REHOVOT. De manier waarop kinderen reageren op geuren kan helpen om de diagnose autisme te stellen. Dat melden Israëlische onderzoekers.
Mensen nemen normaal gesproken een langere ademteug wanneer ze iets lekkers ruiken, zoals een bos rozen, dan wanneer de geur van rotte vis hun neus bereikt. Kinderen met autisme blijven echter op dezelfde manier inademen, of ze nu een lekkere of een vieze geur ruiken. Dat schrijven de onderzoekers van het Weizmann Institute of Science vandaag in een online publicatie van het vakblad Current Biology.
De reactie op geuren zou op termijn een van de testen kunnen vormen die worden gebruikt om de diagnose autisme te stellen.
Aspecten waar nu naar wordt gekeken, zijn het gedrag, de sociale interactie en communicatieve vaardigheden. De aandoening kan vanaf de leeftijd van twee jaar met redelijke zekerheid worden vastgesteld, maar vaak krijgen kinderen pas een aantal jaar later de diagnose autisme.
Voor de studie lieten de onderzoekers 36 kinderen (in de basisschoolleeftijd) via een slangetje in de neus geuren opsnuiven, 18 kinderen die zich normaal ontwikkelden en 18 kinderen met autisme. Via een tweede slangetje registreerden de onderzoekers het ademhalingpatroon.
In een interview met de BBC noemt promovenda Liron Rozenkrantz de verschillen in het ademhalingspatroon tussen de kinderen met en zonder autisme „opvallend en enigszins verrassend. Kinderen met autisme lieten helemaal geen reactie zien in de manier waarop ze inademen. Ze namen eenzelfde ademteug, of ze nu shampoo roken of rotte vis.”
Een computerprogramma dat de metingen analyseerde, kon in 81 procent van de gevallen de kinderen met autisme eruit pikken. Ook bleek dat de kinderen die onaangename geuren dieper inhaleerden een ernstiger vorm van autisme hadden.
De onderzoekster hoopt dat dankzij deze bevindingen de diagnose autisme eerder kan worden gesteld zodat kinderen eerder passende therapie kunnen krijgen. „Maar voor we dit als diagnostische test kunnen gebruiken, moeten we eerst weten op welke leeftijd deze reactie op geuren ontstaat. Word je ermee geboren, of ontwikkelt het zich later in het leven? Daar heeft nog niemand onderzoek naar gedaan.”