Kerk & religie
Theologische kruisbestuiving in de pastorie van Eemdijk

Hij wilde predikant worden, zij zag ernaar uit om de zending in te gaan. Gods weg leidde naar de pastorie. G. L. Fokkema-van Drongelen: „De roeping van mijn man werd ook mijn verlangen.”

20 August 2015 20:33Gewijzigd op 15 November 2020 21:11

Leuk, antwoordt G. L. Fokkema-van Drongelen (31) enthousiast op de vraag hoe het is om predikantsvrouw te zijn. Samen met haar man, A. D. Fokkema (29), sinds drie jaar predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Eemdijk, zit ze op de bank in de woonkamer van de ruime pastorie. Dochter Theanne (4) vermaakt zich buiten in een roze speeltentje. Soms komt ze even binnen om een bloemetje of een veer aan papa of mama te laten zien.

Vanaf haar tienerjaren had Geertje van Drongelen totaal andere idealen dan een leven als predikantsvrouw. Ze wilde naar het buitenland, de zending in. Daarom besloot ze theologie te gaan studeren. Beweringen van vriendinnen dat ze aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) vast een dominee aan de haak zou slaan, wees ze stellig van de hand.

Tot ze een relatie kreeg met Arjan Fokkema. Die kende al jong een roeping tot predikant en begon op zijn zeventiende een studie theologie aan de TUA. Samen zochten ze naar de wil van God. De weg leidde naar de pastorie.

Hoe moeilijk was het voor u om uw verlangen om de zending in te gaan, op te geven?

„Ik zat in mijn derde studiejaar toen ik mijn man leerde kennen. Mijn plannen om de zending in te gaan, waren nog niet concreet. Na veel gebed en Bijbelstudie merkte ik dat ik steeds meer de mooie kanten en de mogelijkheden van het gemeentepredikantschap ging zien. Toen hij eenmaal was toegelaten tot de opleiding tot predi­kant, had ik daar rust over. Zijn roeping was ook mijn verlangen geworden.”

Hoe verliep uw studententijd? Deed u veel samen?

G. L. Fokkema-van Drongelen: „We zaten allebei in een ander leerjaar, dus we studeerden niet samen. Wel hadden we gezamenlijke vrienden, met wie we één keer in de week samen aten.”

A. D. Fokkema: „De TUA-gemeenschap is klein, dus we zagen elkaar vaak en kenden elkaars leefwereld.”

Waarover gingen jullie gesprekken? Waren jullie het weleens oneens?

Hij, nadenkend: „Mmm, oneens? Dat kan ik me niet herinneren. Discussies over theologische onder­werpen liggen ons niet zo. We praten liever over de praktijk van het geloofsleven. Dat heeft ons hart. Vanuit onze eigen interesses vullen we elkaar aan, corrigeren we elkaar of attenderen we de ander ergens op. Een kruisbestuiving dus.”

G. L. Fokkema-van Drongelen concentreerde zich tijdens haar studie op kinder- en jongeren­pastoraat en missiologie en liep stage als jongerenwerker in het Bijbelhuis in Antwerpen. Vervolgens vond ze een baan als jeugdwerkadviseur bij het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ), waar ze nu nog één dag per week werkt.

Haar man studeerde af op een exegetisch onderzoek naar Hebreeën 13:13 en deed als bijvak judaïstiek (een studie van het Jodendom). In juni 2012 werd hij bevestigd als predikant in Eemdijk.

Hoe ervaart u het leven als predikantsgezin in Eemdijk?

Zij: „Mooi! Hier hebben we de afgelopen jaren naar toegeleefd. Om God te dienen op de plek die Hij ons geeft.”

Hij: „Op de preekstoel ervaar ik sterk dat dit werk de vervulling is van mijn roeping, van mijn verlangen. Preken is zo mooi om te doen. Om de kudde van God te leiden in de grazige weiden van Zijn Woord. Daar geniet ik nog elke zondag van.”

Zitten er ook moeilijke kanten aan het predikantschap?

Zij: „In de beeldvorming is de pastorie vaak een glazen huis, waar mensen 24 uur per dag op je letten. Dat is in Eemdijk gelukkig niet het geval. Natuurlijk is er sprake van sociale controle. Als wij een dag van huis zijn, dan weten gemeenteleden dat. Maar dat hoort bij het dorpsleven en heeft tegelijk ook iets moois.”

Hij: „Hierin is het pastorie­leven denk ik anders dan vroeger. Onaangekondigd bezoek krijgen we niet vaak, en ook de telefoon staat hier echt niet roodgloeiend. Tegenwoordig maken veel mensen gebruik van e-mail of sociale media als ze ons willen bereiken.”

„Het moeilijkste van het predikantschap vind ik de keren dat ik twijfel aan vrucht op de prediking. Werkt het woord écht iets uit in harten en levens van mensen? Dergelijke gedachten kunnen demotiverend zijn. Omdat het niet mijn woord is, maar de bediening van Gods Woord. Anderzijds leer ik hierdoor dat het goed is wat de Heere met Zijn Woord doet. Ook al zou er een jaar lang geen vrucht op de prediking te zien zijn.”

Hoe ziet u uw rol als predikantsvrouw?

„Mijn taak ligt allereerst in het gezin. Daarnaast probeer ik me dienstbaar op te stellen in de 
gemeente. De afgelopen jaren 
heb ik een aantal avonden en ochtenden opvoedingsondersteuning gegeven aan een groep ouders. Daarbij kwam mijn studie theologie goed van pas. Verder leid ik momenteel een Bijbel­studiegroep voor vrouwen en ben ik recent verkozen tot voorzitter van de vrouwenvereniging.”

Lachend: „Dat heb ik niet gezocht hoor.”

Hij: „Maar je loopt er ook niet voor weg.”

Zij: „Het kwam op mijn pad.”

Hij: „Ik ben dankbaar voor de praktische inslag van mijn vrouw. Het is voor mij ondenkbaar om zonder haar in de pastorie te wonen. Niet in de eerste plaats omdat zij ook theologe is, maar vooral omdat haar liefde voor de Heere een onmisbare steun voor mij is om God te dienen op deze plek.”

Hoe gaat dat hier in huis bij het maken van een preek?

Hij: „Over de tekstkeuze praten we veel samen. In de avonddienst behandel ik nu de Dordtse Leer­regels. Voor de ochtenddienst zoek ik dan vaak iets eenvoudigers, een verhalende geschiedenis.”

Zij: „Ik draag soms ideeën aan. Met de exegese bemoei ik me niet. Dat is de taak van mijn man.”

Lukt het u om onbevangen te luisteren?

„Gelukkig wel. In mijn studenten­tijd moet je de preken van anderen beoordelen. Dan luister je heel technisch. Daar werd ik zo ongeestelijk van.”

Hij: „Als wij uit de kerk komen, hebben we het niet gelijk over de exegese van de preek. Dan gaat het allereerst over de vraag: wat heeft Gods Woord mij te zeggen? Wat heeft Theanne ervan begrepen? Dat is het doel van de prediking. Om Gods stem te verstaan.”

Waarin inspireert u elkaar?

Hij: „Vanuit haar studie en werk als jeugdwerkadviseur herinnert mijn vrouw mij eraan om voldoende aandacht te schenken aan de kinderen en de jongeren uit de gemeente.”

Zij: „Maar dat doe jij uit jezelf al wel.”

Hij: „Dat vind ik lastig om van mezelf te zeggen.”

Zij: „De kinderen zeggen het.”

Hij: „Dat is waar. Laatst kwam een jongen na de dienst naar me toe. Hij stak zijn duim omhoog. „Goeie preek, dominee”, zei hij. Ik moet echter steeds weer leren om theologische zaken eenvoudig uit te leggen. Laatst vroeg ik jongeren om de moeilijke woorden uit de preek te noteren. Een van hen vroeg toen wat ”vesting” betekende. Dan denk ik: ik moet dus nog een treetje lager gaan zitten.”

Wat betekent het voor Theanne dat jullie allebei een theologische achtergrond hebben?

Zij: „We besteden veel aandacht aan het verstaanbaar maken van de Bijbel voor haar. Voor mijn werk als jeugdwerkadviseur ben ik op de hoogte van veel nieuwe uitgaven op het gebied van huisgodsdienst. Daar maken we gebruik van tijdens de maaltijd. Ook knutsel ik regelmatig wat met Theanne rondom een Bijbels thema.”

Haar man wijst naar de woon­kamerdeur. Daar hangen kleur­platen van onder andere de bouw van de tempel, de ark en het brandofferaltaar. Lachend: „Het resultaat van de theologie­beoefening van mijn vrouw.”

Zij: „Verder merkt Theanne natuurlijk van dichtbij wat het predikantschap inhoudt. Zij gaat vaak mee op bezoek bij gemeenteleden. Ze weet al haarfijn dat elk bezoek eindigt met een stukje Bijbellezen en een gebed.”

Hij: „Ik vertel haar vaak van tevoren welke psalmen we gaan zingen in de kerk.”

Zij: „Laatst gingen we met mijn ouders naar de kerk. Er werden alleen maar psalmen gezongen die zij niet kent. Toen was ze erg verontwaardigd. Ze zei: „De dominee wist zeker niet dat ik kwam.””


zomerserie Theologenechtpaar

Theologenechtparen vertellen over hoe een huwelijk tussen twee theologen eruitziet. Waar praten ze over aan tafel? 
Hoe bezien ze hun plaats in huis én in de kerk? Deel 6 (slot): A. D. Fokkema en G. L. Fokkema-van Drongelen.


A. D. en G. L. Fokkema

A. D. (Arjan) Fokkema werd geboren op 28 september 1986 in Een-West, een dorp vlak bij het drieprovinciënpunt van Groningen, Friesland en Drenthe. Na de middelbare school ging hij theologie studeren aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). Hij studeerde cum laude af op een exegetisch onderzoek naar de betekenis van Hebreeën 13:13. In juni 2012 werd hij bevestigd als predikant van de christelijke gereformeerde kerk in het Utrechtse Eemdijk.

G. L. (Geertje) Fokkema-
van Drongelen werd geboren op 25 mei 1984 in het Zuid-Hollandse Dirksland. Na de middelbare school studeerde ook zij aan de TUA. Haar afstudeerscriptie ging over pastoraat aan kinderen en jongeren rondom echtscheiding.

Het echtpaar heeft een dochter.


Eemdijk: bevestiging en intrede kand. A.D. Fokkema (De Wekker, 22-06-2012)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer