Kerk & religie
Praktisch theoloog en beschouwer onder één dak

Tijdens hun studententijd in Kampen sprong de vonk over tussen Hans Burger en Janneke Niemeijer. Dit voorjaar streek het inmiddels vijftien jaar getrouwde stel opnieuw neer in deze stad, waar Hans doceert aan de universiteit waar beiden studeerden.

Albert-Jan Regterschot

30 July 2015 22:32Gewijzigd op 15 November 2020 20:46
Janneke en Hans Burger ontmoetten elkaar op de Theologische Universiteit Kampen. Het echtpaar heeft drie kinderen: Christi, Anna en Boaz (v.l.n.r.). beeld RD, Anton Dommerholt
Janneke en Hans Burger ontmoetten elkaar op de Theologische Universiteit Kampen. Het echtpaar heeft drie kinderen: Christi, Anna en Boaz (v.l.n.r.). beeld RD, Anton Dommerholt

Ze zijn nu een halfjaar terug in Kampen. Als gevolg van de benoeming van Hans als universitair docent, vorig jaar, is de Overijsselse stad opnieuw hun thuisbasis geworden.

Hoewel ze beiden studeerden aan de vrijgemaakt gereformeerde Theologische Universiteit Kampen, verschilde de situatie van Hans Burger en Janneke Niemeijer aanvankelijk nog flink. Hij studeerde vanaf 1992 in Kampen. Zij kwam in 1996 aan in de stad. In 1997 kregen de twee een relatie.

Hans, in 1997 ouderejaars, en Janneke, die toen nog aan het begin van haar studie stond, leidden aanvankelijk ieder hun eigen leven. Zij: „Ik ging net studeren en zat nog midden in het studentenleven, inclusief ontgroeningen en dispuutsweekenden.” Hij: „Ik was vierdejaars toen we verkering kregen en trok me juist steeds meer terug uit de studentenvereniging. Aan het eind van onze verkeringstijd studeerde ik bovendien enkele maanden in Zürich.”

Wezenlijke zaken

Hans was eigenlijk niet van plan om theologie te gaan studeren. Hij opteerde voor scheepsbouw, „maar dat was me toch te technisch. Ik wilde met mensen omgaan. Bij de theologiestudie kun je dat combineren met het bestuderen van wezenlijke zaken.”

Janneke: „Ik heb gedacht aan een studie geschiedenis of talen, maar koos voor theologie omdat ik interesse had in onderwerpen die dieper gaan dan het bestuderen van een taal. Pas tijdens mijn eindstage in Rotterdam dacht ik: Wat gaaf, dit is het werk dat ik wil gaan doen. Dat stond voor mij los van mijn mening over de plaats van de vrouw in de ambtelijke dienst.”

Janneke volgde in Kampen ook een collegeserie vrouwenstudies, aan de toenmalige synodaal gereformeerde universiteit aan de Oudestraat. „Dat was enerzijds leerzaam en vormend, maar ook vervreemdend, vanwege de vrijzinnigheid die in de feministische theologie de boventoon voerde.”

Waarover ging het in de studententijd tijdens onderlinge gesprekken?

Hij: „Niet meteen over theologie. Alhoewel...” Zij: „Ik had best weleens een kritische vraag die ik met jou besprak.” Hij: „We liepen er tegenaan dat we verschillend zijn als het gaat om spiritualiteit.”

Moeiteloos stappen de twee in hun beantwoording van de vraag over op een analyse van elkaar in het heden.

Zij: „Hans is een echte studietheoloog.” Hij: „Janneke is sterk op het gebied van theologisch denken, maar verbindt dat meer met de praktijk. Ze is gericht op het mobiliseren van mensen.” Zij: „Hij is meer van de verdieping en de beschouwing, ik moet hem soms de tijd geven om uitgedacht te raken.” Hij: „We hebben niet zo vaak theologische gesprekken. Maar als we vakinhoudelijk met elkaar praten, beïnvloeden we elkaar wel.”

Tegen Janneke: „Jij hebt voor het dagboek ”Kracht voor elke dag” een meditatie geschreven over de doop. We hebben het niet over de inhoud daarvan gehad, toch merk je daarin de invloed van mijn ideeën over de doop.” Zij, lachend: „Maar het is niet jouw tekst geworden.”

Zorgt Hans ervoor dat het bij Janneke niet alleen om de praktijk gaat en voorkomt Janneke dat Hans een studeerkamergeleerde wordt?

Zij: „Een studeerkamergeleerde? Hij heeft genoeg impulsen om uit de studeerkamer te komen.” Hij: „Beiden proberen we hoofd en hart bij elkaar te houden. We willen als christenen leven. Dat betekent ook: los van de theologie ruimte maken om actief te zijn in de kerkelijke gemeente.” Zij: „Dat deden we in de studententijd al. We gingen niet alleen bij medestudenten op de koffie, maar ook bij andere gemeenteleden.”

Predikant

In 2006 werd Hans predikant in Franeker-Sexbierum. Hij ging er voor 80 procent aan de slag, Janneke kreeg tegelijk een baan voor 20 procent als kerkelijk werker. Een unieke combinatie in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, „maar de gemeente zag het zitten, en wij ook”, concludeert Hans.

Tot 2011 werkte het duo samen in de gemeente. In dat jaar ging hij aan de slag op de universiteit. Ook Janneke ging daar werken, zij was er tot vorig jaar verantwoordelijk voor het werk van AKZ+, dat theologische cursussen aanbiedt.

De periode in Franker was mooi en intensief, menen de twee. Catechisatie, pastoraat en gemeenteopbouwwerk deden ze samen. Preken, kerkenraadswerk en het werk in de classis waren de verantwoordelijkheid van Hans. Zij: „Ik werkte één dag per week. Dat is niet bijzonder veel. Maar in de pastorie lopen werk en privé als vanzelf wat door elkaar heen. Dat is soms handig, maar het heeft een keerzijde. Je wereld kan klein worden, doordat voor beiden je omgeving telkens dezelfde is.”

Op een bepaald moment sprak het duo een vast overlegmoment af: op maandagmiddag, tijdens de lunch. Janneke: „Voordien gebeurde het dat ik de was ophing en ondertussen met Hans praatte over wat er speelde in de gemeente.” Hans: „We hebben een bevriend ouder echtpaar waarvan de man predikant is gevraagd om ons te begeleiden. Twee keer per jaar gingen we bij hen op bezoek. Ze vroegen dan hoe het met ons ging en baden voor ons.” Janneke: „Dat was heilzaam. Ik vond het op een gegeven moment lastig dat Hans wel mocht preken en ik niet. Dat hebben we in die begeleidingsgesprekken op tafel gelegd.”

„Preken is toch het mooiste werk dat je als theoloog mag doen. Je mag stromen van levend water, het Evangelie dat je van God ontvangt, doorgeven”, zegt Hans. „Als voorganger kun je bovendien ingaan op wat je tegenkomt in de gemeente. Dat kan een kerkelijk werker niet.”

Zij: „We hebben het samen vaak gehad over de positie van de vrouw in de kerk.” Hij: „Een ingewikkeld thema. Janneke was er eerder dan ik van overtuigd dat vrouwen mogen preken.” Zij: „We hebben beiden een zekere vrijmoedigheid om dat hardop te zeggen. Tegelijk zijn we ook voorzichtig, omdat het natuurlijk een keuze is met veel gevolgen.”

Hij: „Mijn reden om ja te zeggen komt voort uit de heilzame invloed van het Evangelie op de ontwikkeling van onze cultuur. In de toenemende gelijkheid van man en vrouw zie ik ook de doorwerking van het Evangelie, omdat in Christus man en vrouw voor God gelijk zijn.”

Zij: „Ik neem meer als uitgangspunt de inzet van vrouwen bij de heilsfeiten van Pasen en Pinksteren. Maar weet je, op een gegeven moment beland je in een woud van argumenten. In onze kerken speelt de discussie. Ik zie het, ook voor mezelf, als een risico dat er zo veel argumenten worden aangedragen dat er weinig geestelijks meer is aan de man-vrouwdiscussie.”

Hij: „Grappig hè, Janneke zit nu te beargumenteren waarom ze níét hoeft te preken. Maar toch wringt het ergens. Janneke heeft in het verleden aan mannelijke kerkenraadsleden een cursus gegeven over pastoraat.” Zij: „Een vrouwelijke theologe uit mijn kennissenkring zegt: Ik kan leven met de inconsistentie dat je als vrouw wel theoloog kunt zijn, maar geen predikant. Misschien willen wij te veel een knoop doorhakken.”

Kinderen

Een vader en een moeder die beiden theoloog zijn, wat betekent dat voor de kinderen? Hij: „De kinderen vinden dat we soms ingewikkelde gesprekken hebben.” Zij: „Met de kinderen zijn we vooral bezig met het delen van ons geloof. Door na te praten over de preek, of door aan de slag te gaan met een verwerkingsopdracht. Zo hebben we met dankdag een paar keer een poster gemaakt. Daarop mocht iedereen zetten waarvoor we God mogen danken.”

Hij: „Ik ga nog regelmatig voor, maar ben geen gemeentepredikant meer. Dat betekent dat ik soms niet met mijn gezin naar de kerk ga. Dat is wel nadelig: je maakt altijd verschillende kerkdiensten mee. Na onze verhuizing naar Kampen, dit voorjaar, had ik een aantal zondagen vrij. Het was heel fijn om toen als gezin naar de kerk te kunnen gaan.”

Zij: „Als Hans elders preekt, ga ik met de kinderen naar onze eigen kerk. Dan voel ik me niet alleen. Bovendien: zo gaat het toch, als je man dominee is? Hij heeft een roeping, de gevolgen daarvan zijn niet altijd praktisch. Toch vind ik het mooi: doordeweeks geeft hij les en schrijft ingewikkelde boeken. Maar op zondag mag hij het Evangelie laten klinken.”


Janneke en Hans Burger

Hans Burger (41) en Janneke Burger-Niemeijer (37) ontmoetten elkaar op de Theologische Universiteit Kampen, waar ze beiden studeerden.

Hans is universitair docent systematische theologie aan die instelling en werkte voorheen als predikant in Franeker-Sexbierum.

Janneke was kerkelijk werker in dezelfde gemeente. Ze is nu hoofdredacteur van Jente Magazine, een christelijk opvoedingsblad. Het echtpaar heeft drie kinderen en woont in Kampen.


zomerserie Theologenechtpaar

Theologenechtparen vertellen over hoe een huwelijk tussen twee theologen eruitziet. Waar praten ze over aan tafel? Hoe bezien ze hun plaats in huis én in de kerk? Deel 3: Hans en Janneke Burger-Niemeijer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer