Binnenland

Lezing moord Willem van Oranje stelt teleur

BREDA. Dus –zei iemand in de Grote Kerk van Breda gisteravond teleurgesteld– „uw enige constatering is dat de kogelgaten in het Prinsenhof niet helemaal echt zijn en dat Willem van Oranje zijn laatste woorden niet gesproken kan hebben?” Inderdaad, dat blijft er over na jarenlang onderzoek: conclusies die oud of omstreden zijn.

L. Vogelaar
4 November 2015 21:15Gewijzigd op 15 November 2020 23:05
Jarenlang onderzoek naar de moord op Willem van Oranje in het Prinsenhof heeft weinig nieuws opgeleverd, en sommige conclusies zijn weersproken. beeld Nationaal Onderwijsmuseum
Jarenlang onderzoek naar de moord op Willem van Oranje in het Prinsenhof heeft weinig nieuws opgeleverd, en sommige conclusies zijn weersproken. beeld Nationaal Onderwijsmuseum

Met veel fanfare was het aangekondigd: ir. Willem van Spanje –over die naam zijn in het kader van dit onderzoek al veel grapjes gemaakt– van het bedrijf DelfTech komt in zijn Nassaulezing met onthullingen over de moord op de Vader des vaderlands in Delft op 10 juli 1584. De voorzitter van de avond in de Bredase kerk belooft „iets weergaloos briljants.”

Om zover te komen, is heel wat uit de kast gehaald. Van de twee kogelgaten werd een afgietsel gemaakt en ze zijn onderzocht op loodresten. Er kwam chemisch onderzoek en –jawel– een driedimensionale bloedspattenanalyse en een driedimensionale kogelbaananalyse.

Het radslotpistool van de jonge moordenaar, Balthasar Gerards, is nagebouwd en daarmee zijn in de kelder van het Prinsenhof schietproeven gedaan. Filmpjes laten het zien; de knallen daveren door de kerk. Zelfs de politie was erbij betrokken. De muur, de vloer en de trap zijn aan bouwhistorisch onderzoek onderworpen.

En dat alles om de raadsels rond de moord op de „rebellenleider” op te helderen. Gerards had in zijn herbergkamer twee pistolen geladen, één voor de moord en één voor zijn vlucht. Met het eerste pistool schoot hij in één keer drie kogels af. Er zijn twee gaten, dus waar bleef de derde kogel? Het pleisterwerk werd van de muur gebikt. Er kwamen muurgedeelten uit verschillende eeuwen tevoorschijn. Een rechte lijn liet zien dat er net rechts van de twee gaten een deur heeft gezeten. De derde kogel moet in de deurpost beland zijn. Dat de moordlocatie later verbouwd is, is overigens geen nieuws.

Gruis te koop

Zitten de twee gaten niet erg laag? Gezichtsbedrog, zegt Van Spanje. Het líjkt laag, door de trap, maar ze zitten 90 centimeter hoog, en Willem van Oranje was maar 1,52 meter lang.

Konden de kogels wel zulke gaten slaan? Nee. Uit de schietproeven blijkt dat een kogel die eerst door een lichaam gaat, daarna het pleisterwerk doordringt, maar niet veel verder komt. Dat er na 1584 flink in de gaten is gepeuterd, leerden we echter op de basisschool al. Er zijn verhalen over mensen die de holten steeds groter maakten, en over een conciërge die zakjes gruis verkocht; gruis uit de kogelgaten van de moord op Willem de Zwijger.

Waar liep de prins, en waar stond zijn moordenaar toen hij het schot loste? Dat hebben de onderzoekers zo’n beetje uitgerekend, en het wijkt nou niet bijzonder af van de vele tekeningen die ervan gemaakt zijn.

Laatste woorden

Het vervolg kennen we ook. Voorjaar 2012 kwam forensisch arts M. Weststrate op grond van de Latijnse tekst van het sectierapport tot de conclusie dat de kogels bij de vijfde rib naar binnen en bij de zevende of achtste rib naar buiten zijn gegaan, waardoor de linkerzijde van de hartkamer is weggeslagen. De prins moet op slag dood geweest zijn en –Van Spanje herhaalde het gisteravond nog maar weer– kan dus niet de befaamde woorden: „Mijn God, heb medelijden met mij en met dit arme volk” hebben uitgesproken. In de notulen van de Staten-Generaal is te zien dat deze woorden later pas zijn toegevoegd.

Weststrates stelling werd in deze krant uitvoerig weersproken door Oranjekenner dr. C. R. van den Berg en de historici drs. A. A. van der Schans en dr. J. Roelevink. Zij wezen op tal van verslagen van getuigen en familieleden die direct na de moord zijn gemaakt en op het grondige onderzoek van historicus R. Fruin. Volgens Van Spanje spreken de getuigenissen elkaar tegen.

Hart of long

Het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis stelde in 2012 dat het medisch gezien wel degelijk mogelijk is dat de prins zijn beroemde woorden heeft uitgesproken: hij zou niet in het hart, maar in een long zijn geraakt en kan daarna nog kort geleefd hebben. Dat haalt ook de stelling onderuit dat er bijna niemand bij zijn overlijden aanwezig zou zijn geweest.

Dus wat blijft er over na alle bloedspatten-, kogelbaan- en andere analyses? De ”cold case”-zaak heeft het Prinsenhof en DelftTech veel publiciteit opgeleverd, dat in elk geval. Computerprogramma’s laten aardige reconstructiebeelden zien, dat ook.

Maar nieuws is er weinig en het laatste woord erover spreken doet Van Spanje allerminst. Het glasplaatje zit weer voor de kogelgaten en het publiek kan zien hoe diep ze ná 1584 zijn geworden. Het kan proberen zich er een voorstelling van te maken hoe de moord plaatshad, waarschijnlijk, ongeveer.

En de getuigenissen over Willems betekenisvolle laatste woorden blijven in de archieven zorgvuldig bewaard.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer