Buitenland
Hoeders van de Joodse erfenis sinds Jeremia

In het door oorlog geteisterde Jemen leven nog altijd zo’n duizend Joden. Yigal Ben-Shalom wil ze allemaal naar Israël halen. „Zij hebben de Bijbelse erfenis sinds de tijd van Jeremia bewaard.”

Mr. Richard Donk
12 October 2015 19:28Gewijzigd op 15 November 2020 22:31
MARIB. Door de oorlog in Jemen kunnen Joden niet emigreren. beeld AFP
MARIB. Door de oorlog in Jemen kunnen Joden niet emigreren. beeld AFP

De emigratie van Joden uit Jemen naar Palestina kwam aan het einde van de negentiende eeuw op gang en viel min of meer samen met de uittocht van Europese Joden naar het Beloofde Land. Tot de stichting van de staat Israël in 1948 vertrokken omstreeks 30.000 Jemenitische Joden uit hun vaderland. Daarna volgden nog vele tienduizenden. Anno 2015 wordt hun aantal op zo’n 350.000 geschat.

Maar nog altijd leven er ongeveer duizend Joden in Jemen. De meesten van hen wonen in de hoofdstad Sanaa. Zij willen graag naar Israël. Maar ze kunnen niet weg vanwege de aanhoudende burgeroorlog. De opstandige Houthistam heeft de president uit Sanaa verdreven en probeert de controle over de rest van het land in handen te krijgen. Een coalitie onder leiding van Saudi-Arabië bombardeerde de rebellen geruime tijd. Maar het conflict is nog verre van over.

Yigal Ben-Shalom is voorzitter van The Association for Yemenite Society, Culture, Research and Documentation in Netanya, Israël. Op uitnodiging van Stichting Christenen voor Israël is hij momenteel in Nederland. De vereniging zet zich niet alleen in voor de terugkeer van Jemenitische Joden naar Israël, maar beijvert zich ook voor het behoud van de typisch Jemenitische cultuur en traditie.

En dat is hard nodig, vindt Ben-Shalom. Want Jemenitische Joden zijn volgens hem al te lang als tweederangsburgers behandeld. „De Europese Joden in Palestina wilden dat de Jemenieten zich net als zij zouden gaan gedragen: modern, westers. Zij hadden geen respect voor de eeuwenoude Jemenitische cultuur.”

De Jemenitische cultuur heeft het Jodendom in Israël juist veel te bieden, meent Ben-Shalom. „De Jemenitische Joden hebben sinds de verwoesting van de eerste tempel meer dan 2000 jaar in een zeer geïsoleerde positie geleefd. Dat stelde hen in staat de Bijbelse erfenis vanaf de tijd van Jeremia te bewaren en in stand te houden.”

Voelt u zich zelf ook tweederangsburger?

„Nee, zo heb ik me nooit gevoeld. Ik ben in Israël geboren en zie mezelf als volledig geïntegreerd. Ik heb als majoor gevochten in de oorlogen van 1967, 1973 en 1982. Mijn ouders kwamen hier als klein kind. Een Arabische sjeik wilde mijn moeder kopen omdat hij dacht dat hij met Joods bloed zijn ziekte kon genezen. Mijn grootouders zijn toen naar de havenstad Aden gevlucht en daar op de boot naar Israël gestapt.”

„Mijn vader voelde zich wel altijd gediscrimineerd. Desondanks kreeg hij uiteindelijk een goede baan bij het ministerie van Arbeid. Maar toen hij daar in de jaren 50 een goed woordje voor Jemenitische Joden probeerde te doen, kreeg hij te horen dat ze liever Europese Joden hadden. Dat was voor hem de reden om deze vereniging op te richten. Na zijn dood heb ik zijn werk voortgezet.”

Wat is uw belangrijkste doelstelling?

Ben-Shalom denkt lang na. „Mijn levenswerk zou voltooid zijn als ik alle Jemenitische Joden naar Israël heb gehaald en ze een volwaardige plek in de Israëlische maatschappij hebben gekregen. Tot die tijd probeer ik me in elk geval in te zetten voor het behoud van de erfenis van mijn stam in Israël. Dat doen we door onderwijs, voorlichting en materiële hulp.”

Helpt de Israëlische overheid u daarbij?

„De regering zou meer kunnen doen. Niet per se geld geven. Maar vooral begrip en waardering opbrengen voor de Jemenitische tradities. Je kunt mensen wel een zak geld geven en ze vervolgens aan hun lot overlaten. Dan misken je hun erfenis. Ik vind het nog steeds een grote fout dat het onderwijs vooral aandacht aan de westerse cultuur schenkt.”

Wat denkt u van de huidige situatie in Jemen?

„De verschillende strijdende partijen worden door buitenlandse mogendheden gesteund. Dat houdt het conflict in stand. Als de rebellen deel van de regering uitmaken, kan er vrede komen. Er moet een overeenkomst komen. Maar als de rebellen voet bij stuk houden en voor invoering van de sharia blijven strijden, is er geen zicht op een oplossing.”

In Israël is het momenteel erg onrustig. Is een derde intifada op komst?

„Dat denk ik niet. Abu Mazen (Mahmud Abbas, RD) heeft geen belang bij een nieuwe opstand. Dat zal de Palestijnse economie enorme schade toebrengen en zijn internationale imago beschadigen. En al die steekpartijen? Israël zal hier doorheen komen. We zijn sterk.”

Yigal Ben-Shalom spreekt woensdagavond in Assen en donderdagavond in Gouda.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer