Zorgen over voortbestaan lutherse gemeenten in PKN
LUNTEREN. Bij een derde van de evangelisch-lutherse gemeenten in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) staat het water tot aan de lippen. Veel gemeenten maken zich zorgen over hun voortbestaan.
De generale synode van de Protestantse Kerk krijgt vrijdag het beleidsplan van de evangelisch-lutherse synode (ELS) voor de periode tot 2018 aangeboden. Daarin staat onder meer dat de luthersen een theologische commissie willen oprichten, die gaat onderzoeken hoe de lutherse traditie binnen de Protestantse Kerk het beste bewaard kan blijven.
De commissie liturgie en kerkmuziek gaat samen met de commissie gemeentetoerusting een brochure voor de gemeenten maken, waarin de verschillen tussen het lutherse en de calvinistische theologie en geloofsbeleving op een rijtje worden gezet.
De Evangelisch-Lutherse Kerk, de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland verenigden zich in 2004 in de Protestantse Kerk in Nederland. De ELS constateert in het beleidsplan dat er sindsdien minder lutherse gemeenten zijn gefuseerd dan werd voorzien. „Blijkbaar is er nog behoefte aan en ruimte voor zelfstandige gemeenten, hoe moeilijk het ook is. Mensen halen kracht en energie uit hun luthers zijn.”
Lutheranen vinden het heel belangrijk om op elkaar betrokken te zijn en hun eigen keuzes te maken, aldus ELS-president ds. W. T. V. Verhoeven dinsdag. „We vinden bijvoorbeeld een rijke liturgie heel belangrijk. Daarmee zeggen we niet dat dit bij anderen geen plaats heeft; we zijn niet voor niets lid geworden van de PKN. Feit is wel dat er bij plaatselijke fusies vaak veel van het lutherse erfgoed verloren gaat, bijvoorbeeld als er twintig lutheranen samengaan met een paar honderd hervormden of gereformeerden.”
Afhankelijk van de manier waarop er gerekend wordt, telt de Protestantse Kerk nog ongeveer dertig evangelisch-lutherse gemeenten. Tien daarvan zitten in de „gevarenzone”, aldus ds. Verhoeven. Een aantal gemeenten zal in de komende tijd gedwongen zijn te fuseren, denkt de ELS. „Het water staat al tot aan de lippen.” De lutherse gemeenten verloren sinds 2004 meer dan een derde van hun leden. Hun aantal ligt nu op minder dan 10.000.
Streekgemeente
Waar gemeenten niet meer zelfstandig kunnen voortbestaan, is het volgens de ELS de kunst om een nieuwe fusiegemeente een dusdanig luthers karakter te laten krijgen dat lutheranen in de regio zich erin kunnen herkennen. Ook het vormen van lutherse streekgemeenten is een optie, evenals samenwerking met wijkgemeenten binnen de Protestantse Kerk.
In Brabant en Limburg vormden vorige maand vijf evangelisch-lutherse gemeenten samen een gemeente met één kerkenraad en een aantal preekplaatsen. Volgens ds. Verhoeven is dat een goede oplossing om het voortbestaan van de gemeente en de lutherse eigenheid te garanderen.