In de Indonesische kustplaats Sentani wonen Dick en Margreet Kroneman. Sinds 1988 doen beiden daar Bijbelvertaalwerk. Op de Universiteit Utrecht kwamen ze elkaar lang geleden tegen, tijdens een studie theologie. Een interview op afstand, over hoe het vak theologie hun leven kleurt.
Bij Dick Kroneman was het vooral de geestelijke en medische nood in de binnenlanden van Papoea die hem voor het zendingswerk deed kiezen. Margreet wilde de kracht van Gods Woord uitdragen.
Wanneer ontwaakte ieders interesse in theologie en hoe raakte u beiden aan het werk?
Dick: „Na de middelbare school ben ik theologie en taalwetenschap gaan studeren in Utrecht vanuit de wens Bijbelvertaler te worden in Indonesië. Mijn eerste kennismaking met Papoea dateert uit mijn lagereschooljaren, toen ik foto’s zag van het zendingswerk van ds. G. Kuijt. De geestelijke en medische nood in de binnenlanden greep me aan. Aanvankelijk dacht ik vooral in de richting van medisch zendingswerk, maar die hoop vervloog toen bleek dat ik niet goed tegen bloed kon.”
Tijdens zijn middelbareschooljaren ontdekte Dick dat hij belangstelling had voor vreemde talen. Vooral Latijn, Grieks en Hebreeuws waren zijn favoriete vakken. „Via de later omgekomen zendingswerker Hielke Visser, bij wie ik in Kampen op een Bijbelkring zat, hoorde ik over het Bijbelvertaalwerk van Chris Fahner in de Yalitaal. In die tijd groeide het verlangen om op Papoea te dienen als Bijbelvertaler in dienst van de zending. Tijdens mijn studentenjaren had ik op aanraden van ds. P. Honkoop af en toe contact met het dagelijks bestuur van het zendingsdeputaatschap.”
In 1985 trouwde Kroneman met Margreet Harms. Een jaar later werden ze allebei aangenomen door Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) en door Wycliffe Bijbelvertalers als Bijbelvertalers voor Papoea. „Drie jaar later begonnen we daar met taalkundig onderzoek, alfabetiseringswerk en het trainen en begeleiden van Bijbelvertalers op Papoea. In 2007 werd het Nieuwe Testament afgerond in de Unataal, een van de 275 inheemse talen op Indonesisch Papoea. Op dit moment zijn we als vertaalconsulent nog steeds nauw betrokken bij het controleren van het Oude Testament in de Unataal.”
Bij Margreet werd de interesse voor het Bijbelvertaalwerk rond 1976 gewekt. „Na de middelbare school heb ik eerst een jaar de Evangelische Hogeschool in Amersfoort gedaan. Het was een eyeopener om samen met jonge mensen uit allerlei kerken en geloofsgemeenschappen te studeren. Iedereen had hetzelfde verlangen om de Heere te kennen en te dienen, in welke studie of op welk arbeidsveld dan ook.”
Was theologie datgene wat u bij elkaar bracht?
Dick: „Theologie was de verbindende schakel. We studeerden allebei in Utrecht. We studeerden allebei theologie. En we hadden allebei belangstelling voor Bijbelvertaalwerk.”
In reformatorische kring kan een vrouw minder met theologie dan een man. Toch koos Margreet voor theologie. Hoe ziet u uw taak in kerk en gezin?
Margreet: „In mijn eigen leven had ik de kracht van Gods Woord ervaren en ik wilde dat uitdragen. In het begin was ik vooral geïnteresseerd in het overdragen van Bijbelkennis in kerk en op school en in persoonlijke contacten. Ik heb nooit het verlangen gehad om predikant te worden, hoewel meerdere vrouwelijke medestudenten wel predikant geworden zijn. Overigens intrigeren exegese en overdracht van de boodschap in mondelinge en geschreven vorm me wel erg.”
De Bijbelse vorming en pastorale begeleiding van de kinderen is voor elke vader en moeder een prioriteit, vindt Margreet. „Of je nu theologie gestudeerd hebt of niet. Voor geloofsoverdracht hoef je geen theologie te studeren, maar moet je vooral zelf in het Woord thuis zijn en de Heere God en Zijn Zoon Jezus Christus kennen, liefhebben en volgen. Toen onze drie kinderen jaren geleden naar de Internationale School gingen, ben ik meer bij het alfabetiseringswerk en het vertaalwerk betrokken geraakt.”
Door de jaren heen heeft het echtpaar Kroneman veel Papoeajongeren zien opgroeien. Ook hebben ze al zo’n twintig jaar lang Papoeastudenten bij hen in huis wonen, in hun eigen appartement.
Margreet: „Met allen die later predikant of ouderling zijn geworden, hebben we nog geregeld contact. Als wat oudere vrouw fungeer ik een beetje als hun moeder. Er is al gauw gelegenheid voor een gesprek over hun persoonlijk leven en over dienstbaar zijn in de gemeente.”
Door haar betrokkenheid bij het vertaalwerk in de afgelopen tien jaar heeft Margreet veel Bijbelboeken vers voor vers bestudeerd en besproken met vertalers in Papoea, maar ook elders in Azië. „Ook tijdens de consultantchecks wordt elk vers besproken. Vaak is daar gelegenheid om te praten over persoonlijke toepassing, maar ook over de toepassing in de preken die velen van hen elke week houden. Dat ervaar ik als een groot voorrecht.”
Is theologie een inspiratiebron voor echtelijke gesprekken? Het zou zomaar kunnen dat u het in uw tafelgesprekken oneens bent.
Dick: „Onze gesprekken aan tafel gaan vaak over exegetische en vertaalkundige onderwerpen. Zo hebben we de afgelopen weken veel gepraat over de uitleg van het boek Prediker en over de vertaling van het begrip ijdelheid. Als er anderen bij zijn, proberen we dat wel te vermijden. Over exegetische en vertaalkundige vragen zijn we het vaak wel eens. Maar dat komt ook doordat we het vaak over die dingen hebben. We stellen elkaar regelmatig kritische vragen. Dat is goed om scherp te blijven.”
Wellicht heeft u theologisch gezien eigen liefhebberijen, eigen aandachtspunten. En welke zijn die dan?
Dick: „Onze gezamenlijke interesse ligt op het terrein van taal, cultuur en exegese. Daarnaast lees ik veel over dogmatiek en hermeneutiek. Ik heb ook veel belangstelling voor de studie van de Psalmen. Mijn beide dissertaties gaan over een Psalm (23 en 91). In de Psalmen zijn Gods openbaring en de menselijke ervaring nauw op elkaar betrokken. Theologie is hier geen abstract systeem maar beleefde werkelijkheid. Ook in de context van Papoea kunnen we veel van de Psalmen leren.
Daarnaast krijg ik in verband met mijn deeltaak als vertaalcoördinator voor Summer Institute Linguistics veel te maken met allerlei exegetische en theologische vragen bij vertaalwerk. Zo heb ik me verdiept in het vertalen van een uitdrukking als ”Zoon van God” in uitgaven voor doelgroepen met een islamitische achtergrond. Op dit moment ben ik vooral bezig met de vraag wat de mogelijke implicaties zijn van het nieuwe perspectief op Paulus voor de praktijk van het vertaalwerk. Deze nieuwe gezichtspunten zijn al zo’n dertig tot veertig jaar oud, maar de mogelijke implicaties daarvan zijn binnen de wereld van het vertalen nog weinig doordacht.”
Naast haar interesse voor taal, exegese en cultuur is Margreet vooral geïnteresseerd in pastoraat. „Maar ook in de begeleiding van mensen die leidinggeven in hun gezin, aan hun volk en in de kerk.”
Op welke manier beïnvloedt theologie uw privéleven? Wat krijgen de kinderen mee van het beroep van hun ouders?
Dick: „Onze drie zoons zijn volwassen en het huis al uit. Onze oudste zoon Kars is echter sinds 2013 met zijn vrouw en twee kinderen (Benji van 5 en Jozie van 3) weer terug op Papoea. Hij werkt als zendingspiloot bij Yajasi, een vliegdienst in Papoea die nauw verbonden is met Wycliffe. Onze tweede zoon, Andre, woont met zijn vrouw Arlene in de Verenigde Staten. Hij heeft theologie en muziek gestudeerd en werkt als pastoraal verzorger voor terminale patiënten. Onze jongste zoon, Lennart, werkt als webdesigner in Nederland. Ze hebben alle drie in Amerika gestudeerd aan een christelijke universiteit en moesten daarom alle drie ook een behoorlijk aantal theologische vakken volgen.”
Dick en Margreet Kroneman denken dat hun kinderen niet zozeer geïnspireerd zijn door hun theologische gesprekken. Margreet: „Ze zijn, denk ik, meer geïnspireerd door het zendingswerk dat ze van nabij hebben gezien.”
Dick: „Ik zie theologie vooral als het kritisch nadenken over je eigen geloof, geloofservaring, cultuur en traditie in het licht van wat de Bijbel zegt. In die zin zie ik wel overeenkomsten tussen mezelf en mijn kinderen en is er wellicht sprake van beïnvloeding.”
zomerserie Theologenechtpaar
Theologenechtparen vertellen over hoe een huwelijk tussen twee theologen eruitziet. Waar praten ze over aan tafel? Hoe bezien ze hun plaats in huis én in de kerk? Deel 2: Dick en Margreet Kroneman-Harms.
Dick en Margreet
Dick en Margreet Kroneman werken sinds 1988 als vertaalkundigen in Papoea, Indonesië. Ze zijn in dienst van Zending Gereformeerde Gemeenten en uitgezonden via Wycliffe Bijbelvertalers. Dick studeerde theologie en taalwetenschap in Utrecht en promoveerde in 2004 op een vertaalkundige dissertatie over de uitleg en vertaling van de metafoor van de herder in Psalm 23. In 2013 promoveerde hij in Indonesië op een theologische dissertatie over Psalm 91. Sinds december 2014 is hij vertaalcoördinator voor Summer Institute of Linguistics International.
Margreet Kroneman-Harms studeerde eveneens theologie in Utrecht. Recent voltooide ze een master ”Engels als tweede taal” aan de Columbia International University (VS). In 2011 promoveerde ze op een dissertatie over leiderschapsontwikkeling en Engelstalig onderwijs als zendingsmiddel. Het echtpaar Kroneman heeft drie volwassen zonen, van wie er twee getrouwd zijn, en twee kleinkinderen.