IDOMENI. Pakketten met hulpgoederen uitdelen of afval opruimen in een vluchtelingenkamp. Op diverse manieren zetten vrijwilligers van de protestantse kerken in Griekenland zich in voor de massa vluchtelingen in hun land.
„Hier, hier, baby, baby!” Een paar honderd vluchtelingen staan te dringen voor een vrachtwagen in het doorgangskamp in het Griekse Idomeni. Caritas Griekenland verstrekt er deze eerste zaterdag in september tasjes met etenswaren aan een paar duizend ontheemden die wachten totdat ze de grens met Macedonië mogen oversteken. Crackers, jam, flesje water, blikje bonen.
Vaders tillen kleine kinderen op in de hoop daardoor sneller de felbegeerde producten in handen te krijgen. In de vrachtwagen staan twee nonnen van Caritas de tasjes te vullen en uit te delen, samen met kerkelijke vrijwilligers. Onder hen zijn ds. Sotiris Boukis en twee gemeenteleden van de Greek Evangelical Church (GEC), de gereformeerde kerk in Thessaloniki.
„We kwamen met een club vrijwilligers om afval op te ruimen. Omdat Caritas niet genoeg mensen had, zijn een paar van ons hier gaan helpen”, zegt ds. Boukis, als hij rond het middaguur drijfnat van het zweet staat uit te puffen. De temperatuur in het schaduwarme kamp ligt rond de 35 graden. Enkele dagen later zou de situatie tijdens een hevige regenbui weer heel anders zijn.
Moslims
De predikant kijkt naar de mensenmassa om zich heen. „Het raakt me dat deze vluchtelingen één of twee jaar geleden nog mensen waren zoals wij, met een huis en een baan. Nu zijn ze met één rugzak vol spullen op weg naar een beter bestaan. Er zijn ouders bij met kleine kinderen. Je ziet de pijn in hun ogen. Dat komt dichtbij, want ik heb zelf een dochter van drie jaar.”
In de hectiek van de hulpverlening is er nauwelijks tijd voor een gesprek met vluchtelingen, ervaart ds. Boukis. „Soms krijgen we de kans een Bijbel uit te delen, bijvoorbeeld aan een Syrische christen die geen exemplaar bij zich heeft. Bijna altijd zit hij in een groep waar ook moslims tussen zitten. Je weet nooit hoe God daarin werkt.”
Ds. Boukis is een van de twee predikanten van de gereformeerde kerk in Thessaloniki, een van de grootste gemeenten van de GEC, met op zondag zo’n 400 kerkgangers. Hij richt zich in het pastoraat op gemeenteleden tot 35 jaar. Vanuit zijn gemeente is een kleine groep vrijwilligers sinds enkele maanden betrokken bij het werk onder vluchtelingen.
Vanwege de toenemende nood deed de predikant onlangs een oproep voor meer vrijwilligers. Hierna meldden zich nog eens dertig personen aan. Twee keer per week rijdt er nu een groep naar Idomeni, zo’n 70 kilometer van Thessaloniki, onder meer om hulpgoederen te verspreiden die de kerk heeft ingezameld.
„We willen present zijn in de samenleving en voorzien in de noden van mensen. Zo organiseren we in onze stad ook maaltijden voor daklozen. Op die manier laten we hun de liefde van Christus zien. Bij het bieden van hulp aan vluchtelingen proberen we zo veel mogelijk samen te werken, als kerken onderling, maar ook met andere organisaties.”
Heel somber
Diverse gemeenten van de GEC en de Free Evangelical Church (FEC), onder meer uit Berea en Katerini, weten inmiddels de weg naar Idomeni te vinden. Ds. Stavros Deligiaunis van de GEC in Berea vertelt dat zijn gemeente er sinds een maand actief is. „Ik ben hier om mijn christelijke én humane plicht te vervullen.”
Een van de vrijwilligers is Eleana Zacharogianni (23). De kleuterjuf is voor het eerst in het kamp en deelt flesjes water uit aan onder anderen Syriërs en Afghanen. „Ik had gehoord dat hier heel veel mensen zaten, maar kon het niet geloven. Toen we hierheen reden, zagen we echter al grote groepen vluchtelingen langs de weg lopen. Heel schokkend.”
Zacharogianni vertelt dat het haar „heel somber” maakt, nu ze de situatie met eigen ogen ziet. „Deze mensen moeten allemaal ergens een nieuw thuis vinden. We moeten hen helpen én bidden. Zonder gebed kunnen deze problemen niet worden opgelost.”
Ook in andere delen van Griekenland spannen kerken zich in toenemende mate in om hulp te bieden aan vluchtelingen. In de ontmoetingsruimte naast de kerkzaal van de FEC in Mytilini, op Lesbos, staan flesjes water en houdbare etenswaren klaar om uitgedeeld te worden aan de duizenden vluchtelingen die vanuit Turkije op het eiland aankomen.
Philemon Bantimaroudis is ouderling met preekbevoegdheid in de kleine gemeente (dertig volwassenen, vijftien kinderen). Gemeenteleden delen onder meer kleding en andere hulpgoederen uit aan vluchtelingen die in Mytilini op straat bivakkeren.
„We kijken op welke momenten er geen organisaties zoals het Rode Kruis actief zijn en proberen dan hulp te bieden. Het gaat om mensen die een verschrikkelijke oorlogssituatie zijn ontvlucht en gedwongen waren hun huis en haard te verlaten. De stad is er niet goed op voorbereid om de enorme aantallen migranten op te vangen. Als christenen moeten we empathie met hen hebben.”