Kamerdebat: bed, bad, brood en... Bijbel
DEN HAAG. De Bijbel mag dan vorig jaar weggehaald zijn van de voorzitterstafel, in het debat over de bed-bad-brood-regeling werd donderdag het Boek der boeken wel degelijk enkele malen geciteerd.
Het meest direct deed dat CU-fractievoorzitter Slob. Hij begón er zijn betoog zelfs mee. „‘Want Ik had honger, en u gaf Mij te eten; Ik had dorst, en u gaf Mij te drinken; Ik was een vreemdeling, en u verleende mij onderdak’. Deze woorden staan in de Bijbel”, zei Slob, „om precies te zijn in Mattheus 25 vers 35. Het zijn woorden die Jezus zelf heeft uitgesproken en waar wij als ChristenUnie wijsheid uit halen in onze zoektocht hoe om te gaan met uitgeprocedeerde asielzoekers.”
Ook PvdD-leider Thieme greep in overdrachtelijke zin naar de Bijbel, maar dan met een eigen verhaspeling: „Deze mensen zijn elke dag bezig met de bede: Geef ons heden ons dagelijks bed, bad en brood.”
CDA-voorman Buma citeerde geen Bijbelteksten, maar kwam op zeker moment wel uit bij één van de vier, uit de Bijbel gedestilleerde kernbegrippen van het CDA, te weten gerechtigheid. „Wanneer de rechter uitspraak doet, is het een kwestie van rechtvaardigheid dat mensen teruggaan.”
Ook SGP-leider Van der Staaij hield het bij het refereren aan Bijbelse begrippen. „Het gaat ons om barmhartigheid en rechtvaardigheid”, aldus de SGP’er. „Geen enkele asielzoeker in ons land toelaten, is onbarmhartig. Iedereen toelaten is onrechtvaardig.” En: „Herbergzaamheid is voor ons als christelijke partij leidend. Wij zullen nooit tegen burgers zeggen: Kijk maar andere kant op.” En: „De overheid moet gerechtigheid betrachten. Zij beslist uiteindelijk over het wel of niet blijven van asielzoekers.”