Deputaten stellen dat de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken „het federatiemodel heeft geaccepteerd. Met de invoering wordt gewacht tot de Christelijke Gereformeerde Kerken beter van dit model kennis hebben genomen. Deputaten kerkelijke eenheid hebben hierop met begrip gereageerd.”

De vrijgemaakte deputaten verwijzen naar de novemberzitting van de christelijke gereformeerde synode, die in Nunspeet plaatshad. De synode besloot toen „niet over te gaan tot invoering van het zogenaamde federatieve groeimodel in de samenwerking met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).”

De vrijgemaakte kerken moesten volgens deputaten „op voorzichtige wijze” worden geraadpleegd „over de wenselijkheid van en de mogelijkheden voor invoering van het federatieve groeimodel.” Dat model vond men in Nunspeet wel geschikt om het proces van eenheid gestalte te geven. Prof. dr. W. van ’t Spijker zei toen dat een volgende generatie wellicht de vruchten zou kunnen plukken van de besluiten. In mei vorig jaar had prof. dr. J. W. Maris echter nog gezegd de komende tien jaar geen federatie te verwachten.

Aan de besluitvorming op de christelijke gereformeerde synode lag onder meer een onderzoek onder plaatselijke kerken ten grondslag. Meer dan de helft van de kerken bleek niet te weten hoe verder gestalte te geven aan eenheid. Christelijk gereformeerde deputaten wilden wel nu al overgaan tot invoering, al noemden ze hun voorstel het „voorzichtig maximaal haalbare.” Overwogen werd dat er aangaande de leer overeenstemming was bereikt met de vrijgemaakten. „Daarom moet men volharden in het verder gestalte geven aan eenheid.”

Ds. M. H. Sliggers zei in Nunspeet namens de gereformeerd vrijgemaakte deputaten kerkelijke eenheid dankbaar te zijn voor de voorstellen van de christelijke gereformeerde deputaten om tot een federatief model te komen. Hij noemde de voorgestelde besluiten „weliswaar niet perfect, maar toch een bescheiden begin van federatie.” De vrijgemaakte deputaten zouden een besluit tot federatie van harte toejuichen. „Maar het is niet realistisch een fusie, als logisch vervolg op federatie, al binnen tien jaar te verwachten”, aldus de voorzitter van de christelijke gereformeerde deputaten eenheid mei vorig jaar.

De vrijgemaakte deputaten spreken overigens in het synodevoorstel wel hun teleurstelling uit over een andere overweging van de synode van Nunspeet. De christelijke gereformeerde synode sprak namelijk uit dat er weliswaar overeenstemming bereikt was tussen deputaten over de toe-eigening van het heil, maar dat ook het bezwaar wordt gehoord dat dit niet voluit zou functioneren in de vrijgemaakte prediking. „Deze eenzijdige benadering stelt deputaten des te meer teleur omdat een vorige CGK-synode deputaten heeft opgedragen na te gaan of de bereikte overeenstemming in beide kerkverbanden voldoende functioneert.”

Mede daarom denken de vrijgemaakte deputaten dat nog niet tot uitvoering van het federatieve groeimodel kan worden overgegaan. Nu stellen de vrijgemaakte deputaten de synode van Zuidhorn voor „op een geschikt tijdstip” tot federatie over te gaan. Bij federatie horen dan „in principe kanselruil, toelating tot het avondmaal van ongecensureerde leden en erkenning van tuchtoefening.”

Het voorstel van de vrijgemaakte deputaten kerkelijke eenheid is de navolgende synode niet in 2005 maar reeds in 2004 bijeen te laten komen. De vrijgemaakte synode van Zuidhorn wordt op 6 april geopend.