Glazen koets steekt gouden broer naar de kroon
De glazen koets is nog een paar weken te zien in Louwman Museum in Den Haag. Tussen de blinkende auto’s staat het unieke koninklijke rijtuig daar opgesteld. Recent verscheen een boek over de geschiedenis en de restauratie van het oudste rijtuig van het Koninklijk Staldepartement.
Koning Willem I bestelde de glazen koets in 1821 bij de Brusselse rijtuigbouwer Pierre Simons. In 1826 was hij klaar. Het „behoorde technisch gesproken tot de absolute top in de rijtuigbouw. De rijke versieringen verleenden de juiste status aan de koninklijke gebruiker en de nationale en vorstelijke symboliek”, stellen de auteurs van het boek ”De Glazen Koets. De trots van de Koninklijke Stallen”.
Kosten noch moeite werden gespaard bij de bouw: het interieur is bekleed met purper en beige fluweel en voorzien van geborduurde passementen, de zitkussens zijn gevuld met een vulling van paardenhaar. De hemel is gemaakt van geborduurde beige en hemelsblauwe zijde. Kortom, koninklijk.
Op de kast van het rijtuig werden vier engelen of putti afgebeeld, op en zwevend boven een wolkje. Die vormen volgens de auteurs „een duidelijke verwijzing naar de religieuze achtergrond van het koningschap.” „De door de putti gedragen kroon, scepter, rijkszwaard en pijlenbundel staan symbool voor de regalia: de kroon, de scepter het zwaard en pijlen van rechtvaardigheid en barmhartigheid. Tevens voor de functies van het koningschap: wereldlijke macht, gerechtigheid, justitie en barmhartigheid.”
Huwelijk
De boektitel ”Trots van de Koninklijke Stallen” zegt niet te veel, want tot de komst van de gouden koets had de glazen koets die status. „Zo werd het rijtuig tot 1923 ingezet als vervoermiddel van de vorst(in) op Prinsjesdag.”
Ondanks –of juist vanwege– die faam kwam het rijtuig maar sporadisch naar buiten. Zo was de koets na 1923 slechts af en toe te zien, bijvoorbeeld bij hoogtijdagen zoals het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard en het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus. De koningin werd er dan in vervoerd.
Restauratie
In 2007 besloot koningin Beatrix dat de glazen koets moest worden gerestaureerd. Dat was ook hard nodig, zo laat het fotorijke boek over de koets zien. De verf was flets, de bekleding verweerd, en het hout hier en daar gescheurd.
Er volgde twee jaar vooronderzoek. Hoe zag de koets er oorspronkelijk uit? Wat moet er worden vervangen en hoe? Welke restauratiespecialisten zijn er nodig? Grote uitdaging was ook om de bak of kast –het gedeelte van het rijtuig waar de passagiers in zitten– weer recht op de veren te krijgen en minder te laten schommelen. „Bekend is, dat in ieder geval koning Willem III last had van het schommelen van de kast van het rijtuig.”
Daarna volgden vijf jaren van restauratie waarin de glazen koets zijn heldere hoofdkleuren –rood, wit en blauw– terugkreeg. Leerlingen van een vakschool in Zwolle kregen de kans om zich de techniek van het vergulden eigen te maken.
Eind 2014 was het rijtuig klaar en nam prinses Beatrix het resultaat in ogenschouw. Maart dit jaar trokken vier Friese paarden de glazen koets naar het Louwman Museum (louwmanmuseum.nl) – naast Paleis Huis ten Bosch. Daar onthulde koning Willem-Alexander het rijtuig op 16 maart. Foto’s van die gebeurtenis vormen het laatste hoofdstuk van het boek over een van Nederlands bijzonderste rijtuigen.
”De Glazen Koets. De trots van de Koninklijke Stallen”, J. W. Landman, C. Rommelaere en G. E. Wassenaar; uitg. De Bataafsche Leeuw, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 6707 677 7; 176 blz.; € 29,50.