeven. De aanslagen hebben op moslims net zo’n grote impact als op mij. Er zijn zo veel lieve, aardige moslims die veel betekenen voor elkaar, de buurt, de samenleving. Laten we niet in elke moslima met een hoofddoek een vrouw met een bomgordel zien. Dat beeld houden de media ons soms voor, maar dat is helemaal fout.”
4 Hoe bespreekt u de aanslagen met jongeren?
Krijgsman: „Dinsdag heb ik catechisatie gegeven aan studenten die hier in de stad studeren. Parijs is even aan de orde gekomen naar aanleiding van de brief van Judas, waar het over goddelozen gaat. Maar dat was zijdelings. Ik zou tegenover jongeren nuchter over deze dingen willen spreken. En laten we niet vergeten te bidden voor terroristen.”
Van Splunter: „We moeten niet de kop in het zand steken, maar radicalisering van jongeren aanpakken. Laten we ook de hand in eigen boezem steken. Als wij jongeren afwijzen, geen stageplek of baan gunnen omdat ze een verkeerde achternaam hebben, dan deugt onze bejegening van moslims niet. Ik heb zondag Martin Luther King geciteerd. Hij zegt: Duisternis moet je niet bestrijden met duisternis, maar met licht. Laten we daarom moslims benaderen met liefde. Ik hoorde van een schooldirecteur dat sommige moslimleerlingen niet hadden meegedaan aan de één minuut stilte. Ze zeiden: In Syrië vallen ook doden door aanslagen, maar dat haalt de pers hier niet. Ze hebben een punt. Ga daarover eerlijk het gesprek met ze aan.”
5 Hoe duidt u de gebeurtenissen in Bijbels perspectief?
Krijgsman: „Er is een strijd tussen het licht en de duisternis, en die neemt steeds duidelijker vormen aan. Ik las dat er wereldwijd nog nooit zo veel christenen vervolgd worden als op dit moment. De ongerechtigheid vermenigvuldigt zich. Er komen steeds meer antichristelijke machten openbaar. Ook de islam is een openbaring van de antichrist. Maar laten we niet denken dat we kunnen bepalen dat de wederkomst over een x aantal jaren zal plaatsvinden. Daar moeten we voorzichtig mee zijn.”
Van Splunter: „De verleiding is groot om er allerlei eindtijdtheorieën bij te halen. Ik wil daar voorzichtig in zijn, omdat je al snel dingen Bijbels-theologisch gaat invullen die toch anders blijken te zijn. Begin met: Heb uw vijanden lief. Daar hebben we onze handen al vol aan.”